Dag 1 en 2
Eindelijk was het zover, onze reis naar Australië en Indonesië was begonnen. De wekker gezet op 4.15u want schoonzoon Patrick zou ons voor zijn werk naar Schiphol brengen. Gisteren al uitgezwaaid door kinderen en kleinkinderen wat niet makkelijk was en afscheid genomen van mijn zorgmaat die het ook 7 weken zonder mij moet stellen. Koffers gepakt 25 kg en 7 kg handbagage, je hebt wat nodig op zo’n reis. Alles vooraf geregeld dus hopen maar dat er niets mis gaat. We kijken uit naar onze ontmoeting met onze dierbare familie en vrienden in down under en gaan genieten. Maar goed, de wekker ging af, douchen, aankleden en stipt 5.15u stond Patrick voor de deur en 40 minuten later waren we op Schiphol. Het was nog erg rustig, zeker bij onze incheckbalie die pas opende op 7.10u. Een beetje hangen was dan maar het relaas. Ik raakte in gesprek met een jonge man die voor een jaar naar Australië ging. Huis en haard achterlatend voor een nieuwe toekomst. Wij hebben deze stap nooit durven nemen, de wens is de moeder van de gedachten. Achteraf zeker geen spijt, maar we begrijpen deze avonturiers zeker. Na een vlotte check-in door naar de douane en paspoortcontrole, alvorens ik nog vroeg voor een upgrade. Dit was wel mogelijk maar dan zaten we niet naast elkaar, dan maar niet. Verder geen problemen op een extra check van de IPad na, dus op naar de koffie. Ze weten hier wel van prijzen maar dat weten we nu eenmaal en de koffie smaakte prima. Om 09.40u boarden en we zaten helemaal achterin, prima plaatsen achteraf. Naast mij zat een aardige heer uit Meppel die zonder zijn vrouw naar Lombok ging vrienden bezoeken. Nadat het vliegtuig was op gestegen werd er gestart met de catering en het ontbrak ons aan niets. Een heerlijke lunch werd geserveerd, ik had heerlijke pasta met kip en Trudie garnalen met rijst en allerlei andere lekkernijen en als toetje een stukje Vianetta op een stokje. Hoe bedenk je het. Allemaal erg lekker. Singapore Airlines staat bekend om zijn goede service en ook het personeel is super vriendelijk en de dames zien er erg charmant uit in prachtige Aziatische kleurige kledij. We landen om 22.15u Nederlandse tijd en vertrekken weer om 13.30u NL tijd. Even in de lounge ontspannen en verbonden blijven met het thuisfront via de whatsapp. Rond 12.30u boarden wat vlot verliep. Singapore is een enorm vliegveld en we moesten naar terminal 4. Dit ging met een skytrain die de terminals verbindt. Ook boarden verliep soepeltjes alles op de Singaporeese manier ordelijk en ordentelijk. We zaten wederom achter in het vliegtuig. Naast ons aan het raam zat een Duitse jongeman die op bezoek ging bij vrienden. Het taxiën naar de startbaan duurde ruim 25 minuten, nog niet eerder zolang met een vliegtuig gereden. Allereerst vulden we incomming passenger card in voor Australië. Dit zijn kaarten die je buiten de visums moet inleveren als je arriveert en hierop staan allerlei persoonlijke gegevens en bovendien zaken die je eventueel bij je hebt en het land wellicht niet in mogen. Denk aan vlees, groenten, modderschoenen je kunt het zo gek niet opnoemen. Dit moet je dus aangeven niet het aangeven en wel bij je hebben brengt je in grote problemen. Dat geldt ook voor medicijnen dus hier moet je geduld en tijd voor nemen. Gelukkig heb ik altijd een vertaling en handleiding mee van de kaart anders, ook al kun je goed Engels, het soms moeilijk is te begrijpen. De reis duurde 6 uur en 10 minuten en je gaat door één tijdzone en zomertijden in Australië waardoor er ook nog twee extra uren bijkomen. Zitten duurt lang en ik heb toch nog even kunnen slapen en heerlijk deel 2 van de film Avatar gezien. Ook de verzorging was weer uitermate goed. Om 17.30 uur plaatselijke tijd landen we op Cairns. Ook hier is weer een strenge toegangs controle. Eerst door de douane die je gegevens checkt allemaal erg vriendelijk welkom geheten. Dan door naar de bagageband waar je je koffers oppikt. Vervolgens controle van je inreiskaart, wij hebben medicijnen mee voor eigen gebruik met paspoort allemaal keurig ingevuld en dan door naar de Xray voor je koffers die gecontroleerd worden. Gelukkig allemaal in orde en geen extra controle nodig of tassen open. Ook allemaal even vriendelijk. Snel naar de uitgang en reageren op een sms van autoverhuurbedrijf dat zij ons konden oppikken. Met een busje naar verhuurbedrijf enkele km van het vliegveld. Dit ging ook allemaal redelijk soepel duurde iets langer dan gepland omdat ik een leuk gesprek kreeg met een Belgische medewerker. Jullie kennen me, maar ook Trudie die maar wachtte. We kregen een mooie Suzuki SUV. Een prachtig ruime auto en splinternieuw.  Het hotel Cairns Queens Court lag op 3 minuten rijden dus gezien onze vermoeidheid en het weer links rijden was dat wel prettig. Trudie was in het vliegtuig niet zo lekker dus toch nog even naar de supermarkt om een salade te scoren. Terug op de kamer was er nog 1 ding te doen, slapen. Morgen een nieuw avontuur.

Dag 3
Na een onrustige nacht, waren we rond half acht Australische tijd wakker. Nog even chillen, douchen, aankleden en ontbijten. We vertrokken rond 10u. Het weer was goed, volop zon terwijl er wel een bui was gevallen. We reden over de Capt. Cook Highway. De enige goed begaanbare verbinding naar Port Douglas. De eerste stop was een groot winkelcentrum Clifton Village shopping center. We deden wat boodschappen en namen een bak koffie. Reden vervolgens door naar Palm Cove. Een kleine glamourachtige kustplaats, te vergelijken met Egmond aan Zee. Mooie straten met even zo mooie grote huizen. Prachtige witte stranden waar je alleen in zee mag zwemmen waar het is afgezet met een soort grote opblaasbare rubberen driver waaraan een net met kettingen hangt. En waarom?, er zijn haaien, zeekrokodillen en yellyfish, grote kwallen die je lelijk kunnen prikken waar je niet blij van wordt. De steken kunnen dodelijk zijn. Dus, dan de Noordzee maar. Ik had hier een leuk gesprek met een real Australian. By the way we hebben maar geen duik genomen. Een paar km verderop lag er in zee een grote pier, jetty. Hier waren veel vissers, vis genoeg. We zaten hier even heerlijk in het zonnetje met een koffiebroodje en wat drinken, toen er een vrouw aankwam die zei, dat er een visser een haai aan de haak had. Dus snel de pier op. En jahoor. Een man met een werphengel, niet eens zo’n grote, was druk aan het trekken en draaien aan zijn molen om het beest te vangen. Wij hadden er geen weet van hoe groot tie was want we zagen alleen de hengel en het nylon draadje, maar dat er iets aan hing was wel duidelijk. De man stond op de pier en naar later bleek zijn vrouw op het strand. Hij liep dan ook met de hengel langzaam naar het begin van de pier en gaf de hengel over aan zijn vrouw die op het strand stond. Die op het strand verder ging met treken en draaien en de man het uit eindelijk overnam. Ons werd wel duidelijk dat er geen makreel aanhing en langzaam verscheen er een witte vlek die al worstelend zich verdedigde om maar niet op het strand te geraken. Uiteindelijk kwam er een haai van zeker twee meter tevoorschijn. Hoe is het toch mogelijk dat je die met een werphengel vangt, er zat geen worm aan het haakje dat was wel duidelijk maar een soort makreelachtig vis wellicht een Snapper. Het was een spektakel wat we niet hadden willen missen. Toen het beest al tegenstribbelend op het strand lag werd de draad doorgesneden en ging hij rustig weer terug de zee in. Iedereen applaudisseerde. Uiteindelijk zijn we zelf de hele pier nog afgelopen om wat mooie plaatjes te schieten. We reden door naar Port Douglas, via de toch wel drukke weg, met prachtige vergezichten, mooie lege stranden en doorkijkjes. Ook passeerden we de Rex lookout, vernoemd naar een politicus uit begin 20ste eeuw. Hier waren, ook vanwege de goede wind twee paragliders op de wind aan het zeilen. Om 14.30u waren we bij ons motel, Lazy Lizard Motor Inn. We werden vriendelijk ontvangen en kregen een mooie ruime kamer met leuk zitje en gezellig uitzicht gelegen in mooi groen. Nadat we even heerlijk gechild hadden zijn we het stadje gaan verkennen. Port Douglas werd gesticht in 1877 en en trok toen veel kolonisten omdat in de naburige rivier goud was ontdekt.Op werd hier Steve Erwin gestoken door een pijlstaartrog een voor de kust van Port Douglas, waarna hij overleed. En in de zomer van 2007 werden er hier opnames gemaakt voor de film De scheepsjongens van Bontekoe. We reden naar een uitzichtpunt, bezochten het stadspark gelegen aan de zee en waar het gezellig druk was met mensen aan het sporten, barbecueën en chillen. Er stonden hier enorme bomen met veel lianen er in, dus even het Tarzan gevoel en lachen. We aten hier bij een Thais restaurant en het was heerlijk. Bij thuiskomst nog even gezwommen in het heerlijke warme zwembad, de koffers geordend en om 00.00u het licht uit. By the way, ik krijg het links rijden alweer aardig onder de knie. 

Dag 4
De wekker op acht uur en om 07.15u wakker. Het is dan heerlijk om buiten te zitten op je veranda en te luisteren naar al die vreemde dieren geluiden die je thuis niet hebt. Het kwam afgelopen nacht met bakken naar beneden en nu scheen de zon alweer. Douchen aankleden en vertrek om 09.00 uur. Eerst naar het centrum om een ontbijt te scoren want dat was er in dit motel niet. De kamer was perfect, schoon en groot. Na het Engels ontbijt, op naar Daintree National Park. We hadden om 12 uur een wildlife river cruise geboekt om krokodillen te spotten, hadden geen haast want het was maar 48 km rijden. Rond 11.15u waren we ter plekke bij Bruce Belcher&Son cruises. Een prachtige locatie aan de Daintree river midden in een regenwoud-achtige omgeving. Met hoge bomen, dichte struiken en mooie bloemen. We werden vriendelijk verwelkomt met koffie. Er waren nog meer Nederlanders die ook op vakantie waren dus leuke gesprekken volgden. Rond 12u moesten via een verhoogd looppad met stalen platen door de bush, ca. 200m lopen naar de steiger waar de boten lagen. Een soort rondvaartboot met zitplaatsen in busopstelling. De gids verwelkomden ons en gaf aan ons een leuke boottocht aan te bieden en hopelijk krokodillen te spotten. Het zijn allemaal zoutwater krokodillen die de zoute Daintree river op zwemmen. Eén enorme rivier. Op deze leuke tocht hebben we zeggen en schrijven twee krokodillen gespot. Ja, die beesten zitten niet aan een draadje. We voeren langs een enorm eiland, wat in deze rivier ligt en waar wilde zwijnen oplopen. De begroeing met mangroven en hoge bomen en groen is zo dicht dat je weinig ziet. Toch een fantastische ervaring waar we ook mooie vogels zagen en mooie verhalen te horen kregen. Na terugkomst kregen we nog een soort saucijzenbroodje en een drankje. Op naar onze volgende bestemming Cape Tribulation. We moesten de rivier oversteken met een enorme ferry. Kochten direct een retour omdat we morgen weer terug gaan. Tot hier waren de wegen goed en redelijk breed. Na een tochtje van 5 minuten waren we aan de andere kant. Hier rijd je duidelijk het echte Daintree regenwoud in en behoord volgens wetenschappers tot de drie oudste regenwouden van de wereld. Tussen december en april regent het hier pijpenstelen. De luchtvochtigheid is enorm, het groen is prachtig met varens en een grote diversiteit aan verschillende bomen en planten, heel feeëriek. De tweebaansweg, de enige verharde, was smaller. Je kunt hier niet harder dan 60 km pu rijden en moet al de bochten erg opletten. Eén prachtig route die ons bracht bij de Alexandra Range lookout in deze world heritage omgeving. Eén prachtig punt met uitzicht op de deltamonding van de Daintree River die hier in zee stroomt. Er zijn veel meer wegen het echte park in, wij reden op een doorgaande weg en dan moet je denken aan het park Nationale Veluwe wat hierbij in het niet valt. Onze tijd is beperkt dus of we nog naar het bezoekerscentrum gaan en dieper het park in weten we nog niet. We reden verder en kwamen uiteindelijk uit in op wederom een oogverblindende omgeving Cape Tribulation. Hier waan je je in een film waarbij mensen na een schipbreuk aanspoelen op een strand of onbewoond eiland. Goudgele stranden, kokosnootbomen, hoge begroeide bergen en de zon, zo gaaf. Er loopt hier een klein wandelpad naar de zee en je wordt volledig verrast. Helaas is zwemmen gezien de eerder genoemde dieren niet toegestaan. Het werd tijd om naar onze beach bungalow te gaan die op de weg terug lag. We waren hier eerder al voorbij gereden. Alle campings en kleinschalige verblijven moeten aan strenge voorwaarden voldoen. Veelal electra via zonnecollectoren en gas uit flessen. Gezien de uitgestrektheid is het onmogelijk om de infra hiervoor aan te leggen. We verblijven in Thornton in een kleinschalig parkje met drie bungalows. Smaakvol ingericht en het strand ligt op steenworp afstand, wat we vanaf onze veranda konden zien. Daarnaast in een kleine buitenruimte was er een kook gelegenheid ingericht met zelfs een enorme bbq. Ontbijt hadden we meegenomen en avondeten zouden we in een klein café doen aan de kant van de weg. Het is prachtig hier. Toen we wilden eten reden we naar het café en jahoor dicht. Wilde we nog ergens anders heen dan moesten we weer terug naar Cape Tribulation, zo’n 18 km maar dat was niet verstandig gezien het van het één op het andere moment donker wordt en de weg niet verlicht is. Daarnaast leven er in deze omgeving veel casowarys, grote loopvogels, die je ook niet voor je auto wilt hebben. Op de weg erheen lag nog een kleine camping met supermarktje. Omdat alle noodzakelijke dingen om te koken bij de bungalow aanwezig waren, weliswaar in een kleine overdekte ruimte buiten besloten we maar om een lichte pasta maaltijd te maken. Het smaakte heerlijk. Nog even lekker douchen, en ja hoor, een enorme spin in de douche. Zie die dan maar eens te vangen als je bang voor spinnen bent. Het beest was erg snel en klom naar het plafond waar we dus niet bijkomen. Buiten stond een paraplu dus voorzichtig een zetje geven en ik klaar stond met een glas. Gelukt en snel naar buiten gooien, pffff. Voor alle ramen zitten gelukkig vliegen netten dus we hoopten dat het er bij één bleef. Na het douchen nog even chillen en om 22u het licht uit. Vermoeid van alle indrukken die we hadden opgedaan.

Dag 5
We werden vanmorgen vroeg gewekt door het geluid van een Violette Purper Spreeuw die onophoudelijk tekeer ging. Het was of hij het er om deed. Maar goed we zitten op een plek uit duizenden. Gisteren gelukkig al een broodje gekocht voor ontbijt. Snel oppeuzelen zodat we op tijd weg konden omdat we een rit van zo’n 400km voor de boeg hadden naar Bramston Beach voor een ontmoeting met nicht Margaret. Zoals eerder gezegd, het is hier fantastisch en jammer dat we hier zo kort zijn. Rond 09.00u vertrokken we. Allereerst naar een theeplantage, de Daintree Tea Company van de familie Camellia welke in 1978 van start ging. De plantage starte als een experiment omdat de omstandigheden, klimaat en regenval, om op deze plek theeplanten te planten ideaal was. Het experiment slaagde en de plantage is de enige die een 100% Australische thee produceert. Er komt veel kijken voor dit proces maar dat laat ik achterwege, by the way om 1 kg zwarte thee te produceren heb je 5 kg groene theebladeren nodig. Vervolgens reden we door naar een biologisch ijsfabriekje die stond op een grote plantage met vruchtenbomen. Hier word biologisch ijs geproduceerd met de vele vruchten die hier groeien, kokos, ananas, mango, banaan, aardbei en vele andere tropische vruchten. Rond 10u zaten we al aan het ijs en het was heerlijk. Van hier reden we weer zuidwaarts en moesten we natuurlijk weer met de ferry over de Daintree river. Afwisselende landschappen, groen beboste en grote vlaktes, heuvels hoge bergen wisselde elkaar af. Goed stuurmanschap was in de bergen best een uitdaging met de vele bochten en niet al te brede wegen. Het was een aardig tochtje. In het plaatsje Mossman was een gezellig marktje dus auto geparkeerd en even rondlopen. Zowaar zat er naast de kerk een kringloopwinkel waar Trudie een neus voor heeft, gelukkig dat we niets mee konden nemen. We deden een snelle lunch bij een restaurantje langs de weg, want de inwendige mens wil ook wat. De wegen zijn hier over het algemeen prima, maar wel smal voor al die grote auto’s die hier rijden. De maximum snelheid is 100km p/u en dat is voldoende want dat redt je soms niet eens. Ook zijn er al veel bosbranden geweest terwijl de zomer nog moet beginnen. Soms waan je je in een maanlandschap wat versterkt wordt door de vele duizenden termietenheuvels die her en der tussen de geblakerde bomen staan. Gelukkig hadden we de tank vol gegooid want in deze omgeving zijn weinig tankstations ook al omdat het dun bevolkt is. Het was een mooie rit en het laatste stuk door de bergketen van Atherton Table lands met ontelbaar veel bochten vergde wederom veel van de stuurmanskunst. Ook brachten een bezoek aan een mango winery Golden Drop waar Australische mango wijn word gemaakt, dus maar een flesje meegenomen. Eén laatste bezienswaardigheid in deze omgeving was in het Curtain Fig National park waar een grote Curtain Fig (gordijn Ficus) staat. Een enorme boomvan wel 40m hoog waar bovenin, lang geleden, een zaadje was gevallen, wellicht uit de bek van een vogel, wat is gaan ontkiemen. De wortels lopen van boven naar beneden langs de stam maar niet alleen dat, ook gewoon los hangend en bij bereik van de grond hier weer is gaan wortelen, waardoor er een enorm gordijn van wortels is ontstaat. Heel bijzonder om te zien, we waren hier in 2002 ook geweest maar het blijft fascineren. Trudie zag onderweg een hek waar allemaal ballonnen aanhingen en gezien onze kleindochter Fiene jarig is vandaag was dit natuurlijk een mooi decor om haar toe te zingen.
Rond 17.00u waren we in Bramston Beach. Eén afgelegen kustplaats met prachtige huizen, veel tweede, vakantiehuizen van de wellicht betere Australische inwoners. De huizen liggen met de diepe prachtige groene tuinen direct aan het strand. Hoe gaaf is dat. Het enige is, weer niet zwemmen, want ook hier zijn zoutwater krokodillen, ze kunnen dus zo je tuin in lopen, pff. Ook hier is er een kunstmatig zwembad gemaakt, zoals ik al eerder had genoemd, het enige waar ik niet bij stilstond is, dat er ook veel vis door de beschermende netten heen kan zwemmen. Maar Snie Sna Snappie de kleine krokodil is ook niet gek die gaat gewoon via het strand het zwembad in op zoek naar lekkere hapjes, das lekker dus. Maar we moesten ons maar troosten met het feit dat iedere morgen het net wordt gecontroleerd of er geen krokodillen in zwemmen. Gaan we nog zwemmen? Het was een warm welkom met nicht Margaret die we voor het laatst zagen in 2002. Ook haar kleindochter van 6 Alice was aanwezig. Onder het genot van koffie en wat lekkers heerlijk bijgekletst, nog even naar het strand gelopen waar vele buren achter in hun tuin genoten van de zaterdagavond aan het water met in het achterhoofd Snie Sna Snappie, die wellicht ook wel een pindaatje lust. Maar goed het zal allemaal wel meevallen maar op je hoede zijn is niet tegen dovemansoren gericht. Margaret had een heerlijke salade gemaakt met gebakken zalm wat er onder het genot van een glas champagne wel in fietste. Ook nog even beeld whats appen met onze jarige job Fiene. Rond 21.30 uur douchen en naar bed.

Dag 6
Na een goede nacht was ik om 6.15u wakker, Trudie sliep nog. Het verslag van gisteren op mijn gemak geschreven, met op de achtergrond het geluid van de zee en diverse vreemde vogel geluiden. Bramston Beach is een klein gemoedelijk plaatsje met 174 inwoners, geen supermarkt of anderszins een echt kustplaatsje. Margaret maakte een heerlijk ontbijt voor ons klaar, bacon & eggs waar we de hele dag wellicht op konden teren. Haar dochter Katarina, moeder van Alice, arriveerde rond 10.00 uur. Ook haar hadden we voor het laatst gezien in 2002 en was toen 11 jaar. Nu een volwassen vrouw, OMG wat vliegt de tijd. Na het douchen en de zoveelste bak koffie vertrokken we met z’n allen naar de Babinda Boulders. Eén grote open plek in het woud, omringt door allemaal grote ronde rotsblokken waar je naar hartelust kon zwemmen. Het regenseizoen begint en de buien die we nu hadden waren de voorbode. Het is een echte recreatieplek voor de locals die hier in het weekend samenkomen, zwemmen, bbq-en en socializen. Het is een totaal andere manier van leven zoals wij die in ons gehaaste landje kennen. Het gaat er allemaal gemoedelijk aan toe. Trudie ging natuurlijk zwemmen in het wat frisse water, zo ook Katerina en Alice. Na een uurtje weer op weg naar de volgende plek de Josephine Falls. Wederom een recreatief uitje voor de locals. Een prachtige waterval die via een verhard pad van ca 250m en een aantal loopbruggen is te bereiken. Een prachtige locatie maar ook een mooie waterval. Ook hier werd er naar hartelust gezwommen, gegleden van de gladde rotsen. Wij waagden ons hier niet aan omdat je, om het water te bereiken, over grote en kleine rotsblokken moest klimmen. Katerina en Alice kwamen hier vaker en namen wel een duik. Al met al een gezellige boel met veel vrolijke locals. Wat ook bijzonder is, dat er op al deze plekken, omkleed mogelijkheden zijn en schone toilet faciliteiten, volledig gratis.
Vanhier reden we terug naar het plaatsje Babinda waar we lunchten in een plaatselijk café. Winkels zijn hier op zondag gesloten dus er valt verder weinig te beleven. Nog even bananen gekocht langs de weg en weer op weg naar huis. Katrina en Alice kwamen wat later en wat bleek zij hadden onderweg Cassowary’s gespot met enkele jongen. Wij hadden dit gemist op dezelfde weg. Dus hup in de auto om ze wellicht ook nog te spotten, echter ze hadden niet op ons gewacht, jammer. De rest van de dag bleven we heerlijk chillend op het terras in de fijne tuin en allerlei onderwerpen de revue passeerden. Katerina had, samen met Margaret, een heerlijke avondmaaltijd bereidt, een frisse salade met kip en grote  prawns (garnalen) en ik kreeg zelfs een flesje Heineken 0.0 wat hier weinig wordt gedronken. Na het eten de koffers weer op orde gemaakt want morgen vliegen we naar Sydney. Om 22u weer op bed aan want het zijn vermoeiende dagen met alleen maar Engels praten.

Dag 7
We gaan Brampton Beach weer verlaten. Afscheid nemen is niet makkelijk maar aan alles komt weer een eind. Margaret had weer een lekker ontbijtje gemaakt waar we de eerste uren wel weer op kunnen teren. Rond 10.00 uur namen we afscheid van elkaar en ook van Katarina en Alice. We hebben een aantal heerlijke dagen gehad met deze lieve familie, lekker bij kunnen praten en gezien hoe zij hun leven invullen. We zijn erg dankbaar. Na ongeveer 1.5 uur kwamen we in Cairns aan. Auto zonder problemen ingeleverd en we werden weer met een shuttel naar het vliegveld gebracht. Alles liep hier op rolletjes, erg gemoedelijk en snel. Het enige was dat het vliegtuig vol zat en wij allebei wel naast elkaar zaten echter met het gangpad er tussen. Ik kon vooraf geen stoelen reserveren. Maar goed op zich geen probleem. Na een ontspannen vlucht van ruim 3 uur kwamen we aan in Sydney. Het vinden van een taxi gaf wat problemen want het was een niet al te lange rit en taxichauffeurs nemen liever de langste ritten aan. Uiteindelijk toch geregeld. We zitten in het super-de-luxe Meriton Suites Hotels. Kamer met aparte slaapkamer, badkamer en luxe keuken met alles erop en er aan. 13e verdieping met groot balkon en gaaf uitzicht. We hebben geen ontbijt maar zitten in een hippe nieuwe buurt van Sydney, Mascot waar van alles is te doen en veel winkels zijn. Dus in de supermarkt het ontbijt gehaald en voor vanavond maar een pizza meegenomen. Trudie even de was gedaan want er staat ook een wasmachine met droger. Al met al een ontspannen dag, met aan het begin wat vliegstress maar op het eind chill. 

Dag 8
Sydney here we come. Na het ontbijt vertrokken we rond 10.00u naar het centrum. Er liggen diverse trein lijnen en metrolijnen in en rondom Sydney die je op een comfortabele manier vervoeren. Station Mascot ligt 5 minuten lopen van ons hotel. Het zijn bijna allemaal light rail lijnen wat te vergelijken is met metro lijnen. Je kunt inchecken met je creditcard of pinpas, echter voor toeristen is dat niet slim omdat er altijd extra kosten worden gerekend door de bank. Beter is om een zgn. Opal kaart aan te schaffen, zeg maar een OV-chipkaart die je oplaad. Bij een groot aantal winkels maar ook op het station schaf je de kaart aan. Daarnaast is het slim om de kaart te registreren dan krijg je bij verlies je tegoed op een andere kaart. By the way, de kaart zelf kost niets. Een ritje met het OV kost je gemiddeld 2.85 dollar €1.68. De treinen rijden om de 4 minuten en dat is veel. Ook rijdt deze trein naar het vliegveld, vanaf dit hotel maar twee haltes. Het systeem werkt hetzelfde als in Nederland, incheck en het poortje gaat open, op de eindbestemming uitcheck en je ziet direct wat ritje koste. In het hotel hadden we al besloten dat we vanavond in de Skytoren zouden eten op 300 meter boven de grond. Niet goedkoop maar echt de moeite waard. Op central station moesten we overstappen naar  station Circular Quay het station wat in Sydney Harbour ligt en naast de wijk The Rocks. De oudste wijk van Sydney. We liepen als eerste langs het druk bevaren water naar de Sydney Harbour Bridge. Aan deze kant van de haven liggen ook alle ferry’s die deze kant van Sydney verbinden met alle suburbs aan de overzijde van Sydney Harbour, zeg maar net als in Amsterdam met het IJ maar dan is dit effe grootser. De Bridge kun je beklimmen helemaal naar de top voor meer dan 200 dollar maar je kunt ook met beide benen op de grond blijven en het voetpad nemen wat ook over de brug gaat en je ook een adembenemend uitzicht biedt op de stad, haven en Sydney Opera House. Die 344 dollar maakte wij weer goed met het avondeten. Zo komt Jan Splinter door de winter. Het is fantastisch om dit te doen. Vervolgens bezochten we de oude wijk de Rocks met de prachtige oude gebouwen die hier staan en ook grotendeels gerenoveerd worden. Lunchen deden we in een enorm food court bij de haven waar de diverse eettenten allerlei gerechten uit de hele wereld aanboden. Er wordt enorm gebouwd en gerenoveerd in Sydney, appartementen en kantoren schieten sky-hoog de grond uit. We hadden ons diner gereserveerd om 17.15u en hadden in de rugzak nette kleding meegenomen. In een groot warenhuis kleden we ons om, in korte broek val je wellicht niet op maar dit is toch leuker. De Skytoren is te bereiken via Martin Place station vanwaar je in enkele minuten bij de toren bent. Na een korte check, we moesten door de Xray, gingen we in rap tempo met de lift omhoog en werden allervriendelijkst ontvangen en naar onze tafel gebracht. Het deel waar alle tafels op staan draait in een uur rond, zodat je de hele stad van boven hebt gezien. Erg bijzonder. Het was een buffet met een mix van vis, schaaldieren, sushi, Aziatische gerechten, Mexicaanse gerechten, Italiaanse gerechten en nog veel meer, teveel op te noemen maar erg lekker. We hebben genoten. Het was inmiddels 6.45u en we hadden het wel gehad. Met trein terug naar het hotel waar we nog even heerlijk hebben gechild. We zouden nog zwemmen maar het zwembad was vanwege schoonmaakwerkzaamheden vandaag gesloten.

Dag 9
Nog een dagje Sydney. Trudie had weer een mooi programma samengesteld. Na het ontbijt vertrokken we lopend naar de metro. Het doel was station Townshall waar de eerste bezienswaardigheid was. De St. Andrews Cathedral. De rit bracht ons hier, met de circle metro, in ca. 20 minuten heen. Bij het verlaten van het station lagen er links en rechts twee zwervers die een soort slaapkamertje hadden gemaakt met de enige eigendommen die ze hadden. Ze waren nog niet wakker, maar goed wellicht tijd genoeg. Ook dit is een fenomeen van de grote stad en armoede is er overal. We liepen vlot op de kerk af die gebouwd is 1819 en de oudste kerk is van Australië. Ook heeft de kerk in de afgelopen eeuwen een aantal metamorfoses ondergaan. Ik raakte in gesprek met een vrijwilliger van de kerk die me een aardig verhaal over de kerk vertelde en de prachtige glas in lood ramen. Ik kon het natuurlijk niet laten om over ons raam te vertellen in de Grote Kerk. Een prachtige kerk en een bezoek waardig. Ons volgende bezoek, op loopafstand was het Anzac Memorial, Australian and NZ Army Corps. Een enorm gedenk monument/gebouw waar de slachtoffers die o.a. tijdens WOI vochten in leger van ANZAC worden herdacht. Daarnaast is ANZAC day een Nationale feestdag waarop alle inwoners die aan oorlogen, conflicten en tijdens vredesmissies zijn omgekomen op 25 April worden herdacht. Zeg maar onze 4 en 5 mei. Het monument is gebouwd in Hydepark en ligt tussen twee prachtige rechthoekige vijvers in. Als je de grote statige trap oploopt naar de entree kom je in een enorme hal terecht waar gecentreerd een grote open ronding is waardoor je naar beneden kijkt op een prachtig beeldhouwwerk. Rondom staan alle landen aan de wanden waar gevochten is. Verder is er klein museum en een herdenkingsmuur. We liepen door het prachtige park, met enorme planten en bomen, waar mensen heerlijk chillen naar de volgende Anglicaanse kerk de St. James. Wederom een mooi gebouw, waar we vriendelijk werden ontvangen. Er zou om 13.15u een concert zijn maar daar hadden we geen tijd voor. Wel een kaarsje opgestoken in een prachtige kapel waar van de wanden helemaal gemaakt waren van glas en lood. Snel door want we zouden ook nog de grootste cathedral bezoeken, St. Marie’s Cathedral. Een enorme kerk met een prachtig orgel wat toevallig  bespeeld werd door Daniel Justin de director of music van de kerk, zijn eerste optreden hier. Dat was wel een kippenvel momentje. Tijd voor koffie met wat lekkers. Ons einddoel vandaag was het Opera House, wat je ondermeer kunt bereiken via’s Sydneys Botanische tuin. We liepen hier gemakkelijk naar toe waarbij we de grote NSW Art Gallery passeerden. Een enorm modern drie verdiepingen gebouw, gratis toegankelijk met een prachtige collectie Aboriginal kunst maar ook kunst van andere grote kunstenaars uit Australië waarvan wij nooit gehoord hadden. Ook aandacht voor Chinese kunstenaars. We liepen de prachtige Botanische tuin in. Dit kennen we echt niet in Nederland laat staan in Europa. Natuurlijk zijn er prachtige parken met een diversiteit aan bomen, planten en struiken maar dat haalt het niet bij de prachtig onderhouden tuinen waar je overal tuinlieden aan het werk ziet om alles zo mooi te houden. Genieten ten top. Aan het eind van dit enorme gebied loop je op het Opera House af. Met de brug de eyecatcher van Sydney Harbour en geldt als een groots 20ste eeuws architectonisch en constructief bouwwerk. Het staat op een schiereiland in de haven en bestaat uit drie groepen van in elkaar grijpende schelpen die het dak vormen van de twee grote zalen en het restaurant. Ook lijken de daken op zeilen van een groot schip. Een ontwerp van de Deense architect Jørn Utzon en in 1973 geopend. Hij is zelf nooit in het gebouw geweest omdat hij voortijdig afhaakte, het was geraamd op 7 miljoen euro, is 10 jaar te laat opgeleverd en kostte uiteindelijk 102 miljoen. Een prachtige gebouw. Het dak is helemaal van kleine geglazuurde tegeltjes. Na dit bezoek liepen we langzaam weer terug naar het station. Nog enkele winkeltjes bezocht en gegeten in een klein restaurantje in een foodcourt. We waren weer blij terug te zijn bij het hotel. Nog een halfuurtje gezwommen en verder alle bagage weer op orde gebracht en nog een uurtje chillen.

Dag 10
Vandaag op weg naar onze nicht Anya in Anna Bay. We zouden vanochtend beeld whatsappen met Danielle en de kids. Gezien het tijdsverschil van 10 uur hadden wij de wekker op 5.30u gezet. Erg vroeg maar zo fijn ze weer te hebben gesproken. Na het ontbijt nog even chillen, uitchecken en op na het station, wat 200m vanaf hotel lag. Tickets gekocht voor Fassifern, een rit van 2.5 uur en 8 stops. Kosten 23 dollar met z’n tweeen, omgerekend zo’n €17. Daar kom je in Nederland niet zo ver mee, dus standaard OV is goed te betalen. De treinen zijn comfortabel, geen 1e klas, geen conducteur op de trein want er zijn poortjes en op het perron staat, afhankelijkheid van de lengte van de trein, een soort vertrek-conducteur die fluit en met een witte vlag zwaait en zorgt dat de trein veilig kan vertrekken. Machinist sluit de deuren. Waarom in Nederland zo moeilijk, wellicht te maken met het gedrag van mensen. We stapten op in Mascot en stapten over op het immense treinstation van Sydney. Alles staat goed aangegeven en overal lopen spoormensen die je tekst en uitleg kunnen geven. Wat ook leuk was is dat je de rugleuningen van de stoelen kunt verplaatsen. Zo ontstaat er van een coach opstelling, zeg maar bus zitting, een zitje voor 4 personen. De trein vertrok precies op tijd om 11.15u. Een prachtige rit deels langs de kust en deels door prachtige groene vergezichten en meren. Om 13.24 uur kwamen aan op het kleinstationnetje Fassifern, ik ken daar een liedje van. We werden opgehaald door een vriend van onze nicht Gail, Stuart. Hij was alleen want vrouwlief was naar een verjaardag van kleinkind in Sydney. No problem want we zien elkaar zondag weer. Stuart en Mary kennen wij omdat we met hen in 2019 naar André Rieu in Maastricht zijn geweest samen met Bill en Gail. Hij nam ons mee naar hun huis direct gelegen aan een prachtige baai direct aan de kust hoe gaaf. We hadden een simpele lunch die erg lekker was, na de lunch bracht Stuart ons naar naar Anna Bay (Anya Bay), een prachtige rit van 1.5 uur. Anya, onze nicht, woont hier inmiddels 14 jaar in dit kleine plaatsje waar ze samen met Kel een prachtig huis hebben gebouw op 2 minuten van het strand. We waren hier al eerder geweest. Kel is in mei van dit jaar overleden zo jammer dat we hem niet meer konden ontmoeten. Stuart nam weer afscheid en moest dezelfde weg weer terug rijden. Tx Stuart for the great hospitality. De ontmoeting met Anya was warm, elkaar na zoveel jaren weer in de armen sluiten. We hadden een prachtige avond samen, allerlei lekkere kleine gerechtjes gegeten en heerlijk bij gekletst onder het genot van een goed glas wijn. 

Dag 11
We hadden geen wekker gezet en werden wakker van de regen die losjes naar beneden viel. Dat voorspelde niet veel goeds, maar goed het zou ons niet weerhouden om er een mooie dag van te maken. Rond achten stonden we spic en span gereed voor het ontbijt. Bespraken de plannen voor vandaag en konden rustig aan doen. Rond 10.00 uur liepen we naar het strand. Een prachtige kustlijn, met azuurblauwe zee met enorme rotsformaties en hoge zandduinen met stranden zover het oog reikt. Het was gelukkig droog wat een geluk was. Het heet hier Birubi point verwijzend naar de geschiedenis van de Aboriginals. We staken even op bij een mooi restaurantje met uitzicht op zee voor koffie met wat lekkers. Ook stond er een kamelen rit op het programma maar gezien het weer kon dit niet doorgaan. Vervolgens weer terug naar huis om even een uurtje te chillen. Rond kwart voor twee vertrokken we naar little Nelson Bay waar de lekkerste fish en chips werd verkocht. Bij aankomst bleek de tent al gesloten te zijn, dat was jammer, dan maar naar Shoal Bay waar ook een goed visrestaurant zat en kleinzoon ooit had gewerkt. We hebben hier heerlijk geluncht. Na de lunch reden we naar Port Stevens Koala Hospital. Hier worden gewonde koala beren gebracht die na herstel weer terug gaan naar hun habitat of indien dit niet meer kan hier in gevangenschap genieten voor de rest van hun leven. Een prachtig initiatief. Het is een enorm park waar je ook glamping tenten kunt huren en een aantal dagen kunt verblijven. Dit zal deels de kosten dekken van dit hospitaal. Het ligt tevens in een prachtig groene omgeving met hoge eucalyptus bomen, het voedsel voor deze dieren. Het is gelukkig de rest van de dag droog gebleven en de zon heeft zich ook nog laten zien. Vanhier brachten we nog een bezoek aan Tomaree Bay. Een prachtig stuk kust vlakbij waar Anya woont waar de oceaan botst op de enorme rotsen en er een kleinen uitsparing in de kustlijn is, een soort hole in de rock. Heel indrukwekkend. Rond zessen waren we weer thuis waar we de rest van de avond heerlijk ontspannen hebben doorgebracht. Anja had heerlijke groentesoep gemaakt waar we van smulden. Rond 10 uur het licht uit. By the way trots op Trudie die zich al aardig kan redden in het Engels. Verstaan ging haar al goed af maar ook praten gaat steeds beter. 

Dag 12,
Alweer de laatste dag bij Anya. Vroeg uit de veren ontbijt en reisverslag schrijven. Het was een zonnige dag dus dat zag er goed uit. We hebben het hier prima naar de zin gehad en genoten van het gezelschap van Anya, de omgeving en haar gastvrijheid. Onze nicht Gail zou ons rond 10.30u ophalen maar was wat later door drukte op de weg vanwege een vliegshow in Newcastle. Ook kwamen een zoon (Jake) z’n vrouw en dochter van een andere nicht Cristina even op de koffie, die een tweede huis hebben hier in the Bay. Dus gezelligheid ten top. Het moment van afscheid nemen is nooit makkelijk maar aan alles komt weer een eind. Gelukkig paste beide koffers in de auto van Gail, we waren bang dat het niet zou passen dus voor de zekerheid hadden we al één koffer geprepareerd om mee te nemen zodat we een andere tijdelijk konden achterlaten. Maar de Mercedes die Gail rijdt had toch een grotere kofferbak dan we dachten. Na het afscheid reden we naar Singleton, alvorens we nog een bezoek brachten aan Mortels, een bedrijf met museum waar de bekende Uggs worden geproduceerd. We kochten Uggs laarzen voor kleindochter Puck. Hoe krijgen we het allemaal in de koffer. Vervolgens door en tijdens de rit ontvingen we een bericht dat kleindochter Esha, dochter van zoon Christian verloofd was. Wij waren ook bij haar geboorte in 2002 dus hoe bijzonder is dit dat we er nu weer zijn. Als eerste reden we langs Gail’s andere zoon, Jason en Linda die inmiddels ook in Singleton woont in een prachtig oud huis wat volledig is gerenoveerd en vergroot. Ze wonen in een heritage omgeving dus de voorzijde van het huis moest de historische uitstraling behouden echter aan de achterzijde mocht je doen wat je wilde, nu dat hebben ze gedaan, erg mooi inclusief een mancave met allerlei memorabele zaken van hun overleden vader Bill, onze neef. Daarnaast een enorme schuur met grote badkamer en slaapkamer zodat, als er wild feestje was geweest hier kon worden geslapen en de slaapkamers in het huis schoon bleven, hoe praktisch. Ook twee van de drie zonen, Hunter en MiIler waren er, erg gezellig. Rond vijven waren we bij Gail, haar residence, zo kun je dit huis wel noemen, wat in menig woonblad heeft gestaan. Koffers naar de kamer en even chillen. Nadat we ons hadden opgeknapt werden we opgehaald door vrienden, Brian en Rob met wie we zouden eten in de vineyards. Singleton ligt in het uitgestrekte wijn gebied de Huntervalley waar een groot deel van de Australische wijnen vandaan komt. Enorme wineries met uitgestrekte velden druivenstruiken vind je hier. Ook zijn er hotels, restaurants en wordt hier menig groot feest of concert gegeven. Je kunt je niet voorstellen hoe groot het hier is maar de oppervlakte is half zo groot als Nederland. We aten bij restaurant Leogate. De Michelinster kent men hier niet maar er is wel wat vergelijkbaars en dit restaurant heeft 1 ster, een topniveau restaurant. We hebben uitzonderlijk gegeten in een mooie ambiance. Rond 22u waren we thuis en om 23 u het licht uit. 

Dag13
Een rustige dag vandaag. Douchen, ontbijten en wat chillen. Kennisgemaakt met de buurman, een zoon van Stuart en Mary die de tuin verzorgd voor Gail. Om 10.00 vertrokken richting Carey Bay waar we zouden lunchen met Stuart en Mary, een nicht van Gail, die ook bij ons in Nederland zijn geweest. Tanken, bloemen gehaald en rijden. Een rit van 80 km over de snelweg M1. Na een rit van een uur kwamen we aan in Carey Bay, gelegen aan een enorm meer Lake Maquier. Ze wonen hier prachtig aan het meer in een tropische omgeving. Een warm welkom wachtte ons. We werden getrakteerd op een heerlijke warme lunch gemaakt door Stuart. Erg gezellig, bijgepraat en na een paar uurtjes weer op Singleton aan. In Singleton brachten we een bezoek aan de dochter van Gail, Cynthia, Grant en de kinderen, die een maand of wat geleden zijn verhuist van de heuvels van Singleton naar het centrum. Een prachtig huis, iets kleiner in Australische termen als wat ze hadden maar groot genoeg om het gezin van vijf onder te brengen. Voorzien van alle luxe inclusief zwembad. We hadden tot nog toe nog geen kangoeroes gezien dus dat was het volgende. We reden naar het enorme kerkhof waar onze neef Bill, Gails man, lag begraven en waar mogelijk op dit tijdstip kangoeroes zouden zijn. Maar niets van dit. Wel fijn dat we op de begraafplaats zijn geweest. Bill heeft een speciale plaats in ons hart en we hebben op deze manier nog waardig afscheid kunnen nemen. Koester de goede herinneringen. Na nog een ritje in de omgeving hebben we uiteindelijk kangoeroes gespot. Weliswaar in de verte maar leuk om te zien. Rond 18.30 uur weer thuis waar we de avond verder rustig doorbrachten. 

Dag 14
Wat gaat de tijd snel. Zelf geen idee meer van tijd of dag. We hebben het prima naar onze zin. Gail had weer een lekker ontbijt gemaakt met poached eggs. Een pan met water en een beetje azijn. Als dit kookt gooi de eieren erin net of je ze gaat bakken. Eigenlijk kook je de eieren maar dan zonder schil. Erg smaakvol. Het was en regenachtig dag, wat op zich niet zo erg was want het is hier kurkdroog. Rond 10 uur weer op weg, eerst bloemen halen die we op het graf van cousin Bill zouden leggen en vervolgens naar het verkochte huis van dochter Cynthia waar vandaag de sleuteloverdracht zou plaatsvinden. Zeg maar een laatste vaarwel. Erg leuk, de makelaar had voor de kopers op de voordeur een grote strik geplaatst en binnen een taart neergezet. Huizen zijn hier op het moment ook erg duur maar vergeleken bij Nederland krijg je voor datzelfde geld wel meer. Vervolgens naar het kerkhof om de bloemen neer te zetten en twee kleine Hollandse klompjes. Inmiddels kwam het water met bakken naar beneden. Om 12.00 uur hadden we in en plaatselijk hotel lunch met 6 andere neven en nichten. Een warm weerzien met Robert en Margret, Teresa en Barry en Peter en Jan. Veel bijgepraat, gelachen en heerlijk gegeten. Dank aan Gail dat ze dit zo heeft geregeld. Na de lunch gingen wij mee met Peter en Jan. Eerst een bezoek aan nicht en neef Christina en Roger. Zij heeft Alzheimer, woont nog thuis wat niet makkelijk is. We hebben een uurtje heerlijk kunnen praten en Christina heeft niets gezegd maar wellicht genoten omdat ze af en toe lachte. Herkenning was er waarschijnlijk niet meer. Zij zijn twee keer bij ons geweest. Hierna naar neef en nicht Robert en Margret voor thee met homemade cake. Robert is de oudste en inmiddels 82, twee heerlijke mensen om bij te vertoeven. Herinneringen opgehaald, enorm gelachen en fijn dat we ook hier weer zijn geweest. Op naar het huis van Peter en Jan in de heuvels van Singleton. Toen we aankwamen zat er een kangoeroe bij de buren in de tuin. Dat was gaaf. Zij hebben een prachtig groot huis met een enorm stuk grond. Ook hun dochter Viona troffen we nog even. Woont niet in de buurt maar werkt in één van de kolenmijnen en moest de volgende dag weer vroeg beginnen en dan is heen en weer rijden geen optie dus slapen bij pap en mam. Er zijn in deze omgeving enorme kolenmijnen waar veel geld wordt verdiend. De inkomens rond kolenmijn omgevingen liggen hoog en een groot deel van de familie werk of heeft er gewerkt. Ieder 8 minuten rijdt er een enorme kolentrein met 84 wagons naar Newcastle waar de kolen worden verscheept. Gaat 24/7 door. We aten in Singleton bij de Thai wat erg lekker was, tx Peter en Jan for this lovely afternoon/evening and your hospitality. 

Dag 15
Na het ontbijt op weg naar Coffs Harbour waar nicht Elisabeth woont met haar man Glenn. Eerst richting New Castle om vervolgen via de M1 autosnelweg naar het Noorden te rijden. De M1 is een autosnelweg die door een groot deel van Australië loopt als een soort ringweg. De wegen zijn goed veel vierbaans en maximaal 110 km p/u. Rond de grote steden is het druk, ook met veel vrachtverkeer. Enorme vrachtauto’s, geen Roadtrains maar toch lang t/m 18 m. Na de eerste stop nam ik het stuur over. Niet eerder in een Mercedes gereden dus dat was wel gaaf. Wat ook wennen was is dat alle bediening op het stuur zit of met hendels er achter. Ook is er zoals in veel automaten geen pook die je in allerlei standen kunt zetten. Ook dit zit op het stuur en er is een afwijkend gaspedaal. Maar goed als dat alles is, het rijdt erg comfortabel. Rond 16.15u kwamen we aan bij ons app. hotel Pacific Towers Beach Resort in Coffs Harbour. Een smaakvol appartement met twee slaapkamers en twee badkamers. Een half uurtje later melden Glenn en Elisabeth zich. Wederom een warm welkom, even gezellig bijkletsen en vervolgens naar een vis restaurant wat ze hadden gereserveerd. We hebben heerlijk gegeten met elkaar, gezellig bijgekletst en voor je het weet is het laat. Rond 9pm waren we weer op onze kamer waarna we al snel daarna ons bed opzochten. Een leuke dag, wel vermoeiend maar top dat we nu ook Elisabeth en haar man hebben gezien. Donderdag a.s. zien we ze weer.

Dag 16
Gisteravond laat kreeg ik een bericht van Elisabeth of ik zin had om vanmorgen een ochtend wandeling te doen. Ben iedere dag vroeg wakker dus prima. We hadden 06.30u afgesproken en zij zou mij komen halen. We reden naar de gezellige haven waar we de auto parkeerde en liepen naar Muttonbird Island. Een schiereiland met een hoge top waar elk jaar duizenden Muttonbird vogels hun jongen broeden. Toen naar het gezellige haventje waar we zowaar een schildpad spotte en een kleine rog. Op dit tijdstip is er al redelijk veel dynamiek op en rond de haven en het strand, joggers, wandelaars etc. Coffs Harbour ligt aan een grote baai waarvan een deel droog staat en bij laagtij het net als de wadden droogstaat. Ook is er een Jetty, een lange houten pier in zee, die we helemaal afliepen. Het is een prachtige omgeving hier met prachtige struiken, varens en bomen. We hadden een zeer ontspannen wandeling met mooie gesprekken.  Rond 8.15u weer terug en rond half tien vertrokken we weer om naar Byron Bay te rijden, een rit van ca. 250 km. Langs de route veel blue Berry farms. De rit verliep vlot echter tussen beide plaatsen zijn weinig stops, servicestations. We hadden niet ontbeten, want dat zouden we onderweg doen. De eerste servicestop reden we voorbij maar dat was niet zo slim. Er kwam geen volgende maar er moest wel een plasstop volgen. Ook lagen er langs deze route weinig dorpen. Na 175 km toch een afslag bij het dorp MacLean een pitstop en weer door. Er was verder niets te beleven laat staan te eten. Ik nam het stuur over en we reden de snelweg weer op maar kwamen er achter dat we moesten tanken, konden nog 104 km rijden. Nu dat was wat, want waar was een pomp, dat werd een spannende. Trudie was naarstig op zoek en de volgende pomp was 54 km verder. Toch maar hopen dat er eerder een pomp kwam. De Mercedes navigatie gaf aan dat er in een volgend dorp Woodburn, ca. 20km verder een pomp was, dus weer van de snelweg af, wat bleek gesloten. Nu maar hopen dat de brandstof wijzer van de tank de juiste inhoud aangaf, dat mag je tenminste verwachten van een auto van dit caliber die bijna een ton kost. Na enige discussie was de volgende pomp in Broamwater ca. 15 km verder. We vervolgden onze weg via de secundaire weg met lage snelheid en dichtgeknepen billen. Ik moet bekennen dat voelt niet fijn. En jahoor, een pomp, zo blij als we waren. We konden weer 920 km rijden. We vervolgden onze rit en 15km verder was Balina service Centre waar we achteraf ook hadden kunnen tanken maar dat risico zou te groot zijn geweest. Hier aten we wat. Na nog eens 35km kwamen we aan in ByronBay. Men noemt het hier ook wel de Goudkust. Het is een beetje het Miami van Australië. Gail had een prachtig resort Elements of Byron geboekt en onze bungalow was al klaar. Het is een luxe park met allemaal vrijstaande luxe bush bungalows, te vergelijken met, zeg maar onze Centerparcs, maar dan nog luxer pfff. Wij hadden bungalow nummer 93 voorzien van alle luxe, 2 slaapkamers met badkamer, die van ons had een bad. Nadat we ons hadden omgekleed reden we met de auto terug naar de parkeerplaats waar Christian, de zoon van Gail ons kwam ophalen. Christian heeft een deel van het bedrijf van Damstra Mining Service overgenomen en dat heeft hem geen windeieren gelegd. Het bedrijf heeft een beursnotering dus veel investeerders en er moet winst worden gemaakt. Het bedrijf doet inmiddels in veel landen op de wereld zaken. Hij stond al te wachten in een enorme presidentiële Amerikaanse SUV. Een goed en warm weerzien. Het leek wel of president Biden werd opgehaald. De auto heeft hij geïmporteerd uit Amerika, verscheept naar Thailand en daar laten ombouwen en het stuur aan de andere kant laten plaatsen. We zaten als een vorst en moesten ca. 20km rijden door het achterland. De wegen zijn redelijk begaanbaar en de omgeving ruig met bergen, heuvels en veel bos/rainforest. Christian en Nicole hebben hier een stuk grond gekocht van 72 hectare, dus 72 voetbalvelden, waar een deel van de Wilsons River doorstroomt en deels bestaat uit regenwoud. Eenmaal aangekomen bij hun domein moesten we van de weg af door een hek en over een lang ruig pad naar hun tijdelijk woonhuis. Een enorme schuur die ze hebben laten bouwen en in tweeën is gedeeld. Het ene deel is schuur, garage what ever en het andere deel woongedeelte met living, keuken, twee slaapkamers en boven nog één slaapkamer. Daarnaast een centrale regiekamer voor de vele zonnepanelen, watersystemen, satelliet ontvangst en aansturing van nood aggregaat. Ze zijn hier zelfvoorzienend want dat kan niet anders. Buiten staat een watertank met 140.000 liter regenwater wat gefilterd wordt voor drinkwater en er worden nog twee tanks naast gebouw met dezelfde capaciteit waarvan één voor rivierwater voor irrigatie van de nog aan te leggen tuin. Op de hoogste plek, met een fabuleus uitzicht, wordt hun huis gebouwd van 850m2 en een enorm zwembad. Laat raden hoe dit er allemaal komt uit te zien. We werden met een warm welkom ontvangen door de rest van de familie, zoon Jaye, dochter Esha die was geboren in 2002 en wij daar waren op de dag van haar geboorte en zich nu heeft verloofd met haar vriend Andrew welke familie ook een Nederlandse achtergrond heeft. Met de Polaris, zeg maar een heavy all terrain voertuig kregen we een rondleiding over het landgoed wat bestaat, zoals al eerder gezegd, uit een groot deel regenwoud. Het karretje scheurde met gemak off road door de donkere bossen met bomen, die de 40 m met gemak overstijgen en dicht op elkaar staan, diepe geulen, steile heuvels, prachtige enorme varens, mossen maar ook grasvlakten etc. Ook loopt er op het terrein een zwarte panter, vossen, slangen, enorme spinnen, schildpadden, kikkers in allerlei soorten en maten. Er groeien ook uitheemse planten die het woud bedreigen en vernietigd moeten worden met gif waarna ze afsterven,  als ook kamperfoelibomen die hier niet thuis horen, welke ook vergiftigd worden en afsterven waarna de natuurlijke habitat zich hersteld. Er is van allerlei equipment aanwezig hier tot en met een bobcat toe, zeg maar een klein buldozertje. ‘s Avonds kun je dus beter binnen blijven of in de auto rijden. Een elektrische fiets kun je hier ook wel vergeten, haha. Af en toe was vasthouden het relaas. Het maakte diepe indruk op ons. Ook reden we naar de rivier die op het moment op zijn laagste punt stond maar met gemak enkele meters stijgt en veranderd in een woestenij. Het regent hier veel, gezien het subtropische klimaat. We dachten dat we in een scène van Jurassic park waren terecht gekomen. Dit moet je zelf ondervinden want het is bijna niet na te vertellen en zo overweldigend. We hebben heerlijk bijgeklets, genoten van het heerlijke diner met lam en kip wat Nicole voor ons had bereidt en het heerlijke toetje pavlova. Thanks to Nicole. Na het eten nog even uitbuiken en rond 9pm bracht Jaye ons weer terug naar het resort. Wat een dag, What a life time experience. Bij thuiskomst heerlijk in bad geweest. Toen ik in bed zat hoorde ik een harde schreeuw vanuit de badkamer. Trudie zou naar het toilet gaan toen er in deze ruimte een enorme bruine kever liep. Ik liep naar de kamer om een glas te halen. Bij terugkomst was het beest weg dus Trudie wilde niet gaan slapen. Uiteindelijk toch in bed gegaan. Een half uur later ben ik weer gaan kijken en toen zat de kever er weer. Gevangen en buiten vloog de kever de vrije natuur in. Om één uur deed ik het licht uit. 

Dag 17
Gisteren de koffers weer wat georganiseerd. We hadden, zoals ik eerder al had aangegeven, 1 koffer gemaakt, anders bleven we slepen en we wisten niet of onze grote koffers in Gail haar auto paste. Dat was geen probleem. Nu al onze kleding weer in de eigen koffer. We vertrokken rond 09.00 uit Byron Bay en reden eerst voor ons ontbijt naar the Farm. Een biologisch restaurant waar alles homemade was. Erg druk maar we hadden snel een tafeltje. Uitzoek en bestellen. Een heerlijk ontbijt met gebakken eitjes. Ik reed en ik kan zeggen het rijdt voortreffelijk. Onderweg nog even een pitstop en rond 13.00u kwamen we weer in Coffs Harbour aan bij hetzelfde complex als eergisteren. Een snelle check-in bracht ons bij dezelfde kamer 802. Deze was weer keurig op orde. De rest van de middag heerlijk rustig door gebracht. Trudie heeft wat gewassen en ook hebben we een wandeling gemaakt naar het strand. Het regende wat niet fijn was dus maar terug naar ons appartement. Heerlijk gechild. Om 17.15u reden we richting nicht Elisabeth en Glenn waar we zouden dineren. Zij woonden in een buitenwijk die met de navigatie snel was gevonden. Een leuk, ruim huis met tuin, wat heb je meer nodig. Een warm welkom met ook ontvangst door het kleine hondje missis Murpy, een ander hondje wat al was overleden hete Eddy Je begrijpt het al Eddy Murphy. Zij hebben drie zoons en zoon Guz kwam ook thuis. Guz is een niet onverdienstelijk kunstenaar. Hij heeft inmiddels prachtige streetwork gravity paintings gemaakt, denk aan zijkanten van huizen, muren, in huizen zelf etc. Ook schilderijen en ander werk zijn van zijn hand. In grote steden van Australië en Azië heeft hij inmiddels een gevestigde naam en wij zijn trots, dat ondanks dat hij een Eagleton is, er ook Damstra bloed door zijn aderen loopt, Guz Eagleton. Hij at niet mee maar ging terug naar Brisbane waar hij woont. De tafel was al gedekt en Glenn hield zich bezig met het eten. Een gezellig samenzijn, met een driegangenmenu van vis muv. dessert. Wat een goede kok, complimenten en als toetje een heerlijk homemade cake van Elisabeth. Wat zijn we weer verwend, dank aan Elisabeth en Glenn en natuurlijk aan Gail die ons zo goed helpt. Rond negen vertrokken we weer en het kwam met pijpenstelen uit de hemel. Dan is het niet zo makkelijk om te rijden, de straten in deze buitenwijken zijn op een enkele verdwaalde lantaarnpaal na pikdonker, links rijden en aandacht voor het verkeer wat gelukkig op dit moment van de dag niet zo druk was. Een korte maar inspannende rit van ca 10km bracht ons gelukkig weer veilig waar we moesten zijn. Rond 23u het licht uit. 

Dag 18
We hadden een lange rit voor de boeg van ruim 4 uur naar Newcastle waar we weer de trein zouden nemen naar Sydney. Wij waren om 7u wakker. Even het nieuws lezen met het bericht dat PVV de grootste was geworden. Hoe nu verder. Douchen en opknappen en rond 8u vertrokken we. Het weer was slecht, regen viel met bakken uit de lucht. Snel bagage in de auto en gaan met die banaan, o nee sorry Mercedes. Ik reed weer, wat Gail de kans gaf om nog even de ogen te sluiten want vanaf Newcastle moest zij naar huis rijden ca. een uur. Onderweg zouden we ontbijten en dat deden we bij het eerste grote service station. Langs deze motorways, autosnelwegen vind je deze service stations. Enorm groot, waar je kunt tanken en eten. Hier zat Subway, MacDonalds, een KFC en andere grote namen. Het is er altijd een drukte van belang en langs de ene weg zijn er meer dan aan een andere weg. Hier hadden we mazzel want er zijn er een stuk of vijf gerekend over 400km. We hebben hier heerlijk ontbeten en even de benen kunnen strekken. Het was niet heel druk op de weg maar als je bij zo’n service station aankomt is het een drukte van belang. Vanhier nog één pitstop en door naar Broadmeadow, een suburb van Newcastle, waar we de trein namen. Er komt een tijd van komen en van afscheid nemen en dat was op het station van Broadmeadow. Het was niet makkelijk want we hebben een fantastische tijd gehad met Gail die het ons zo naar de zin had gemaakt, alles goed had georganiseerd en we alle neven en nichten en een deel van de kinderen hebben mogen ontmoeten. Ondanks dit alles is het ook weer goed dat ieder zijn gang weer gaat. We hadden gezegd dat het onze laatste reis naar Australië zou zijn maar bij nader inzien, zeg nooit, nooit. Er staat nog een trouwerij op stapel in 2025. Gail dank voor alle goede zorgen en je gastvrijheid. Na het moeilijke afscheid liepen we naar het station en nog geen drie minuten later kwam de trein. Weliswaar een stoptrein maar whatever. Inchecken met de Opal kaart en na 2,5 uur, 23 stops en 1 overstap kwamen we aan op Sydney Mascot. We liepen vanaf het station ca. 400m naar het hotel Travelodge wat naast het vliegveld ligt. Een goed hotel, heerlijk in het restaurant gegeten en we deden op tijd het licht uit. 

Dag 19
Een reisdag vandaag, omdat we gingen vliegen, nu van Sydney naar Hobart Tasmanië, Tassie zoals de Australiërs haar noemen. Na het uitgebreide ontbijt namen we de hotelshuttle, á 10 Aussie dollar, naar het vliegveld, Domestic omdat we in Australië blijven. We werden op een vreemde plek gedropt, niet voor de entree maar effe verder. Namen de verkeerde ingang omdat we hiernaar verwezen werden en kwamen uit waar het personeel in moest checken. Het was lekker rustig hier werden we echter al snel gespot dat we verkeerd waren. We moesten met de lift naar de eerste etage. Hier was de vertrekhal en het was er een drukte van belang. We vlogen met Virgin Airlines en dat was aan de andere kant van de vertrekhal. Er stonden rijen van hier tot China pfff. Maar uiteindelijk kwam alles goed, vlucht was vertraagd en gingen een half uur later boarden. Na een ontspannen vlucht van twee uur landen we rond 13u op Hobart een klein vliegveld. We werden keurig geleid naar de bagage band, er waren er twee dus dat was niet zo moeilijk. Het duurde echter meer dan drie kwartier eer de koffers er waren. Direct met het autoverhuur bedrijf contact opgenomen dat ze ons konden halen. Zij  reageerden snel en stuurden een bericht met foto’s waar we opgepikt zouden worden. Dit verliep vlekkeloos en de pick up service met chauffeur Robbie bracht ons keurig naar het verhuurbedrijf East Coast. Hier duurde het nog eens een uur voordat we de auto hadden want we waren niet de enigen en ik raakte in discussie over het all in one concept van Sunny Cars wat wel all in one was alleen zij bezitten niet die auto’s en zijn voor ons verzekerd. Bij schade moet ik een groot bedrag voorschieten en ook ben je je eigen risico van €630 kwijt. Dit krijg je allemaal terug van Sunny Cars alleen het eerste stukje over het voorschieten staat niet in de voorwaarden van SC. Wel over het eigen risico. Maar goed, uiteindelijk kregen we onze grote Nissan XTrail SUV. Gezien de tijd reden we eerst naar het hotel, Lufra hotel en appartments in Eaglehawk Neck. Ook hier verliep alles vlotjes en vriendelijk. De plek van het hotel is prachtig, hotel gedateerd, maar kamer was schoon en er was een nieuwe badkamer. Ook reserveerden we direct voor het avondeten. Het weer was bar en boos, regen, regen en regen. Daar staat Tasmanië om bekend maar dat het ons nu weer overkwam. Om toch nog wat van onze middag te maken reden we vanaf ons hotel naar Maingon Bay lookout. Ca. 20 km naar het zuiden. Een prachtig plek met hoge bergen met bomen waar een groot deel in de bewolking zat en waar de wilde zee botste op de hoge kust en ruige inhammen en uitzicht op de Tasmaanse Zee. Onbeschrijfelijk hoe gaaf het is om dit te beleven ondanks de regen. De wegen zijn hier niet al te best, niet al te breed en volop bochten dus snel rijden laat je wel uit je hoofd ondanks dat je op sommige stukken 100 mocht rijden en de wegen ook nog nat waren. Veel autoverkeer was er niet. We reden een prachtige route langs de kust, een totaal ander gebied als in Australië en het heeft wat weg van Nieuw Zeeland. Ook de huizen zien er anders uit met mooie tuinen wat weer Engels is. Wel leuk om dit onderscheid te herkennen. We reden nog naar Port Arthur waar een historische gevangenis staat die bezocht kon worden echter om 17u sloot, jammer. De eerste kennismaking was dus top en al veel mooie dingen gezien. We genoten van ons avondeten, weliswaar geen haute cuisine maar zeker smaakvol. Na het eten lekker naar de kamer, weer 1 koffer voor ons beiden gemaakt zodat de andere in de auto kan blijven. Even gechild, reisverslag gemaakt en om 23.30u het licht uit. 

Dag 20
Na een goede nachtrust, weliswaar vroeg wakker, 6.15uur gingen we om 8.00u aan het ontbijt. Continentaal weliswaar maar voedzaam. Lekker rustig op gang komen. Daarnaast was Trudie haar E-Sim van Holafly nog maar een dag geldig dus ook een nieuwe ESim aangeschaft zodat ze bereikbaar blijft en onbeperkt data heeft. Werkt top, je behoud je eigen simkaart in je telefoon en blijft bereikbaar en je hebt een tweede sim, ESim waarmee je kunt whatsapp bellen en onbeperkt data hebt, hoe simpel. Om 09.30u uitgecheckt en vertrokken richting de eerste twee bezienswaardigheden, Tasmans Arch en Devils Kitchen. We reden naar Tasman National Park. Voor de Nationale Parken heb je een vergunning nodig deze in Nederland al aangeschaft, ook voor de auto want de parken kunnen duizelingwekkend groot zijn. Zeg maar een duinkaart. Parkeerde de auto op de parkeerplaats en liepen via de verwijzingen naar ons eerst doel Tasman Arch. Je hebt geen voorstelling wat je kunt verwachten, maar eenmaal bij de reling was het zicht overweldigend. Tasmans Arch is een hoge natuurlijke brug tussen de hoge kliffen. Het is een diep gat met steile klifwanden die naar de oceaan vallen. Het bos aan de andere kant van het gat is eigenlijk een hangende landbrug, Tasmans Arch. Onder de boog gaan golven in en uit tussen de Tasmanzee. Wat was dat gaaf. Vervolgens via een pad van ca 250m naar het volgende doel, Devils Kitchen. Het regende wat maar daar hadden we geen erg in. Via een kust-uitzichtpunt waar enorme steile wanden de oceaan tegenhoud en de golven beuken op de enorme rotspartijen in zee. Wat een kracht en wat een spectaculair gezicht. Vervolgens door en wederom een reling met hekwerk, maar goed ook want voor ons lag een enorme diepe greppel waarin het water vanuit zee naar binnen stroomde. Devils Kitchen is uitgehouwen door de Tasmanzee. Eigenlijk is DK, TA zonder natuurlijke brug. Na deze spectaculaire bezienswaardigheden via de kustroute naar Bicheno. Een rit van 179km. Het is een dunbevolkt gebied met af en toe een dorp waar niets is te doen, een tankstation en een kerk. Af en toe spectaculaire uitzichten waar we van genoten. Winkels en supermarkten kun je wel vergeten die zijn alleen in de wat grotere plaatsen die je met een zaklamp vindt. Trudie is een geweldige navigator dus op onze weg kwamen we nog diverse mooie dingen tegen. De wegen zijn redelijk begaanbaar, soms erg goed en soms minder op dezelfde route de Tasmanian Highway A3. De volgende stop was Tasmanian Bushland Garden, aangelegd als erkenning en respect voor de diepe geschiedenis, cultuur van alle Tasmaanse Aboriginals die de traditionele bewaarders zijn van het land waarop de tuinen zijn ontwikkeld. De gardens zijn een reservaat met 20 hectare inheemse flora van Zuidoost-Tasmanië en ligt 4 km ten zuiden van Buckland en toegang is gratis. Er zijn wandelpaden, elektrische BBQs, kinderspeelplaats, picknicktafels, toiletten etc. Daarnaast een prachtige waterval met vijver en een aantal sculpturen, waaronder een dinosaurus een adelaar en veel andere mooie beelden en kunstwerken. De geluiden die je hoort zijn van de vele kikkersoorten die hier wonen. Alles wordt onderhouden door vrijwilligers. Erg bijzonder om doorheen te lopen met z’n tweetjes. We reden langzaam noordwaarts met de kustlijn aan onze rechterzijde wat af en toe spectaculaire vergezichten opleverde. Trudie had een lunchplek gevonden Katy’s Berry Farm, we passeerden eerst nog Station Creek. Een soort dam die het water uit een meer tegenhoud en zorgt voor opwekken van electra. Toen naar de lunchplek, jammer geen tafeltjes meer beschikbaar. Dit  café is enorm populair en heeft heerlijke menu’s maar helaas niet voor ons. Ze wordt geprezen om haar uitstekende bessen, en in het winkeltje vind je een assortiment van verrukkelijke kwaliteitsproducten. Doorrijden maar weer. De volgende stop was Milton Vineyard waar we heerlijk warm lunchten. Via Swansea, waar we nog op zoek gingen naar een vuurtoren maar niet konden vinden reden we door naar Bicheno. Dit kleine kustplaatsje met 1000 inwoners is het enige plaatsje wat direct aan zee ligt. In hoogzomer is het hier erg toeristisch vanwege de prachtige omgeving waar veel is te doen. Maar ook de standen zijn prachtig met uitzicht op het eiland Diamond Island waar je bij laagtij en weinig wind heen kunt wandelen. Hier woont een grote kolonie pinguïns. In de plaatselijke supermarkt, gelukkig was er hier ééntje maar een broodje, kaas en een salade gehaald, oja en nog een tiramisu toetje die we op de kamer zouden op eten. In Bicheno gingen we voordat we naar het hotel gingen eerst naar een blowhole. Een enorme granieten rotsformatie aan de kust. De oceaan heeft onder water een soort zeegrot gemaakt met aan de bovenzijde een grote scheur. De golven beuken op de rotsen en onderwater wordt het water de grot ingestuwd en een deel komt via de scheur met enorme kracht omhoog. Zeg maar het geiser idee. Er staan geen hekken dus je kunt erg dichtbij komen. Wel opletten want je kunt drijfnat worden. Een spectaculair gezicht. Vanhier naar ons motel waar we vriendelijk werden ontvangen en de pas voor onze kamer ontvingen. Een mooie ruimte met heerlijke badkamer. Er was nog één ding wat we echt niet mochten overslaan en dat was Redbill Beach. Eén plek waar vaak pinguïns komen, dus na een bak koffie er naar toe, vlak bij motel. Redbill Beach is ook het belangrijkste surfstrand voor Bicheno. Een prachtig wit strand van ca 1 km ligt kijkt op Diamond Island en loopt tot de zuidelijke rotsen van Redbill Point en kijkt daarnaast in het oosten op een kleine baai. We deden een prachtige strandwandeling en liepen tot het einde waar strand om een bocht heenging en stopte bij rotspartij. Hier is ook de afstand tussen strand en Diamand Island het smalst. Het was hier erg ondiep dus Trudie liep langzaam naar het eiland toe wat ik geen goed idee vond. Want het water stroomde van twee kanten tussen eiland en kust door en er is getijde hier niet veel maar vervelend als je terug moet zwemmen. Ze haalde het maar kwam direct weer terug, een ervaring rijker. By the way geen pinguïn gezien. We wandelde weer langzaam terug alvorens we nog even tankte. Op de kamer nog even lekker gegeten en Trudie lag om 21.30u in bed. 

Dag 21
Vanmorgen om 7.30u wakker. Gelukkig heerlijk geslapen. We vertrokken om 09.30u en reden 20 km zuidwaarts naar het Freycinet National Park met een spectaculair uitzicht op Wineglass Bay en Coles Bay. Het is dezelfde weg heen en terug dus 40 extra km’ers ben je zomaar kwijt. Om deze spectaculaire uitzichten op je netvlies te krijgen moest je er wel wat voor over hebben. Een wandeling van ruim 40 minuten, waarvan je eigenlijk van te voren al wist dat, dat wellicht een hels tochtje zou worden. Maar wij enthousiastelingen draaien daar onze hand niet voor om puh, puh. Na het parkeren van de auto, het was behoorlijk druk, jas aan want er stond een frisse wind, begonnen we aan de tocht met als uitzicht enorme bergen waarvan we wisten dat we er een deel van moesten overwinnen. Het eerste stuk ging via een smal gravelpad omhoog, langs enorme rotsblokken die hier wellicht al duizenden jaren liggen. Trudie had voor de zekerheid haar krukken mee en liep langzaam omhoog, af en toe rust vanwege passanten. Dit ging een heel eind goed, langzaam stijgen en hijgen. De jas ging uit want de eerste zweetdruppels waren al zichtbaar. Op een gegeven moment veranderde het pad in een trap, deels van rotsstukken en deels treden, loopt lekker makkelijk, maar niet heus en ook nog eens gelegen tussen enorme rotsblokken, wel een lust voor het oog. Het was een ware kruistocht naar boven en er kwam geen eind aan. Wij deden er meer dan een uur over om naar boven te klimmen. Halverwege hadden we een view op Coles Bay die aan de ene zijde van het schiereiland park lag. Het was een one way pad wat deels dus langs een andere kant weer terug ging. Vanwege veiligheid kon dit niet anders. Alleen het laatste stuk passeerden je de mensen die weer naar beneden gingen waarvan velen ons op de heen tocht ook al waren gepasseerd maar toen omhoog. Eenmaal bij het eerste uitzichtpunt was de view fantastisch en indrukwekkend, hoe gaaf, via een soort loopbrug kon je nog hoger voor een nog spectaculairder uitzicht. Een koude rilling liep over onze rug en ook voel je een bepaalde emotie dat je dit mag beleven en gezegend bent dat we al zoveel gezien hebben in de wereld, maar het blijft genieten. De weg terug was ook weer een verzoeking want je moest voorzichtig zijn. Ik liep al van het pad af, de verkeerde richting in, was even de weg kwijt en voordat je het weet rol je door het struikgewas naar beneden, zodat anderen dan wellicht zeggen, wat ruist daar door het struikgewas. Maar goed alle gekheid op een stokje, we kwamen na ruim een uur weer terug op de parkeerplaats en gingen weer terug naar Bicheno om bij een plaatselijke bakker te lunchen. Petje af voor Trudie die toch het hele eind heeft geklommen en weer terug. Vanhier reden we richting St. Helens ons einddoel van vandaag alvorens Trudie nog wat op het programma had staan. We hadden danwel het eind in de bek maar goed je wilt ook nog wat zien. We gingen naar Nature World wildlife Sanctuary. Een wildlife park waar Tasmaanse en Australische inheemse dieren naar toe worden gebracht na een ongeval danwel huisdier zijn geweest oid. en niet meer terug kunnen in het wild. Veel van deze dieren zul jezelf in de natuur nooit tegenkomen dus dit was wel een uitgelezen kans om ze te zien, waaronder de Tasmaanse Duivel. Het is een groot natuurpark gelegen in een prachtig natuurgebied. We werden vriendelijk ontvangen, betaalde de entree van ca €20 pp welke weer ten goede kwam van het park. Alle dieren zitten in hun eigen leefomgeving. We kochten ook een zakje kangoeroe voedsel omdat we deze dieren dan mochten voeren. Dat was nog eens leuk. Een hele groep lag bij elkaar en keken in eerste instantie niet op of om maar toen ze het geritsel van het zakje hoorde werden sommige toch wel wakker. Je voert ze als een paard, dus platte hand. Met hun voorpoten met scherpe nagels willen ze je hand vasthouden wat niet echt een fijn gevoel is maar zo tussen deze beesten te staan is wel een belevenis. De Tasmaanse Duivels zaten in afgeschermde grote velden, ze zijn zwart en niet zo groot. Hier kon je niet bij want het zijn bloeddorstige beestjes, met rode oortjes en vleesetende buideldieren. Het zijn net kleine zwarte biggetjes maar als ze hun bek open doen en je ziet hun scherpe tanden laat je het wel uit je hoofd om ze te aaien. Hoe gaaf om deze beesten te zien. Ook waren er witte kangoeroes waarvan één met een jong in z’n buidel allerlei andere kleine vleesetende dieren, papegaaien, slangen, Wallabies , pauwen, Wombads, Echidna (egel) Quolls en er waren zelfs pratende papegaaien, wellicht huisdieren geweest. We hebben ons rot gelachen, hallo what are you doing. We hebben ons hier prima vermaakt. Om 15.45u vertrokken we richting St.Helens naar het Tasman Beach Holidaypark. Een groot vakantiepark met allerlei soorten bungalows, maar ook een kampeer terrein. We kregen een super de luxe bungalow die net was opgeleverd met een groots uitzicht over het water. Na weer een lange inspannende dag deden we om 23.30u het licht uit. 

Dag 22
Een gedenkwaardige dag want vandaag werd ik 67 jaar. Ver van huis maar wel in de nabijheid van mijn liefste en mis de kinderen. We hadden gisteren broodjes gehaald en eieren voor het ontbijt waren op tijd uit bed want we hadden weer een druk programma. Trudie had op één van de broodjes twee kaarsjes gezet met een 6 en een 7 en een bijbehorende kaart. Daarnaast een feestelijke obade. Ook had ik al enkele appjes ontvangen en had onze zoon mij al gebeld. Na het ontbijt vertrokken we richting Binalong Bay. Een pittoresk kustplaatsje met puur witte stranden, azuurblauwe zee en leuke huizen. Hier begint ook het natuurgebied Bay of Fires maar daar hadden we geen tijd voor. We stopten voor wat foto’s in het haventje. Lokale vissers kwamen aan wal en trokken hun boten op hun trailers. In het kleine haventje werden we verrast door twee enorme haaien roggen Shark Ray die hier zwommen. Nog nooit eerder gezien in vrijheid, ook stonden er twee pelikanen op de grote rode rotsblokken die hier lagen. De rode kleur op de stenen komt van twee verschillende algensoorten. We bezochten Ook het strand, waarvan het zand oogverblindend wit was en de zee prachtig azuurblauw en koud. Na dit korte bezoek weer terug naar St. Helens om onze reis voort te zetten via de A3. Dit is een snelweg, nou ja snelweg, een tweebaans weg die veel te smal is en rond heel Tasmanië loopt, je mag er 80/100 maar de enige die dat gaat redden is Max Verstappen. Door de vele bochten, hoogtes en hellingen en de onoverzichtelijke wegen heb ik dit niet gehaald. Maximaal 70/80 ging me wel goed af en dan nog heel goed opletten. We passeerden een winkel “Shop in de Bush” in de middel of nergens. Antiek, sieraden en andere leuke snuisterijen en wandelde hier even lekker rond. Maar we moesten door. Op de route lagen de Halls Falls en een bezoek waard zouden zijn. Na zo’n 15km van de weg af en een gravel pad op, wat goed begaanbaar was, waar links en rechts enorme bomen en varens stonden en welke eindigde op een grote parkeerplaats. Er stonden wat auto’s dus we waren niet alleen. Vanaf waar we vandaan kwamen, 15 km terug zeggen en schrijven 10 auto’s gepasseerd op een stuk van 50 km dus wederom een streek die dun bevolkt is. Via een leuke entree met een hout poortje liepen we het regenwoud binnen. Via een smal pad, het leek wel of we in het oerwoud liepen, hoefde nog net niet m’n manchet te gebruiken vervolgden we onze weg. Het was ca 900m lopen een spannende tocht en muisstil op wat vogel geluiden en geritsel na. Vooraf stonden er borden dat je voorzichtig moest zijn gezien het wildlife wat hier rondloopt. De woudreuzen die hier staan zijn meer dan 60m hoog en hebben een enorme omvang. Je voelt je heel klein. Opeens hoorde we een klein beekje stromen, wellicht het begin van de waterval en het geluid nam toe. We kwamen bij een klein bordes waar vanaf deels zicht had op de fall. Wilde je een beter zicht dan moest je via een klein paadje nog verder naar beneden. Dit was voor Trudie niet te doen maar deze Tarzan wilde dit natuurlijk op camera vastleggen. Een spannende afdaling waarbij ik me af en toe vast moest houden om niet uit te glijden. Maar eenmaal beneden had je ook wat. Een prachtig gezicht, geen hoge waterval maar het water viel met veel kracht en geluid naar beneden. Ook hier waren twee mensen maar over drukte kun je niet praten. Snel weer terug naar Trudie die natuurlijk ook benieuwd was. Weer via hetzelfde pad terug gelopen. Volg de pijlen want je kunt hier snel verdwalen. Eenmaal terug in de auto en door. Via de A3 vervolgden we onze weg en stopten nog voor een grote mieren egel (Echidna) die Trudie wilde fotograferen. Langs de weg en op de weg kom je veel dode dieren tegen, zelfs wallabies waar je niet zomaar overheen rijdt. Het blijft dus enorm opletten. Na weer 55 km, onderweg nog even koffie gedronken, de gesmeerde kadetten met kaas opgepeuzeld kwamen we aan bij de Bridgestone Lavender Estate, Australisch oudste en grootste, 169 hectare, Lavendel kwekerij en een icoon voor het toerisme. We moesten er wel een stukje voor omrijden maar dat was de moeite waard. Lavendel planten zover als het oog reikt. Het is Franse lavendel ooit mee genomen door een Engelse immigrant CK Denny, die het in 1922 had gepland als proef. Het klimaat was goed, de grond voldeed dus ideale omstandigheden echter het duurde nog 7 jaar voor hij succes had voor een goede plant om de juiste olie van te maken. Hij noemde deze plek Bridestowe naar zijn gelijknamige geboorteplaats in Engeland. 15% van alle lavender olie in de wereld komt hier vandaan. De farm werd in 1980 verkocht. Na wisseling van diverse eigenaren en investeerders is het in 2007 weer in handen gekomen van een familie waar het weer de aandacht kreeg die het verdiende. Een bijzonder verhaal. Een deel van de planten stond in bloei echter je kunt je voorstellen, als het allemaal in bloei staat zo rond de Kerst dat dit een geweldig mooi gezicht moet zijn. Je zag nu al de paarse gloed. In januari vindt de oogst plaats en wordt er olie van gemaakt dan wel verwerkt in allerlei producten. Wij proefden hier lavendel ijs wat best wel smaakvol was. In de uitgebreide shop waren er producten te koop. Na zo’n anderhalf uur te hebben rondgelopen op naar Launceton, onze eindbestemming voor vandaag. Ons hotel Refresh 109 on Camaron snel gevonden in het centrum. We hadden een pincode ontvangen voor de voordeur. Ik had al digitaal ingecheckt dus ook voor de kamer een code ontvangen. Bij de voordeur toetsten we drie keer de (verkeerde) pincode in pff en dan moet je een kwartier wachten eer je weer kunt intoetsen. Je begrijpt wel, wat dat voor een gevoel gaf na zo’n drukke dag. Maar goed we zagen binnen iemand lopen die de deur opende en wat uitleg gaf. Een bijzonder boetiek hotel met een ruime kamer en enorme badkamer omdat de kamers rolstoel vriendelijk waren. Ik werd bij binnenkomst bijzonder verrast want op bed lag een uitgedraaide A4 met een verjaardag wens van Roderick, Sophie en de kinderen. Dit emotioneerde mij erg, hoe hadden ze dat gedaan. Dank lieve kinderen. We wilde nog naar het Cataract Gorge Reserve wat hier aan de rand van de stad lag. Een unieke locatie met enorme rotsformaties aan de South Esk River met diverse stroomversnellingen, mooie wandelpaden langs de diepe kloven en een prachtige hangbrug en de langste stoeltjeslift ter wereld (gesloten). We parkeerde de auto, en liepen naar een wandelpad. Heel verrassend wat je hier allemaal vanaf hoogte ziet. De rivier met stroomversnellingen, een enorme hangbrug, grote rotsformaties en in het dal een groot openlucht zwembad, en picknick areas. Een prachtig panorama. We daalden langzaam af naar het dal via een makkelijk toegankelijk pad, wat we volgden en vanuit het dal weer omhoog liepen naar de Alexandria hangbrug gebouwd en geopend in 1904zodat we weer over de rivier naar de andere kant konden lopen. Een spannende ervaring met een hoop geweld, geluid van de rivier en prachtige panorama’s. We liepen weer langzaam naar de parkeerplaats met een mooie herinnering. Terug in het hotel even koffie gedronken. We zouden uit eten maar dat was een tegenvaller. Op dinsdag zijn de meeste restaurants gesloten dus het liep uit op een take away. Maar goed het verjaardagsmaal was prima en morgen weer een dag. 

Dag 23
We hadden een goede nachtrust gehad, wel nodig ook na de intensieve dag gisteren. Na het ontbijt vertrokken we om 9.30u naar Mole Creek. We reden rustig de stad uit en zaten op een vierbaansweg wat lekker doorreed want hier mag je 110. De vier banen gingen na ca. 10 km over in een tweebaansweg maar de snelheid bleef hetzelfde om vervolgens weer een afslag te nemen waar we het weer rustiger aan konden doen. We moesten 63 km rijden en kwamen om 10.45u aan in Moles Creek, een lieflijk dorp met leuke huisjes en mooie tuinen. We namen koffie bij een lokaal café Amanita. Nu is een café hier iets anders dan in Holland. Het was een heel gezellig knus restaurantje met wat tafeltjes en allerlei oude prullaria. Toen we binnenkwamen werden we vriendelijk verwelkomd en bestelden cappuccino met gebak, ik was tenslotte nog steeds jarig. Aan een ander tafeltje zat een meneer waarmee ik op een gezellige manier aan de praat raakte. Dennis was zijn naam en hij bezat een aantal boerderijen met veel vee wat gerund werd door zijn twee zoons. Hij woonde zelf met zijn vrouw in Sydney en was op bezoek om vee te kopen. Ook was hij geïnteresseerd in onze reis en ik vertelde hem wat we deden en dat ik jarig was en 67 was geworden en dus gebak bij de koffie hadden. Felicitaties alom ook van de eigenaresse en haar dochter. Dennis gaf aan dat de koffie en het gebak voor zijn rekening waren omdat ik jarig was hoe gaaf is dat. We namen afscheid van elkaar en gingen ieder ons weegs. Wij moesten nog 15 minuten rijden voor een bezoek aan de grotten van Mole Creek Caves. Deze grotten zijn verdeeld in twee plekken de Marakoopa grot en de King Salomons grot. We zouden de Marakoopa grot bezoeken, de natte grot zoals deze ook wel wordt genoemd. De grotten liggen iets van de weg, zoals begrijpelijk. Via een smalle weg kwamen we bij een klein bezoekerscentrum waar we kaarten kochten voor één van de drie guided tours die er per dag waren en wij namen die van 12u. Zonder gids mag je niet naar binnen. De kosten waren ca. €22 met z’n tweeën. Vanaf hier moesten we nog 500 meter rijden naar de entree van de grot waar we werden opgevangen. Er stonden al 6 personen te wachten. Om 12u startte de tour en we werden verwelkomt door een enthousiaste gids die eerst wat huisregels gaf mbt. fotograferen. Dit mocht overal behalve in de glimwormen grot. Daarnaast werd gevraagd om niets aan te raken. Na binnenkomst hoorde je het geruis van één van de twee ondergrondse rivieren. We kwamen binnen in de eerste kamer waar de glimwormen zaten. Een prachtige sterrenhemel met allemaal kleine witte puntjes. Het zijn larven die een bepaalde energie afgeven waardoor ze wit oplichten. Een fantastische beleving. We daalden af in de wereld van stalactieten en stalagmieten die zich in de loop van miljoenen jaren langzaam hadden gevormd. Sprankelende kristallen waren te zien wat een feeëriek gezicht was. Ook kwamen we in de Grote Kathedraal, een enorme hoge ruimte met een prachtige akoestiek. Al met al weer een geweldige ervaring ondanks dat we al heel wat grotten in de wereld hebben bezocht. Oja, de larven worden vliegjes en deze hebben een levensduur van 8 dagen. Bij de uitgang ontmoette we twee jonge mensen die ons wat vroegen. Het waren Duitsers die perfect Engels spraken en een werk vakantie deden in Australië. We deelden wat ervaringen uit wat erg leuk was. We zette onze tocht verder naar Sheffield. Deze plaats staat bekend om z’n 284 muurschilderingen door het stadje heen. Bij de plaatselijke VVV haalden we een brochure waarin een route stond die we konden lopen. Veel schilderingen corresponderen met de winkel die er zat of had gezeten of de familie die er woonde of had gewoond. Heel kleurrijk en sommige huizenhoog. Ook was er onlangs een wedstrijd geweest waarin prominente schilders nieuw werk hadden gemaakt, niet op de winkels of huizen maar op grote panelen, die werden gejureerd. Al met al weer een intensieve maar interessante dag. Na de late warme lunch reden we door naar  Barrington ons overnachting adres, alvorens we eerst nog een bezoek brachten aan de Devils Gate dam. De dam werd gebouwd in 1969 en maakt deel uit van Lake Barrington en van acht waterkrachtcentrales met een opwekkingscapaciteit van 63 megawatt. De dammuur is 84 meter (276 voet) hoog. Het is een van de dunste betonnen boog dams ter wereld. Wat een bouwwerk en wat een water staat er voor. Door naar de Barrington Church B&B en het was zowaar een oud kerkje, Methodist Church uit 1870 met nog een oude begraafplaats grenzend aan de kerk, brrrr. Aan de voordeur hing een bel met een touwtje waarmee we aanklingelde, we voelde ons net als in het tv programma Bed &Breakfast. We werden vriendelijk ontvangen door eigenaar Robert die ons wegwijs maakte. Op de begane grond was de pastorie, en ruimte die hij had ingericht als hobbykamer, daarnaast de kerk ruimte met preekstoel. Hier was de woonkamer ingericht en stond zijn bed. Er moest nog wel het één en ander gebeuren aan onderhoud echter geld is altijd het grootste probleem. Wij kregen de Oakroom, een gezellige kamer op de eerste verdieping, ruim en knus en een prachtige badkamer met een bubbelbad. Bij het zien van de eeuwen oude begraafplaats kreeg ik in eens een liedje in mijn hoofd van Michel Jackson; Thriller. Hoop dat het alleen bij het liedje blijft vannacht. We laten wel een lichtje branden. 

Dag 24
We zijn zonder spookverschijningen de nacht doorgekomen. Onder het dak zaten wel vogels te broeden, die af en toe een kik gaven maar verder niets. Het was wel erg koud dus gisteravond de kachel aan gehad en vannacht een extra deken over ons heen. Om 6u was ik wakker en deed de kachel weer aan. Voor het mooie weer hoef je hier in deze periode niet te zijn. Tasmanië is in dit seizoen in het noorden nat en winderig. Maar dat wisten we maar hoopten toch op beter. Blij dat we ook lange broeken mee hebben. Het ontbijt genoten we aan de bar in de keuken in de aangebouwde serre van de kerk. Robert maakte het ter plekke allemaal klaar simpel maar goed. Om 9.20u vertrokken we naar Cradle Mountain de plek met uitzonderlijke natuurlijke schoonheid in het hart van Tasmanië, zoals wordt gezegd. Dus daar moet je zijn geweest. Van met mos bedekte oude regenwouden en diepe rivierkloven tot met sneeuw bedekte bergtoppen, wilde alpenlanden en gletsjermeren, dus kortom adembenemende landschappen. Het het park biedt een uitgebreid netwerk van wandelpaden echter we wisten niet zeker of er ook korte looproutes waren, dus daar zouden we naar informeren. Onze eerste stop was bij Mound Round lookout. Een prachtig panorama over deze streek en we dronken koffie in Moina. Vanhier was het nog ca. 19 km rijden. Aangekomen bij de entree van Cradle Mountain, we hadden al kilometers door prachtige natuur gereden afgewisseld met open vlaktes en uitzichten zover als het oog reikt, parkeerden we de auto. Op borden ter plaatse werd je gewaarschuwd, voor je (regen) kleding, schoeisel en andere zaken die belangrijk zijn voor je start. Er is een enorm bezoekerscentrum waar je alle informatie kunt vergaren. Bij diverse balies werd geholpen. We hadden een aantal concrete vragen; zijn er korte routes, hoe komen we daar en zijn ze goed begaanbaar. Het principe was heel eenvoudig. Er zijn korte routes, die prima begaanbaar zijn en er rijdt een shuttlebus naar de diverse startpunten van de 65 routes, er is er zelfs één die 5 dagen duurt dus je tent mee. Dat was voor ons niet weggelegd. Er zijn vijf bus haltes en bij de betreffende haltes starten diverse routes, lang en kort, dus ook dagwandelingen, uren wandelingen en 20 minuten wandelingen. Wij waren geïnteresseerd in de 20 minuten wandelingen, enerzijds gezien de beperkte tijd en anderzijds kan Trudie geen uren lopen en alleen ga ik niet. Wij kozen vier wandelingen van 20 minuten, dus heen en terug 40 minuten. Je hoeft dit vooraf niet op te geven maar op een folder werd neergezet waar we dan moesten uitstappen en wat je kon verwachten op de route. Bij de startpunten moest je je voor iedere route registreren, zodat als er wat gebeurd of slecht weer en je wordt vermist het in ieder geval duidelijk is dat je bij deze halte bent gestart. Het weer kan in één klap omslaan. De bussen rijden om de 10 minuten, zeg maar hop on hop of. Wij hadden online thuis al eerder een auto ticket gekocht waarbij standaard altijd vier personen zijn inbegrepen, een zgn Holiday Vehicle Pass en hier zat normaliter ook een kaartje voor de bus bij in. Laat dit nu net twee weken terug zijn gewijzigd, we moesten dus twee kaartjes voor de bus kopen €18. De Holiday Vehicle Pas is geldig voor alle parken in Tasmanië en kost €51. Dit is goedkoper dan voor alle parken losse kaartjes te kopen. Overal wordt je gewaarschuwd dat auto’s niet zijn toegestaan op het park maar tot drie haltes kon je wel met de auto komen, wij vonden dit geen optie, dit werd wel duidelijk toen we in de bus zaten. Met je auto kun je naar betreffende parkeerplaatsen in het park echter je moet nog een eindje lopen naar de startpunten in tegenstelling tot de bus. Wij reden tot het eindpunt mee Dove Lake, een enorm meer en liepen hier twee prachtige routes goed begaanbaar met een knipoog. We moesten bij beide routes, één naar Glacier Rock, de naam Rock zegt wel wat, klimmen dus en Dove Lake Boatshet, een wandeling naar een eeuwenoude boot hut. Deze wandelingen lopen langs het meer wat je ook helemaal rond kon lopen en je drie uur kostte. Het is zo gaaf en je voelt je zo nietig tussen al die hoge bergen, de grote meren en uitgestrekte vlaktes wat soms een kippenvel gevoel geeft. Vervolgens met de bus naar een volgende stop, waar we tijdens een wandeling van 40 minuten Wombats konden spotten. Het was een prachtig vlonder-pad door een wonderbaarlijk en afwisselend landschap met kletterende beekjes, kleine stroompjes, groeiend mos, gras zover als het oog reikt en zo uitgestrekt. We werden verrast, na ca 300m zat er een Wombat naast het pad, hier kwamen we voor. De rest van alle beesten hadden we al gezien in het eerdere Nature World en heel veel dood langs de weg. We hebben zolangzamerhand meer dode dieren gezien als auto’s op de weg want die zijn op deze wegen spaarzaam en toch veel dode dieren. Ook hebben we nog een klein deel van een ander pad gelopen maar het was na een paar uurtjes eigenlijk wel genoeg dus met de bus terug naar de parkeerplaats. Het was inmiddels tegen half drie en we moesten nog 36 km rijden, nu is dit niet veel maar over wegen die door bergen en dalen gaan ben je wel even onderweg. Nog een laatste stop bij Black Bluff lookout, ook weer 250m omhoog klimmen maar het uitzicht was ademloos. Rond vieren kwamen we aan in Tullah, een minidorp met drie cafés, een camping en wat kleine winkels. We moesten ons melden bij het eerste café wat we tegenkwamen om de sleutel te halen van ons huisje, zeg maar huis, dit lag er tegenover en was van de eigenaar van het café. Enorm aardige mensen, koffie en naar de overkant om het te verkennen. Na binnenkomst waren we direct verrast. Het zag er comfortabel uit en alles was aanwezig, van een grote keuken tot moderne badkamer, twee slaapkamers dus we konden kiezen, op alle kamers televisie, wasmachine, droger en een grote tuin. Wat hadden we meer te wensen. We hadden dit natuurlijk van tevoren uitgezocht want er is niet veel in deze omgeving en het was ook niet goedkoop voor één nacht maar in werkelijkheid is het dan toch groter dan we dachten en we waren blij. Ons diner genoten we bij een restaurant bij het meer hier om de hoek. Een dag met veel indrukken en het was prima weer vandaag. 

Dag 25
Na een heerlijk rustige nacht, stonden we om 7.45u op. De zon scheen dus dat belooft wat. We vertrokken om 8.45u richting Queenstown ons einddoel voor vandaag, hadden geen ontbijt hier dus dat onderweg maar doen. Trudie had in het plaatsje Rosebery een Bakery gezien dus daar maar heen. Na ca. een half uurtje kwamen we aan in het mini plaatsje Rosebery, een stadje wat wordt gedomineerd door mijnbouw alswel dichte bossen. Rosebery werd gevestigd toen er goud werd ontdekt in 1893. Tot de opening van de Murchison Highway in de jaren 60 vorige eeuw, was de stad alleen via het spoor verbonden met Noordwest Tasmanië. Mijnbouw is nog steeds de kernindustrie. Ook ligt hier de hoogste waterval van Tasmanië de Montezuma Falls, deze lag buiten onze scoop gezien een wandeling van 1.5 uur. Wel binnen onze scoop lag het ontbijt echter Bakery gesloten, das was lekker zeg. Dan maar naar de supermarkt ernaast en kant en klare broodjes en jus orange halen, wat hier ook bij elke horeca gelegenheid te koop is. Trudie had ook een waterval gespot, de Stitt Falls even buiten het dorp dus daar ons ontbijt maar opgepeuzeld onder het gekletter van het water op de achtergrond. Na het ontbijt via een slecht begaanbaar pad naar de waterval gelopen. Het water stroomde met grote kracht van een niet al te grote hoogte maar spectaculair was het zeker. Ook de weg die het water volgde vanaf een ondiepe rivier met veel rotsen blijft fascineren. We moesten weer door want we moesten 43 km rijden naar de volgende plaats Zeehan, de zilveren stad genoemd. Het gebied was erg ruig, met wederom veel bomen, enorm veel bochten dus dat vergde weer de nodige stuur behendigheid. Abel Tasman ontdekte in 1642 Tasmanië zeilde langs de westkust en zag twee majestueuze bergen. Deze werden later Mount Zeehan en Mount Heemskirk (naar Tasman's schepen Zeehaen en Heemskerck) genoemd. In 1882 werden zilverloodafzettingen ontdekt in de buurt van de berg Zeehan en de mijnbouw begon, waarbij Zeehan uitgroeide tot de op twee na grootste stad van Tasmanië. In de loop der jaren is de mijnbouw geslonken en is er van de grote plaats Zeehan nog weinig over. Wel is hier het West Coast Pioneers Museum gevestigd. Dit museum biedt een schat aan gebruiksvoorwerpen over de bestaans-geschiedenis van deze regio, foto’s en heel veel mineralen, wij wisten niet dat de aarde zoveel schatten herbergde. Naast elkaar lagen het politiebureau, het gerechtsgebouw, het majestueuze Gaiety theater en het postkantoor welke nu onderdeel vormen van het museum. Je wandelt dus door de echte gebouwen en krijgt een idee hoe het was in die tijd. Daarnaast is een deel van een zilvermijn nagebouwd waar je doorheen kunt lopen, erg leuk en informatief. Na de koffie reden we door naar Strahan, een plaats aan de westkust. We hadden hier een heel andere voorstelling van en het viel tegen. Even rondgewandeld, het treinstation bezocht, waar vandaan een historische trein vertrekt naar Queenstown, en snel weer door voor de laatste 35 km waarover we ruim een uur deden. De plaats ligt in een vallei tussen Mount Lyell en Mount Owen en is de grootste stad aan de westkust. Omringd door enorme heuvels was het ooit één van de rijkste mijnsteden ter wereld, nu is er een groeiend toerisme met vele wandelpaden en MTB paden. Ook is het de thuisbasis van de ABT Railway, die in 1897 werd geopend om koper naar Strahan te vervoeren, de enige manier om het erts op de markt te krijgen. Deze spoorlijn was de enige toegang tot Queenstown tot 1932, toen de weg naar Hobart werd geopend, nu een historische trein zoals eerder genoemd. Veel gebouwen hier zijn historisch erfgoed, zo ook ons Hunters hotel, in de Mainstreet. We moesten aanbellen en eenmaal binnen waande je je in de historie van toen, de 19e eeuw, even dacht ik dat we in Fawlty Towers terecht waren gekomen, maar al snel weer met beide benen op de grond. Het is een oud historisch pand en beschermd erfgoed en voor alles moet Ralph, de eigenaar, vergunning aanvragen wat soms lang op zich laat wachten. Onze kamer en-suite zat op de eerste verdieping, aan het eind van de gang en de privé badkamer zat er tegenover. De kamer was wat old fashioned, schoon en met uitzicht op de bergen en de badkamer was modern. Het was prima voor een overnachting. We aten heerlijk bij een Thais restaurant aan de overzijde en morgen op naar Ellendale.

Dag 26
We schrokken wakker om 08.10u en hadden afgesproken om, om 08.30u te ontbijten dus snel douchen en aankleden. Een halfuurtje later waren we beneden. Er stond en uitgebreid ontbijt, met bruin en witbrood, vleeswaren, kaas, jammetjes, vruchtjes, fruit, yoghurt, muesli, tomaat, koffie en 3 soorten vruchtensap. Het eerste ontbijt wat zo uitgebreid was, pluspunt. Ralph, de eigenaar stond achter de bar en we hadden een aangenaam gesprek met hem. De eerste maanden van het jaar zitten ze altijd vol en daarna met ups en down. In dit stadje zijn 500 bedden en we hadden op internet al reviews gelezen dat het een prima gerenoveerd hotel was, vandaar onze keus. Mijn eerdere mening over Fawlty Towers had meer betrekking op, hoe het hotel er uitzag dan hoe we behandeld werden want dat was top. We vertrokken rond 10u en hadden een rit van ca. 200 km voor de boeg met veel stops en door onherbergzaam gebied. Er loopt maar één weg door gebied, de A10 ook wel Lyell Highway genoemd die doorgaat naar Hobart. De eerste 173 km tot aan het plaatsje Ouse wonen geen mensen, zijn hoge bergen, wildernis, enorme uitgestrekte vlaktes, prachtige dalen en allemaal beschermd natuurgebied. Vanuit Queenstown reden we direct omhoog de bergen in, klimmen naar 1000m, alles was kaal en dor maar prachtige panorama’s. De eerste stop was Queenstown Steel Roadsign, een prachtige lookout op de stad Queenstown en omgeving. De volgende stop de Nelson Falls en we vervolgde onze weg en reden via grote en kleinere bergmeren naar onze bestemming. Nelson Falls is één van de 65 watervallen in Tasmanië die voor bijna iedereen is te bereiken. Een wandeltochtje van 40 minuten heen en terug via verharde paden door het woud en houten palet paden bracht ons bij een prachtige waterval van 35m hoogte. Als je daar staat krijg je kippenvel en voel je de emotie, dat we met z’n tweeën gezegend zijn en dit samen mogen en kunnen beleven. We waren de enigen hier dus heerlijk op ons gemak genoten. Door naar Frenchmans Cap, een adembenemende tocht die door en over diverse passen ging, langs Lake St. Clair, water links water rechts, niet te beschrijven wat dit met je doet. Daarnaast kom je geen sterveling tegen en voel je je alleen op de wereld. Ook deze plek is een bezoek waard. De Frenchmans Cap ligt in het Franklin-Gordon Wild Rivers National Park op 1446 meter. Je kunt hier een hike doen van 5 tot 8 dagen, dat werd ‘m niet maar als je de route starte dan bereik je na ca 15 minuten via een redelijk begaanbaar pad met diverse hoogte verschillen en trappen een brug over het water. Geen touwbrug maar eenzelfde brug maar dan van ijzer met een smal looppad. Aan de andere zijde start de hike. Voordat je start moet je jezelf al online geregistreerd hebben, indien niet dan staat er een overdekte met formulieren die je na invullen dropt in een brievenbus er naast. Ook moet je bij de start je schoenen reinigen met een speciale machine die er staat met spray, dit om te voorkomen dat je modder meebrengt vanuit de andere zijde van de brug en wellicht ziektes overbrengt op de flora in dit natuurpark. Er is hier goed over nagedacht en zuinig op alles wat er groeit en bloeit. Vanaf de brug had je een fantastisch zicht op de Franklin River die er onder door stroomt. We reden door naar Derwent Bridge 29 km verder en 90 km vanaf Queenstown. Bijna op de helft van de hele route. Dit is een soort service punt met een hotel, café, bush camping en tankstation. We hadden niks nodig en reden door naar “The Wall in the wilderness” in de centrale hooglanden van Tasmanië. Hier staat het meest ambitieuze kunstproject van Australië dat de afgelopen jaren is gemaakt. Greg Duncan, de maker/ontwerper, heeft de geschiedenis van de hooglanden weergeven in houtsnijwerk, op 100 panelen van 1x3 meter. De prachtig gebeeldhouwde werken in reliëfsculpturen verbeelden de geschiedenis, ontberingen en doorzettingsvermogen van de mensen in de Centrale Highlands en brengen hulde aan de individuen die zich hebben gevestigd en het gebied hebben beschermd. Duncan, wij hadden niet eerder van hem gehoord, staat bekend om het griezelige realisme dat hij in zijn werk brengt. Het was prachtig om te zien en wij hadden zoiets nog niet eerder aanschouwd. Na de koffie reden we door en stopten nog bij het Tarraleah Power Station. Hier wordt stroom opgewekt met waterkracht en enorme pijpen brengen water van een nabijgelegen meer naar de centrale waar turbines het omzetten in electra. Er zijn er inmiddels velen te vinden in Tasmanië. Via de Dun Robin Bridge, een lange brug over het Meadow Bank Lake kwamen we in het kleine dorp Ellendale waar we ons overnachtingsadres hadden in de Platypes Cottage. Toen we kwamen aanrijden, via de oprijlaan, zagen we de witte cottage al liggen. We waren wederom verrast dat we dit pareltje konden boeken via Booking. De sleutel zat in de voordeur en na ca. 20 minuten werden we verwelkomt door de eigenaar. Even leuk gebabbeld en hij gaf aan dat er op zijn terrein ook een waterval was en een hydro powerstation dat voor de electra zorgt. Nieuwsgierig als we waren gingen we aan de wandel over het mooie terrein met vijver en schapen in de wei naast ons huisje. We vonden de waterval, niet groot maar het blijft fascineren als ook het powerstation waar water door een turbine liep en de stroom opwekte. Heel handig in een omgeving, in de middle of nowhere waar het slim is dat jezelf supported bent. De omgeving is hier wonderbaarlijk mooi en het huisje comfortabel en van alle gemakken voorzien. Uit eten gaan hoef je hier niet want de eerste gelegenheid ligt op 25 km verder in de richting van Hobart en daar hadden we geen zin in. We waren al gewaarschuwd dus bij de super in Queenstown lasagne meegenomen, sla en een toetje. Wij komen de avond wel weer door. 

Dag 27
Heerlijk geslapen in de romantische cottage. Om 7u wakker en we voelen ons een beetje verreist. Het is dan ook goed dat we nu een paar dagen naar Hobart gaan en op één plek verblijven. Eerst even met de kinderen geappt, alles gaat goed aan het thuisfront en dat is fijn om te horen. Sinterklaas gevierd en verwend. Hierna vertrokken we om 9.20 uur naar ons eerste doel, Russels Fall. We hadden vandaag een rit van 80km dus dat viel mee. Wel nog onherbergzaam gebied maar daar raken we aan gewend. Russels Fall is de hoogste waterval in Tasmanië, dus, als deze op de route ligt moet je die zien. We parkeerden de auto in het Nationale park Mount Field bij het visitors centrum. De wandeling was weer 20 minuten via mooie wandelpaden, regenwoud met de weelderige varenbossen en de hoge snowgums (één van de hoogste boomsoorten ter wereld) meer dan 80 meter hoog en een omtrek van 15 tot 20 meter kan zelfs 30m zijn. Dit is onbeschrijfelijk hoe groot zo’n boom is en er staan er hier honderden, je voelt je erg klein. Ook het prachtige groene mos op de bomen geeft deze omgeving een feeërieke uitstraling. Na een wandeling van ruim 20 minuten kwamen we bij de prachtige waterval waarvan het water van grote hoogte, ca 80m naar beneden stortte. Het blijft fascinerend vallend water en helemaal in deze prachtige omgeving. We liepen terug naar het visitor centrum en kwamen nog wallabies tegen op ons pad. We besloten ook maar het Tall Tree pad te gaan lopen, hier staan de op één na hoogste bomen ter wereld. We hadden er al een paar gezien bij Russels Fall echter je ging dieper het regenwoud in en je moest eerst nog een stukje met de auto het park dieper inrijden. We parkeerden de auto op de aangewezen plek en begonnen aan de wandeling. We liepen over een brug het pad op en al direct stonden we oog in oog met deze enorme woudreuzen, nog groter en breder dan we al gezien hadden. Via wederom een prachtig wandelpad liepen we verder en verder en kwamen een bordje tegen van de Hors-shoe fall, die een kwartiertje verder lag. Na overleg gingen we ook deze bezoeken omdat je denkt kan het nog gekker kan. Maar goed ondertussen loop je al een mooi poosje en moet je ook weer terug. Maar het was een spectaculaire tocht, die je niet kunt beschrijven. Het lijkt als of je door een sprookjesbos loopt als Hans en Grietje, allerlei vreemde geluiden hoort en opeens verschijnt daar de boze heks, dat gevoel hadden we wel een beetje ook al omdat we weinig mensen tegenkwamen. Ook deze waterval was weer mooi maar zeker niet zo mooi als de eerste. Het water van deze waterval stroomde verder en dat was het begin van Russels Fall die we dus ook van boven zagen. We moesten het stuk weer terug lopen en dat valt altijd tegen, omdat je eerst deel naar beneden liep en dus weer omhoog moest. Het viel niet mee en we waren blij weer bij de auto te zijn. Onderweg staken we nog op bij een café in een klein dorpje en reden vervolgens door naar Hobart. We hadden besloten om maar direct door te rijden naar Mount Wellington, de hoogste berg hier met uitzicht op Hobart op 1240m hoogte. De weg naar boven was 12 km, niet breed en sommige stukken waren erg slecht. Dus moest je uitwijken dan kon je beter stoppen dan in een kuil aan de rand van de weg te rijden. Een hele klim met veel (haarspeld) bochten en de top was gelukkig te bereiken. Het kan namelijk voorkomen dat de weg afgesloten is vanwege snel veranderende weersomstandigheden. Eenmaal boven was het een drukte van belang en het uitzicht was adembenemend met een geweldig uitzicht op Hobart. We waren net op tijd want 10 minuten later waren we in wolken gehuld en was alles mistig, we konden gelukkig nog wat foto’s maken. De rit naar beneden was net zo lastig als omhoog maar rustig aan en opletten. We reden door naar ons appartement hotel St.Ivis, wat we snel hadden gevonden. Een comfortabele kamer met kitchenette, zithoek en een fijne badkamer op de hoogste verdieping. Weer een indrukwekkende dag. 

Dag 28
Wat heerlijk dat we hier een paar dagen blijven geen gesleep met koffers en voorbereidingen op de volgende vliegreis naar Singapore. Gisteren hadden we het ontbijt voor vandaag al op de kamer gekregen dus vanmorgen heerlijk aan ons eettafeltje, rustig ontbeten. We zouden er ook een rustige dag van maken en rond 10.50u vertrokken we naar het Museum Mona in Berriedale, een suburb van Hobart. Vreemde naam maar daar zal het niet aanliggen alleen de associatie met de Story, vraag het Mona, echter daar hebben ze hier waarschijnlijk nooit van gehoord. Het museum lag 30 minuten rijden van het hotel en makkelijk te bereiken. Een prachtig gebouw met veel roest componenten wat het aanzien bijzonder maakte. We kochten twee tickets en kregen na een gezellige babbel met de verkoper, senioren korting. De kaarten kosten €34 met z’n tweeën. Een bijzonder museum in een bijzonder gebouw, aan het water en groot. Mona is de speeltuin en megafoon van David Walsh, die opgroeide in Tassie (net verderop in Mona), het huis verliet, kaart speelde, won, en wat andere dingen deed waaronder een klein museum van oudheden openen waar niemand naar toe kwam. Hij verklaarde het als een triomf en besloot uit te breiden. Het resultaat is Mona, een tempel voor secularisme, rationalisme en onzin praten over dingen waar je echt niet veel van weet, dat is wat het is. Na binnenkomst ga je direct de lift in en drie verdiepingen lager waar je start. Op je telefoon moet je een app downloaden die precies weet waar je bent en de verschillende kunstwerken toelicht, met foto’s en tekst, kortom begeleidt op de tour. Een leuk museum maar wij kregen er geen warm gevoel bij ondanks de bijzondere kunstwerken en het bijzondere gebouw. Op naar het plaatsje Richmond, (spreek uit rikmond) ca. 40 km rijden. Deze stad uit het koloniale tijdperk heeft meer dan 50 historische gebouwen, waarvan vele zorgvuldig zijn gerestaureerd en functioneren als cafés, restaurants, galerijen en accommodaties. Ook bevindt zich hier de Richmond Bridge (1825) de oudste brug van Australië en is op een heuvel de oudste overgebleven katholieke kerk van het land te bewonderen, St John the Evangelist Catholic Church, gebouwd in 1837. We namen natuurlijk een kijkje. Richmond was een belangrijk politiedistrict tussen Port Artur en Hobart tijdens de begindagen van de nederzetting. In Richmond staat de Richmond Goal, een gevangenis gebouwd en uitgebreid tussen 1825 en 1840 en nog geheel in originele staat te bewonderen. De bouw startte in 1825 met een klein politiebureau en werd in 1835 uitgebreid naar de huidige grote met meer cellen voor mannen en vrouwen, isolatiecellen, grote keuken, luchtplaats en hoge muur. In 1928 werd de gevangenis gesloten. Een leuke interactieve rondleiding nam je mee door de tijd. Een leuke wandeling over de oude brug en door het dorp neemt je mee door de tijd, ook tijd voor koffie en lunch welke we genoten bij de plaatselijke Bakery. Hiervandaan reden we rond vieren weer op Hobart aan. Bij de supermarkt biefstuk en salade gehaald en heerlijk op hotelkamer bereid en op gegeten. Dat is wel een voordeel dat je een keukentje hebt. De avond rustig door gekomen. 

Dag 29
Al vier weken onderweg, nog drie te gaan. Morgen vliegen we via Melbourne naar Singapore een nieuw avontuur tegemoet. Vandaag een rustig dagje Hobart, op ons gemak ontbeten en om 10.00u de deur uit. Het eerste bezoek was het Narryna Museum. Narryna is het huis en de collectie van een koopman uit de jaren 1830 die het verhaal vertelde van het vroege koloniale leven in Hobart. Het mooie Georgische herenhuis werd gebouwd door. kapitein Andrew Haig, die in 1834 pakhuizen bouwde tegenover Salamanca Place. Narryna heeft een avontuurlijk leven gehad als thuis voor grote gezinnen, pension, ziekenhuis en museum. Erg interessant om door deze geschiedenis heen te lopen. We liepen hiervandaan naar de haven. Hobart is erg heuvelachtig dus straten lopen op en af. Salamanca ligt langs de oevers  van de rivier de Derwent en is de thuisbasis van enkele van Tasmanië's meest herkenbare zandstenen gebouwen. Het gebied is ook het hart van het nachtleven van Hobart en herbergt een meerderheid van de restaurants, bars en nachtclubs. Ook is er elke zaterdag een markt, de wereldberoemde Salamanca markt, wij hadden er nooit van gehoord maar ja wij waren te laat. We namen hier koffie met een heerlijk koffiebroodje en wandelde rond het gezellige plein. De haven bruist van dynamiek en het is één en al gezelligheid. Lopende langs de boulevard zie je van alles gebeuren op het water en langs de kant. Een watervliegtuigje wat opsteeg en we moesten lachen omdat een dikkere dame het vliegtuig niet in kwam en letterlijk een zet nodig had. Een enorm cruiseschip wat bekijks had, een prachtig standbeeld wat de moeite waard was en ik raakte in gesprek met een echtpaar uit Melbourne. Zij waren een week in Hobart vanwege hun 25 jarig huwelijk.  Hele aardige en toegankelijke mensen die ik direct onze website gegevens gaf want ze wilde ooit naar Europa en wie weet hebben ze er wat aan. Na 20 minuten met elkaar gesproken te hebben liepen we de haven langs allerlei schitterende gebouwen uit de 19e eeuw naar het stads hart. Een compact centrum met mooie oude gebouwen die een bepaalde allure hebben, kijk naar Alkmaar. We lunchten in een visrestaurant en hadden meteen ons avondeten gehad, en lekker. Dus vanavond maar makkelijk. We liepen langzaam weer terug naar het hotel met een voldaan gevoel. Hobart is de moeite waard. We wilde nog naar het strand, dus bij thuiskomst de auto gepakt en naar de beach gereden waar we ruim een uur op het strand lagen te niksen en genieten van wandelende mensen met honden op het strand. Het was niet warm maar dat deerde niet. Rond zessen waren we weer thuis na een gezellig dag in deze leuke stad.

Dag 30
Vroeg wakker, wekker hebben we geen keer hoeven zetten want we zijn dagelijks op tijd wakker. Heerlijk ontspannen ontbeten en ons gereed gemaakt voor vertrek. We verlieten het hotel om 09u en reden direct naar het auto verhuurbedrijf. We hadden geen schade gereden gelukkig dus konden zo het shuttle busje in, die ons naar het vliegveld bracht. In tegenstelling tot onze verwachting was het rustig. We zouden om 12.40u vertrekken dus tijd genoeg en liepen op ons gemak naar incheckbalie, door naar de douane en bagage check. We gingen hier snel doorheen alleen mijn tas moest dubbel worden gecheckt. Alle elektronica eruit, alles opnieuw scannen en het was goed. Ging wel allemaal op z’n elf en dertigst maar geduld is een schone zaak en we waren op tijd. Hobart is een klein vliegveld dus weinig te beleven maar de tijd schoot best op. Om 12.30u boarden waarna we met enige vertraging vertrokken. Na 1.5 uur landen we op Melbourne. Dit is een groot vliegveld waar je de weg kwijtraakt en dat gebeurde dus. We kwamen aan op domestic en moesten naar Internationaal. Dit was niet handig weergegeven, wij moesten naar terminal 2 en hier waren alleen terminal 3,4,5 dus liepen we verkeerd. Achteraf bleek dat we deze terminal moesten verlaten en opnieuw naar de douane voor check bagage. We hadden een heel stuk omgelopen. Je bent transfer passagier maar dat gaat hier niet op, eruit en erin. Wederom naar douane alvorens ik had gevraagd voor een upgrade naar premium economie. Wederom ging dit niet lukken en weet nu ook waarom, tickets geboekt via derde partij dan is upgrade alleen maar mogelijk met frequent flyer punten, echter zoveel hadden we er nog niet. Das jammer. Maar goed nu werd m’n tas er niet tussenuit gehaald omdat ik alle electronica er uit had gehaald maar achteraf had dit weer niet gehoeven. Omdat we het land verlieten was er ook weer paspoort controle. Hier ging het mis en moesten we apart gaan zitten. Kreeg de vraag of het nieuwe paspoorten waren, niet helemaal ze waren van maart j.l. toch was er iets niet ok maar wat precies wisten we niet, iets met de nummers. Een andere official nam de paspoorten mee voor de extra check en het bleek toch ok te zijn, pfff dat was zweten, maar voor niets en nooit eerder meegemaakt. Het blijkt dat dit alleen bij Duitse en Nederlandse paspoorten soms voorkomt. Er zitten hier enorm veel winkels echter voor ons geen tijd. We hadden al veel tijd verloren met verkeerd lopen dus moesten nog aardig aanpoten om bij gate 14a te komen. Ons vliegtuig A350-900 vertrok om 16.40u en wij kwamen bij de gate om 15.30u en konden direct boarden. So far so good. Een voorspoedig reis naar Singapore met een vol vliegtuig. Een uitmuntende vliegtuig maatschappij die ook in 2023 weer als beste maatschappij van de wereld werd bekroond. Naast ons zat, hoe leuk, een werknemer van de Holland Amerika Line die met een hele groep, werkzaam op de Noordam die in Australië vaart, naar hun thuisland de Filipijnen vlogen om Kerst thuis te vieren. Na 8 uur vliegen landen we rond 21.00u Singaporetijd op Singapore. Eén van de grootste vliegvelden van de wereld. Hou je van shoppen en wandelen en je hebt een ruime overstap dan hoef je je niet te vervelen. Wij hadden wel wat anders aan ons hoofd wandelen naar de uitgang, die voor je gevoel enkele km ver weg ligt, zeker als je moe bent. Whatever, je hebt een paspoort nodig wat nog 6 maanden geldig is vanaf de dag dat je Singapore verlaat. Singapore is visumvrij voor Nederlandse staatsburgers voor een verblijf tot 90 dagen. Je moet 72 uur vóór aankomst in Singapore het inreisformulier SGAC (Singapore Arrival Card) invullen. Op deze website gaat u naar ‘Foreign visitor’en dan naar ‘Individual submission’. Na invullen ontvang je het inreisformulier per email. Dit moet worden uitgeprint en worden getoond bij aankomst in Singapore. Hadden wij niet gedaan, geen punt, er staat een hele rij iPads waarop dit kan doen en er is ook nog hulp ter plekke en je krijgt alles in de mail gestuurd ook een gezondheidsformulier. Op naar de douane, voor Nederlanders gaat dit digitaal, een poortje waar iemand bij staat, vervolgens wordt je paspoort gescand, wordt er een foto gemaakt en vingerafdrukken. Dit gaat relatief snel, Trudie was zo klaar echter bij mij lukte de foto niet en moest ik mee met een ambtenaar naar een balie waar het allemaal wel lukte. Trudie wist niet waar ik was en maakte zich al ongerust, had gelukkig al geïnformeerd waar ik was en kreeg daar ook een passend antwoord op, opgelost. Op naar de ATM voor geld en door naar de taxi’s wat allemaal netjes was geregeld. De koffers paste maar net in de taxi en 20 minuten later stapte we uit voor ons hotel Holiday Inn Novena we rekende €25 met fooi af. Een vriendelijke ontvangst, incheck en naar de kamer. Die keek nergens op uit waar we niet voor hadden gekozen. Dus weer terug, en we krijgen vandaag een andere kamer. Wat een avontuur vandaag. 

Dag 31
Ik kwam erachter dat ik de dagtelling niet meer scherp had. Ik liep al een dag vooruit met het verslag dus eerst dit maar corrigeren op de website. We zouden het vandaag rustig aan doen. Allereerst kregen we een andere kamer dus koffers naar beneden waar de conciërge ze in bewaring nam, vervolgens ontbijten wat uitgebreid en divers was zoals in Aziatische hotels gewoonlijk is en buikje rond gegeten, zodat we er een aantal uurtjes tegen aan konden. We hadden een bezoek aan een lokale markt in de wijk Bugis gepland en lieten de highlights liggen omdat we al twee keer eerder in Singapore waren geweest. Het vervoermiddel hier is het OV, bus en metro MRT. Het bezit van een auto in Singapore is alleen voor de rijkeren weggelegd. Je hebt een certificaat nodig, zeg maar een vergunning, die alleen al €100.000 kost en dan nog een peperdure auto kopen. Singapore is de duurste stad in de wereld voor wat betreft het kopen van een auto, dus moet er een goed en goedkoop alternatief zijn. Een uitgebreid bus- en metronetwerk gaan tot de randen van de stad en wordt dagelijks door miljoenen gebruikt. Er zijn toeristen passen voor 1,2,of 3 dagen of je koopt een OVchipkaart als je langer verblijft. Voor €25 reis je drie dagen onbeperkt met OV, dus maar zo’n kaart aanschaffen. Voor het hotel was een busstation waarmee je naar de metro kon rijden echter hier had ik me niet goed op voorbereid waardoor we 20 minuten naar de metro moesten lopen. Niet handig, want de temperatuur met een hoog vochtgehalte is niet heel prettig als je loopt. Bij de metrohalte was een automaat maar die gaf geen kaart uit. Er was een soort info balie achteraf bleek dit een verkeersleiding te zijn wilde ik een kaart kopen, e hier na enige discussie begreep ik dat, dat hier niet kon, pff. We moesten naar het eerstvolgende metrostation Orchard. Je kunt in en uitchecken met je creditkaart wat we dus ook deden, echter dit bij herhaling doen kost je veel geld want creditmaatschappijen rekenen een fee bij iedere handeling. Bij Trudie werkte het prima, echter bij mij niet. Nadat ik een aantal andere poortjes had geprobeerd lukte het wel, mijn vrees was dus ook het uitchecken. Via uitgebreide gangenstelsels, roltrappen, enorm veel winkeltjes kwamen we aan op het perron waar we direct de metro hadden. We kochten ook mondkapjes want iedereen loopt ermee en dat is in deze mensen massa’s wel zo veilig. Zoals ik al vreesde ging het uitchecken ook niet gestroomlijnd, ik kon er niet uit maar kreeg hulp van een werknemer van de metro. Op Orchard kochten we de kaart voor €25 en wat blijkt als je de kaart inlevert krijg je ook nog eens €7 terug, dus OV erg goedkoop. Via diverse overstaps kwamen we in Bugis aan. Een gezellige levendige wijk, waar we direct op de gezellige markt afliepen, zowel binnen als buiten, waar van alles te koop was, kleding, electronica, levensmiddelen, schoonheids- en massagesalons etc. je kent het wel kramen en winkels waar je een dag zoet kunt zijn. Trudie kocht hier nog een kimono en liet bij een beautysalon haar voeten en handen doen, weer mooi gelakt voor op de boot. Vervolgens koffie met wat lekkers, nog een stevige onweersbui en weer terug met de metro. Bij het hotel de bagage weer gehaald en kregen een kamer op de 11de verdieping met een fantastisch uitzicht, nog even zwemmen en opknappen voor het avondeten wat we in het hotel deden en erg smaakvol was. De rest van de avond heerlijk chillend doorgebracht. 

Dag 32
Wederom een heerlijke dag in Singapore. Gisteren tickets geboekt voor bezoek in de middag van het Marina Bay Sands Sky observation deck, we hadden dus de hele morgen nog ter invulling. Deze stond in het teken van het kopen van mijn verjaars-cadeau een Apple Watch. De winkel zat in een suburb van Singapore. Na het ontbijt, voor de deur op de bus gestapt naar het metro station Bugis om door te reizen naar station Buangkok waar de winkel zat in een groot winkelcentrum. Een leuke lokale wijk, met alleen maar appartementen, eettenten en winkels, waaronder deze telefoonwinkel. Helaas hadden ze het product niet op voorraad dus voor niets geweest. Nadat we wat gedronken hadden, met de bus weer terug naar de metro en door naar halte Bayfront aan de haven waar ook het beroemde Marina Bay Sands Hotel zit met Skydeck. We liepen van de halte naar het hotel, wat op zich al een belevenis was, tussen de enorme wolkenkrabbers en andere hoge gebouwen. Voor het hotel zit een supergrote Mall, met winkels waar alle grote merken van de wereld vertegenwoordigd zijn, bling bling, een enorm congrescentrum, museum, theaters, eetgelegenheden, en het grootste casino van de wereld. De totale oppervlakte van dit alles is 920.000m2 dus enorm. Daarnaast zit hier Gardens by the Bay, een natuurpark wat bestaat uit drie enorme tuinen aan het water en de grootste glazen kas ter wereld Flower Dome. Gardens by the Bay maakte deel uit van de nationale plannen om de "stad van de tuinen” om te vormen tot een "stad in een tuin", met als doel de kwaliteit van het leven te verhogen door het groen en de flora in de stad te verbeteren. Alles is hier groots en je kijkt je ogen uit, ondanks dat we hier al tweemaal eerder zijn geweest blijft. Naar het hotel loop je eerst lekkerbekkend door de Mall en kijkt je je ogen uit, er is zelfs een kanaal waar je met een bootje doorheen kunt varen en een restaurant van die schreeuwende kok Gordon Ramsay, wat hebben we een hekel aan die vent, dus hier niet eten voor ons ondanks dat het betaalbaar was.
De entree van het hotel is indrukwekkend. In het atrium hangt een enorm metalen kunstwerk van 40x23x15m en 14 ton weegt, bestaat uit aan elkaar gelaste metalen spaghetti draden. Het hotel bestaat verder uit drie torens van 200m hoog, onderling verbonden, 1500 kamers en op het dak, over de drie torens heen, ligt als een soort grote boot het Skydeck met een zwembad van 175m lang, hoe groot is groot. We gingen met de lift naar de 56ste etage waar het uitzicht adem benemend was, hier wat gedronken, foto’s genomen en weer terug. Liepen door het winkelcentrum, bezochten de enorme Apple Store die in een soort ronde glas bol in het water stond. Hier wilde ik dan de Apple Watch kopen, kregen hier het advies om eerst een nieuwe IPhone te kopen omdat mijn IPhone eigenlijk niet meer geschikt was. Teleurstelling alom en overwegende om eerst maar te kijken wat nu te doen. We komen aan het eind van de rit nog terug in Singapore dus laten het even rusten. We hebben nog wat gegeten en gedronken echter ook weer een verhaal. Er waren twee koffie tenten  naast elkaar echter ik dacht dat het bij elkaar hoorde. Trudie gaf aan alvast een tafeltje uit te zoeken. Ik bestelde koffie en wat lekkers erbij en het werd ingepakt. Wat bleek dit was een take away echter Trudie zat in de zaak ernaast al aan een tafeltje. Hilariteit alom, wat hebben we gelachen. We zouden in dit winkelcentrum ook eten echter besloten om wat dichter naar het hotel te gaan. Het regende en kwam met bakken naar beneden, alle voetpaden waren overdekt dus konden we droog naar de metro lopen. In de wijk Bugis hebben we Thais gegeten, wat erg smaakvol was. Op zoek naar bus 145 die we, na enkele malen verkeerd lopen, vonden. Onderweg liepen we langs een muziekschool waar we van buitenaf kinderen viool zagen spelen ten overstaan van wellicht familie. De school was openbaar toegankelijk dus dat nodigde uit. Rond 08.30u weer in het hotel, na een leuke en gezellige dag.

Dag 33
Cruisen, wat een heerlijk vooruitzicht. We hoefden pas om 12.00u uit te checken, dus geen haast. Na het uitgebreide ontbijt nog even chillen op de kamer, koffers verder inpakken en om 12.00u uit gecheckt. We hadden een taxi besteld via Grab, de exacte copy van Über hier in Azië waar Uber niet rijdt. Het gemak van een vaste prijs die je betaald en je op tijd ophaalt wat dus ook bewaarheid werd. De vriendelijke jonge taxichauffeur schrok in eerste instantie, want voor ons bij de lobby stonden mensen met veel bagage wat zeker niet in zijn auto paste, maar gelukkig waren wij daar. In ca. 20 minuten waren we bij de cruise haven waar het enorme schip al op ons wachtte. We waren niet de enigen, dat was wel zeker. Taxi afrekenen €17 met fooi €24 hielp ons met de koffers waarna we de incheck procedure in gingen. Koffers inleveren en door, gelukkig geen wachtrijen dus dat ging soepeltjes, omdat alle papierwerk thuis al digitaal was ingevuld. Toch bleek er weer een hiaat met Trudie haar paspoort, ze gaven aan nog oude gegevens te hebben, hoe en waarom weten we niet want thuis waren alle gegevens al ingevoerd. Maar goed, ook dit ging redelijk snel, ontvangen van een boardingpas en via Customs van Singapore, want we verlaten het land, door naar paspoort service van de HAL waar je paspoort wordt ingenomen. Dit om inreis procedures te versnellen in de landen die we aandoen.  Zelf altijd een kopie bij je dragen en je boardingpas, als je aan wal gaat. De reis kon beginnen en werden welkom geheten door vele personeelsleden die bij de loopplank stonden. Onze hut was op dek 7 Rotterdam hut 7007. Vooraan, aan stuurboord een heerlijke balkonhut waar we het de komende 14 dagen mee doen, geen straf. Even uitpuffen en direct op pad, want we hadden nog niet geluncht. We kenden dit schip omdat we hier in 2019 ook mee hadden gecruised en lunchten in de LIDO op dek 9, dit is een buffet restaurant waar je kunt eten tot je een ons weegt. Vele verschillende gerechten, toetjes etc. staan uitdagend op je te wachten. Wij hadden voor deze reis een zgn. “Have it all pakket” bijgeboekt. Dit kost je ca. €450 p.p. extra maar dan heb je veel inclusief tot bepaalde hoogte. Alle drank, internet, een aantal excursies en 2x eten in een specialiteiten restaurant zit erbij in. Je mag max. 15 drankjes per dag nemen met een maximum prijs per drankje van 11 dollar. Als een drankje duurder is betaal je het verschil bij, inclusief 18% servicekosten. Op zich niet gek, want je kunt al een goed glas wijn bestellen voor die prijs. Daarnaast is het goedkoopste internet pakket voor 14 dagen ook al 250 dollar voor gebruik op één apparaat. Nu hebben we allebei internet. Tweemaal  eten in de specialiteiten restaurants is ook niet goedkoop. Of de keuze voor het pakket de juiste was, 15 drankjes per dag drinken we zeker niet op maar wij denken dat we redelijk uitkomen dan dat we alles apart moeten afrekenen. Na de lunch, naar de Greenhouse Spa, dit is een besloten ontspanningsruimte met een spa, zeg maar een enorm bubbelbad en heerlijk verwarmde chill banken en diverse sauna’s. Niet goedkoop €299 p.p. voor 14 dagen en zit niet in het all inclusive pakket. We hebben dit tot nu toe op elke cruise gedaan en het bevalt ons prima na een lange dag heerlijk ontspannen, we zijn tenslotte op vakantie en het moet toch kosten. Ik zet deze info ter kennisname voor alle externe lezers van de website ter lering en vermaak. De middag hebben we ons wat georiënteerd en bij terugkomst in de hut was Trudie haar koffer er al maar de mijne niet. Bij navraag bleek deze nog benedendeks te staan omdat de Xray aangaf dat er een elektrisch apparaat in zat, een reis waterkoker en laat die nu net niet aan boord mogen vanwege brandgevaar. We hebben deze altijd bij ons als we op vakantie gaan om op de kamer een kopje thee te zetten echter tot nu toe nog geen keer gebruikt. Op alle hotelkamers hadden we koffie en thee faciliteiten. Nadat ik de koker in bewaring gaf kon de koffer naar de kamer. Om 17.00u vertrokken we uit Singapore, de grootse haven van de wereld. Het duurt dan ook een poosje voordat je Singapore uit zicht hebt. Daarnaast liggen er veel schepen te wachten dus manoeuvreren hier is ook een vak, maar we vertrouwden op de officieren die bijna allemaal Nederlands zijn. Koffers uitgepakt, veel kastruimte dus alle kleding in de kasten. Om 19.30u naar het restaurant om te dineren, nog even wat shoppen, altijd leuk en om 23.00u het licht uit.

Dag 34
Een zeedag vandaag, niets moet dus het schip nog maar eens rustig verder verkennen. We namen het ontbijt in het alá card restaurant, wat rustiger en best gezellig was. Er zitten veel Amerikanen, Aziaten en een handvol Nederlanders op de boot. De dag bestond verder uit lezen, chillen, Trudie had de was klaargezet voor de wasservice aan board waar we ook altijd een abonnement op nemen zodat we dagelijks alles schoon in de kast hebben en ik had mijn kostuum laten stomen, want na een aantal weken in de koffer is het meer een jute zak. Met Trudie háár gala viel het gelukkig alles mee. Op zee gebeurde weinig, af en toe een groot schip wat langs vaart, of een verdwaalde vissersboot. Ook koffie en een cocktail maakt het allemaal erg chil. We woonden een presentatie bij in het theater van wat ons allemaal te wachten stond en voor het diner hadden we het Italiaanse specialiteiten restaurant Canaletto geboekt. Hier eet je tegen meerprijs gerechten die je niet op de kaart ziet in het ala card restaurant. Daarnaast nog tweemaal een specialiteiten restaurant geboekt, eenmaal in de Pinnacle en in de Tamarind. Op de nieuwste schepen zit er een fysiek Tamarind restaurant aan boord echter op de oude schepen bouwen ze bestaande restaurants om voor een aantal dagen. Zo zijn er ook Librije avonden, gerelateerd aan top kok Johnnie de Boer, die speciale gerechten maakt voor de HAL echter in deze wateren heeft men nog nooit van hem gehoord en voor het handjevol Nederlanders zal het te duur zijn. Voorafgaand aan ons diner zijn we eerst nog naar het theater geweest waar de Kapitein Wouter van Hoogdalem zijn staf voorstelde aan de gasten, 70% is Nederlands echter woont niet in Nederland, zal wel te maken hebben met het belasting klimaat. We hebben nog enkele mensen gesproken maar verder geen behoefte aan contact en zijn het liefst op ons zelf, ondanks dat we best leuke en geanimeerde gesprekken voeren. Het was een dressy avond zeg maar gala en dat zie je ook, velen zijn opgedirkt en doen hun best om er mooi uit te zien. Je komt op deze avonden in een T-shirt niet binnen, dan kun je eten in het buffet restaurant. Maar het is genieten en de kers op de taart als iedereen zich zo mooi aankleed. Het eten was fantastisch en we werden alleraardigst geholpen door een lief Indonesisch vrouwtje. Na het diner nog even naar de Rolling-stone bar waar jaren 70 muziek werd gespeel, door een top band en het theater voor het staartje van de show en door om naar de kamer. Het schip was al uitgestorven want het aantal grijze koppen is enorm. Om 00.00u het licht uit en de klok ging weer een uur terug.

Dag 35
Na een goede nachtrust werden we rond zessen wakker, de klok was weer een uur terug dus onze biologische klok wordt wel op de proef gesteld. De eerste haven was Phuket, omdat we hier al eerder waren geweest hoefden we nu geen excursie te doen en zouden we naar de oude stad gaan om wat rond te dwalen en een museum te bezoeken. Om met de bus naar het centrum te gaan koste €90 voor z’n tweeën dus dat kon anders. We hebben de Grab app, zoals ik eerder noemde de Uber van Azië die we konden bestellen. We gingen met tenders naar de wal anders dan de keer dat we hier eerder waren. We zagen de zon opkomen vanaf ons balkon wat wel gaaf was. Rond 6.45u rolde de ankerketting uit en was men druk bezig met de tender boten, zeg maar normaal reddingboten en er lagen al twee grote schepen te wachten van Phuket. Na het ontbijt, wat we genoten op de kamer, douchen, aankleden en tender tickets halen zodat we van boord konden. Dit ging allemaal erg soepeltjes, de gasten die excursies hadden werden gescheiden van de anderen. We voeren met een grote boot, geen tender, naar de wal wat voorspoedig verliep. We zaten in oude vliegtuig stoelen wat wel grappig was. Op de kade was het een drukte van belang, marktkramen, taxi’s, bussen en van alles waar maar een wiel onder zat wel gezellig. We bestelden een Grab taxi via de app, als je akkoord gaat kun je contant betalen maar dat hadden we niet dus dan maar credit. Dit koste 450 Bath ca. €12. Gewone taxi’s rekende het viervoudige, oplichters maar geef ze ongelijk al die ‘rijken’ die met zo’n boot aankomen. We spraken twee Nederlanders die wel met ons mee wilden echter ik had twee personen opgegeven. Uiteindelijk zijn zij met een busje meegegaan. De taxi melde zich, echter wat bleek hij mocht niet bij de pier komen en moest bij de entree van de haven wachten. Belde mij verschillende keren maar wij kunnen alleen maar whatsapp bellen, maar konden wel appen. Hij stuurde een foto waar hij stond te wachten en gaf aan dat we 200m moesten lopen naar de ingang haven. Hé hé gevonden. Hij bracht ons naar de drukke winkelstraat Thalangroad in het oude centrum, het was bloedziederend heet dus geen pretje. Maar goed winkeltje in winkeltje uit, waar van alles werd verkocht, de toppers waren zijden doeken en heel veel souvenirs. We dronken koffie bij een leuk café en raakte aan de praat met Amerikanen die voor werk veel in Nederland waren geweest. Er werd nog gesproken over V&D en de AMRO bank, erg leuk. We bezochten nog een lokale markt in een achteraf gebiedje waar de echte locals komen en bezochten een museum het Phuket Thaihua museum gevestigd in een oude Chinese school waar de geschiedenis werd verteld. Het werd langzamerhand tijd richting een plek te gaan waar Grab ons weer kon oppikken. Dat was een groot monument de Golden Dragon dus makkelijk voor een chauffeur om ons op te pikken. Terwijl we bezig waren met de aanvraag liep er een persoon voorbij die vroeg of we een taxi wenste. Ik gaf aan dat ik een Grab ging bestellen, ok. Wat bleek toen ik de aanvraag deed kwam deze bij hem binnen omdat hij het dichtste bij was. Toeval of niet, dat was wel hilarisch. Hij haalde zijn taxi en bracht ons voor dezelfde prijs €12 helemaal tot aan de steiger vanwaar de tenders vertrokken. We waren dwarsaf en gelukkig vertrokken we direct. Op het schip aten we nog een salade, nog even naar de Greenhouse Spa, de zon onder zien gaan en heerlijk gegeten. Lagen om 22.00u in bed.

Dag 36
Vanmorgen aangemeerd in Port Malai op Langkawi, een eilanden groep voor de kust van Maleisië. Ik was gisteravond niet lekker en heb een slechte nacht gehad, voelde me erg vervelend. Wellicht te lang in de zon gelopen dus opletten geblazen. Ontbijt op de kamer want we hadden een excursie op het eiland die om 09.00 u startte. Verzamelen in het theater waarna je in etappes naar de bussen loopt die gereed staan bij de steiger, dachten we. De bussen stonden daar niet maar 600 meter verder bij het begin van de Jetty, dat viel tegen. Maar goed eenmaal in de bus duurde de controle van de tickets erg lang dus we vertrokken ruim een half uur later. Op het eiland wonen ca. 100000 mensen, veelal werkzaam in het toerisme want anders is hier niet. Het eiland is tropisch en bestaat uit bergen en heuvels en heeft dezelfde vorm als Tasmanië. Er is op het hele eiland één autoweg die als een ringweg over het eiland loopt. Resorts en hotels wisselen elkaar af zodra je een stadje inrijdt. De wegen zijn erg rustig en je komt er zelfs apen tegen. Onze eerste stop was het Adelaarsplein, op een half uur rijden van de boot in Pulau Langkawi. Hoer staat een iconisch standbeeld van 12 mtr hoog van een rode adelaar het symbool van deze eilandengroep. We hadden hier een half uurtje, dus na de vogel te hebben gezien in het kleinen nieuwe winkelcentrum wat geld gepind en weer door. De volgende stop was het Langkawi Craft Village aan de noordkust. Het complex is ontworpen om het rijke culturele erfgoed van Maleisië weer te geven. Er waren verschillende musea in het gebouw die de Langkawi-folklores vertoonde in de vorm van kunstwerken die de legende van Mahsuri weergeven, die het eiland vervloekte nadat hij ten onrechte werd beschuldigd van overspel. En het Custom and Wedding Museum toonde trouwjurken en intrigerende rituelen die werden uitgevoerd tijdens een traditionele Maleisische bruiloft. Daarnaast was er van alles te koop, van batik tot glaswerk en vele andere souvenirs. Interessant echter wij hadden er gemengde gevoelens bij. Hierna vervolgden we onze reis naar Under Waterworld Langkawi. Een groot zeeaquarium met de meest uiteenlopen vreemde vissen die ik in veel aquariums nog nooit had gezien, ook waren er pinquins, tropische vissen en otters, het leek op Seaworld, erg leuk en indrukwekkend groot complex. Het was inmiddels 14.30u dus terug naar de boot voor koffie en wat te eten. Ik voelde me nog niet bovenjan dus bleef op de kamer, Trudie ging nog haar rondjes lopen en aansluitend naar de spa. We aten vanavond in het buffet restaurant. Wij vonden deze excursie muv. aquarium niet bijster interessant en een beetje zonde van het geld.

Dag 37
Alweer vroeg dag, Trudie had slecht geslapen en ik ben nog niet 100% maar we laten ons niet kennen. We deden vandaag Georgetown aan in de provincie Penang, de tweede stad van Maleisië waar zo’n 250000 mensen wonen. De skyline is er één met wolkenkrabbers waaronder veel hotels, is UNESCO beschermd gebied vanwege de vele historische gebouwen uit de Engelse overheersing tot 1957. Toerisme is ook hier één van de economische drijfveren en het is de grootste havenstad van Maleisië. De boot voer rond 07.00 uur de haven binnen, voorzichtig manoeuvreren zonder sleepboten, vakmanschap vereist om zo’n enorm schip zonder schade aan de kade aan te meren. Ontbijt op de kamer omdat we om 8.15u gereed moesten zijn voor de excursie vandaag, Hill en Tempel bezoek. We melden ons op tijd in het theater echter de havenautoriteiten lieten op zich wachten, wellicht nog aan de koffie. Rond 8.45u konden we van boord, voorzien van een sticker voor bus 5 en wederom uitgezwaaid door de captain en zijn staff. Het was nog een flinke tippel van de boot naar de uitgang waar de bussen stonden, toch snel gevonden want er stond voldoende aanwijzend personeel. We werden ontvangen door onze gids van vandaag Mac, een aardige Hong Kong Chinees die zijn werk goed deed. Kaartjes checken en instappen en we zaten voorin. Het is een drukte van belang in deze omgeving en file rijden was op dit tijdstip dan ook niet ongewoon. De eerste bestemming was Penang Hill, de naam zegt het al we moesten boven op een berg zijn. Op meer dan 600 m hoogte ligt Penang Hill en biedt een panoramisch uitzicht op George Town. We moesten met een kabeltrein naar boven, dat is wat comfortabeler dan lopen en duurt 15 minuten naar de top. Op de top met een fantastisch uitzicht, staat een  prachtige Hindoetempel gemaakt door de werkers die de kabeltrein hadden aangelegd in de jaren 20 van de vorige eeuw. Er groeiden unieke planten, boomvarens en ander tropische planten, er zijn eettentjes en veel vertier. Erg de moeite waard van een bezoek. In de tijd van de Engelse overheersing was dit ook een uitkijkpunt over zee en de omgeving. We zitten weer op een eiland verbonden met twee bruggen, één van 2,4 km en één van 24 km. We hadden voldoende tijd en een groot deel liepen we met de gids mee maar we deden ook een aantal dingen met z’n tweeën. Ook waren er apen maar die lieten zich niet zien. Na een ijsje weer verzamelen en met de lift naar beneden waar de bus alweer stond te wachten, strak programma. Op naar de tempel Kek Loi Si een boeddhistische tempel, de grootste van Maleisië en een belangrijk bedevaartsoord voor vele boeddhisten uit ZO Azië . Het hele complex werd gebouwd in een periode van 1890 tot 1930. De belangrijkste trekpleister van het complex is een opvallende, kleurrijke zeven verdiepingen tellende pagode, 176 treden omhoog gelopen pfff, en een bronzen beeld, 36,57m hoog van de godin Kuyan Yin van barmhartigheid. Het is een enorm complex en gelukkig konden we ook hier weer met een kabellift. Eerst zo’n 150m omhoog waar je de pagode kunt bezoeken en beklimmen alsook een wens kunt doen en daarna met een, stalen cilinder tegen een klok duwt wat een behoorlijk geluid gaf. Maar afwachten of de wensen in vervulling gaan. Vervolgens nog een lift die je nog eens 250m ombrengt naar het enorme beeld van godin Kuyan Yin, wat door haar grote een enorme indruk maakt. Er nog vele andere grotere en kleinere godshuizen met enorme beelden waar mensen knielen met hun wierookstokjes en hun gebeden doen. Het blijft een indrukwekkend spektakel. Terug naar de bus en de boot waar we rond 14.45u arriveerden. Nog een lichte lunch en naar onze hut waar we even onze ogen sloten, om vervolgens om 19.30u weer te dineren. Wat hebben we het toch slecht. Na het bezoek aan het theater lekker naar ons bed want morgen weer op stap naar Kuala Lumpur.

Dag 38
De reis begint zijn tol te eisen, vermoeidheid slaat toe, het blijft enorm benauwd en warm en verlangen naar thuis begint te komen. Ik begin me weer beter te voelen echter nu voelt Trudie zich niet zo lekker wat zeker te maken heeft met bovenstaande maar we gaan gewoon door met deze fantastische reis. Ook vandaag weer een gave dag. We hadden een excursie geboekt met een privé chauffeur via Viator die ons ophaalde bij de cruise haven en ons bracht bij een aantal leuke plekken. Toen we aanmeerden belde hij ons al dat hij stond te wachten en stuurde foto met kenteken. We vertrokken om 8.15u richting Kuala Lumpur, de hoofdstad, wat ruim een uur rijden was. Onderweg vertelde de gids/chauffeur allerlei wetenswaardigheden wat interessant was en gezellig. De wegen zijn erg druk en het is goed oppassen met alle scooters en motors die je links en rechts voorbij zoeven. Onze eerste stop was het Koninklijk Paleis Istana Negara waar de koning woont. Bij de hoofdentree, twee torens met daartussen een grote stenen boog wit-geel-zwart, stonden de wachters op hun paard in vol ornaat gekleed in rood-witte uniformen, rood van de British en wit van Maleisië heb je zicht op de entree van het paleis. De aflossing van de wacht is verwant aan die van Buckingham Palace. Het is een prachtig giga wit geel/goud complex met 22 gouden koepels en mooie tuinen er om heen. We mochten niet naar binnen maar dit beeld was al genoeg. Het hek stond open en we waren getuige van de aankomst van wellicht een hooggeplaatste ambtenaar onder politie begeleiding. De koning was thuis want de gele vlag hing in top. Kom je op bezoek dan geen geel dragen want dat is alleen voor de Royals. Het was hier een drukke van belang met bussen en taxi’s gezien dit een topattractie is, mijnsinziens is het in het verleden nooit zo druk geweest op Soestdijk, wellicht alleen met Koninginnedag. We moesten door en kwamen bij een giga Hindoe tempel de Buta Caves. Als je komt aanrijden weet je niet wat je ziet, een enorme hoge zandstenen rots met giga inham en een hoge gekleurde trap, een chaos met auto’s, vele bezoekers waaronder vele Indiërs en een enorm goudgeschilderd beeld van de apegod Handuman 43m hoog. De grotten zijn één van de grootste toeristische attracties van het land en een bedevaartsoord voor Tamil Hindoes. De caves zijn vernoemd naar de Sungai Batu rivier die in de buurt stroomt. De grotten waren tot 1878 onbekend bij het grote publiek en een Amerikaanse natuuronderzoeker heeft hun bestaan aan de rest van de wereld onthuld. Een leider van de Hindoe-gemeenschap  bouwde  in 1891 een tempel in de grotten die bereikbaar is via een stenen trap met 272 treden en niet makkelijk begaanbaar. Maar goed de uitdaging riep, Trudie bleef beneden en ik starte. Terwijl ik me door de drukte richting trap begaf werd ik verrast door honderden duiven maar ook tientallen apen (Makaken) die op en rond de trappen leefden. Zij hebben een goed leven hier want de offers die gebracht werden bestond uit voedsel, krijgen ze het niet dan halen ze het wel uit je tas, of van je bordje wat sommige mee naar boven sjouwden met alles er op. Dat was al een spektakel op zich, loop je met allerlei lekkere dingen naar boven kom je wel met je bordje aan maar zonder wat er op ligt, wat een moeite kun je weer terug. Er zijn alleen twee leuningen in het midden dus je kunt je bijna nergens aan vast houden, dan alleen aan de lage muur aan de zijkanten en dat weten die apen ook dus je evenwicht bewaren is het belangrijkste. Halverwege stond op een heel klein plateautje, wat je na iedere 20 treden had, een ouder Amerikaans echtpaar waarvan de man niet goed was geworden en constant wilde vallen. De vrouw, hoe bizar zonder handen, bleef tegen hem aanpraten dat hij bij moest blijven en niet door z’n knieën kon zakken. Er was niet veel ruimte dus als hij viel donderde hij, of over de balustrade heen of naar beneden, tegenhouden was dus de enige optie. Daar sta je dan en wat moet je. Zij waren met een excursie van de HAL  en gelukkig waren er twee stevige heren die het overnamen, en een echtpaar wat naar beneden ging, om hulp te halen. Ik dacht mooi zo dan kan ik verder. Wat bleek achteraf, toen ik de vrouw toevallig op de boot sprak, hij had in de bus in plaats van z’n bloeddruk verlagers een slaappil in genomen, hoe bizar. Maar goed eenmaal boven stond ik bij de entree van de grootste grot, genaamd Cathedral Cave of Temple Cave. Binnen was de grootste en belangrijkste van de verschillende tempels hier. Ik liep via een trap naar beneden de enorme grot in, verbazing is al wat je overkomt. Mensen worden hier gezegend door priesters, brengen offers mee, fruit en drank etc. zijn aan het bidden bij de verschillende goden die langs de kant staan. Een heel ritueel wat diepe indruk maakte al was het alleen al de wierook geuren en rook die bijna je oren uitkomen. Achter in de grot was nog een trap van ca. 40 treden omhoog waar zich nog een tempel bevond. Het dat was een beleving op zich en bijzonder om mee te maken. Ook grappig om te zien was dat de ceremonies gewoon doorgingen en er mensen bezig waren om het plafond van de tempel te schilderen zie je het al gebeuren tijdens de zondagsmis. De weg naar beneden was een spannende. Er was geen leuning alleen een balustrade waar je je aan vast kon houden en de treden waren erg smal, kreeg je een duwtje van een ander dan zat de kans er in dat je naar beneden donderde, ik kwam weer veilig beneden, onderweg nog even opgehouden door een brutale aap die een plastic tasje van de buitenkant van m’n rugzak jatte. Trudie stond mij beneden al op te wachten en had hier, bij de diverse tempels die er stonden nog foto’s geschoten en een bruiloft ceremonie aanschouwd. Ook werd ze gezalfd, ze liep met haar krukken en moest bij een priester komen, haar krukken geven en ze kreeg een rode streep op haar hoofd. Daarna kreeg ze de krukken weer terug, gelukkig maar. Snel weer instappen en op naar een Batik fabriekje. Erg interessant, want hier werd uitgelegd hoe de prachtige doeken werden gemaakt op zijde en katoen en we mochten het zelf ook uit proberen. Op en groot wit doek zijde, worden tekeningen gemaakt met wax. Vervolgens wordt met een kwast de verf aangebracht wat netjes tussen de wax lijnen blijft en niet uitvloeit. Als dit klaar is krijgt het nog een soort natuurlijke behandeling met vloeistof en wordt de was er met heet water uitgewassen en klaar is kees. Heel bijzonder om te zien. Vanhier door naar de Royal Selangor een tinfabriek. In 1885 arriveerde een jonge tin-smid Yong Koon in Maleisië vanuit China, met alleen een set gereedschap en grote vastberadenheid om te slagen. Dat is gelukt, tegenwoordig is de bescheiden onderneming van Yong Koon Royal Selangor, 's werelds belangrijkste naam in kwaliteitstin. We kregen een interessante rondleiding door de fabriek waar allerhande kwaliteit producten met de hand werden gemaakt, zelfs op bestelling. Ook worden hier de trofeeën voor de formule 1 ontworpen en gemaakt en voor vele andere sportevenementen. Na dit bezoek een sneltrein stop bij de Petronas Towers, die met hun 452m tot de hoogste torens ter wereld behoren. Gebouwd als boegbeeld van Maleisië en Kuala Lumpur en als hoofdkantoor van de oliemaatschappij Petronas. Het gebouw ziet er als nieuw uit omdat de buitenkant roestvrijstaal is, erg indrukwekkend. We konden er niet in gezien de tijd en er tegenwoordig een tijdslot is waarvoor je online moet boeken. De inwendig mens wil ook wat dus de gids bracht ons naar de wijk Little India in Brickfields, de naam zegt het al. Een gezellig Indisch restaurant Sri Visalatchis in een Indische wijk waar we gastvrij werden ontvangen en getrakteerd werden op een heerlijke maaltijd. Wat de boer niet kent, maar goed iets anders was er niet en het was het proberen waard. Iets te pittig maar het was lekker en werd opgediend op een bananen blad. Veel producten die nieuw voor ons waren botermelk smaakte een beetje naar karnemelk, kippenvlees in een heerlijke Indische saus en diverse groentes, erg smaakvol. In de winkel werd er gerocheld wat op zich niet zo smaakvol was maar dat hoort waarschijnlijk bij de gewoontes en je kon met je vingers eten, toch maar liever een mes en een vork. Na de dish moesten we nog terugrijden ca. anderhalf uur gezien de drukte op de weg. Kwamen gelukkig op tijd op de boot, afscheid genomen van Suresh onze chauffeur en naar onze hut. Naderhand lekker koffie gedronken in Crows Nest, nog heerlijk ontspannen in de spa en lekker gegeten in het restaurant. Wat een geweldige dag weer.

Dag 39
Twee zeedagen waarop uitrusten, de heerlijke momenten zijn. Helemaal geen verplichtingen, uitslapen voorzover mogelijk en op krachten komen. Trudie was niet ok maar goed we zouden om 10.00 uur de evenaar passeren en dat gebeurd met een grote Evenaars ritueel / ceremonie die we niet wilde missen. Het personeel wat nooit de Evenaar is overgestoken  wordt gedoopt. We hadden een licht ontbijt in de hut en zijn na het douchen naar het achterdek gegaan waar de ceremonie plaatsvond. We waren niet de eersten maar hadden goede plaatsen. We voeren door de Straat van Malakka richting Indonesië met aan bakboord kant Singapore. Even voorbij Singapore ligt de evenaar. Om exact 10u starte het festijn, de cruise director deed in rechterskledij met pruik op, een introductie waarna Koning Neptunus met vrouwlief verscheen en plaats nam op zijn troon, ook de Kaptein en zijn gevolg namen deel en keken van bovendek en vervolgens werden onder luidt gejuich de schepelingen binnengehaald en in een kooi gestopt, nat gespoten en met kratten ijs klontjes overgoten. Vervolgens werden vier schepelingen uit de kooi gehaald, moesten knielen voor koning Neptunus, de rechter sprak een oordeel uit over wat zij persoonlijk hadden gedaan, erg ludiek verteld en Neptunus deed een uitspraak waarna zij een enorme vis moesten kussen en met een soort gekleurd eiwit werd ingesmeerd. Dan was het of in de zon zitten,  kapitein met officieren duimen omhoog of naar beneden, of in het zwembad worden gegooid. Dit werd dus enkele keren herhaald, totdat alle schepelingen aan de beurt waren geweest. Een erg leuke ceremonie in een warme omgeving. Zelf kregen we ook een certificaat. In vroeger dagen ging het er wel anders aan toe maar dat is verleden tijd. We gingen hierna naar onze hut, Trudie heeft deels op bed gelegen en ik heb mijn foto’s weer wat op orde gebracht. We zouden eten in het specialiteiten restaurant The Pinnacle echter dat heb ik naar een latere datum verplaatst. We hebben de dag verder niet veel meer gedaan, wel gegeten in het restaurant, Trudie voelde zich gelukkig weer wat beter en zijn op tijd naar bed gegaan. De klok ging weer een uur terug.

Dag 40
Heerlijk uitgeslapen, Trudie voelt zich gelukkig beter, ontbeten in het buffet restaurant en om 10 uur naar een presentatie over Surabaya en Bali. We hadden voor alle plaatsen die we aandeden excursies geboekt vooraf muv. Phuket en Surabaya en Bali, waren even benieuwd wat we nog graag wilden zien, gezien we al overspoeld zijn met een rugzak vol sightseeing. Aansluitend was er een presentatie van kapitein Wouter van Hoogdalem. Een enorme getalenteerde man die zelfs cruise director had kunnen zijn. Hij laat zich veel zien op het schip, is benaderbaar, vriendelijk en neemt overal de tijd voor, heb inmiddels al een paar keer met hem gesproken. Hij woont in Groningen en is vanaf volgend jaar op de Oosterdam. Gezien zijn staat van dienst kan hij na een bepaalde tijd overstappen op een ander schip, nu drie jaar op de Westerdam, 3 maand op en 3 maand af. Deed een prachtige uiteenzetting over het schip, navigatie, motoren, schroeven, de stabilisatoren die werken met een gyroscoop, zodra het schip teveel beweging maakt van stuurboord naar bakboord gaan deze automatisch uit. Ook sprak hij over de tijd dat het stil heeft gelegen tijdens corona. Je staat er niet bij stil wat dit betekend voor een schip, qua aangroei, vervuiling, motorstoringen etc. Het heeft de maatschappij veel geld gekost, niet alleen het verlies van klanten maar ook het onderhoud na de pandemie waarna alle schepen stuk voor stuk in onderhoud en schoonmaak moesten op de werf, bijkomend voordeel was dat er veel vernieuwing op de brug kwam qua techniek. Het was inmiddels 12u, lichte lunch genomen en gechild in de hut. Om 15u naar de Indonesische hightea, Greenhouse Spa, restaurant, theater en weer op naar bed. Wat hebben we het zwaar. 

Dag 41
We zijn beide weer opgeknapt en voelen ons stukken beter dan de afgelopen dagen. Via de straat van Malakka en Zuid Chinese Zee meerden we aan in Jakarta in een havenkom die, gezien er aan beiden zijde schepen lagen, niet al te breed was. Maar goed stuurmanschap verloochend zich niet, met een aantal slepers in de buurt werd de boot op de juiste plek gemanoeuvreerd, voor de ingang van het haven gebouw. Jakarta heeft een enorme haven die inmiddels wordt uitgebreid, baggermaatschappij Van Oord was druk aan het werk. Er was volop bedrijvigheid en overal werd wel gewerkt met een hoop herrie. We hadden ontbijt op de kamer en rond kwart voor acht gingen we aan wal waar we warm werden onthaald door muziek en dans van een Indonesisch ensemble, in vrolijke kleurrijke kledij. Er wonen hier inmiddels meer dan 10 miljoen mensen. Jakarta is één van de snelst zinkende steden ter wéreld wat mede te danken is aan de stijgende zeespiegel. Maar het wegzakken van de stad is ook het gevolg van het massaal oppompen van grondwater, waarmee de miljoenen inwoners zichzelf van water voorzien. Want dat is meer dan dat er door de natuur wordt aangevuld. Het resultaat daarvan is dat stadsdeel Noord-Jakarta in het afgelopen decennium in recordtempo zonk. Wel tweeënhalve meter! In dit tempo staat Noord-Jakarta in 2050 bijna volledig onder water. Er wordt gewerkt om e.e.a. tegen te gaan maar daar is goed watermanagement voor nodig. We liepen door naar de hal van het gebouw waar we door de douane moesten, tas door de scan en een inreisvisum moesten afgeven wat we vooraf op de boot al hadden ingevuld. Kosten door de HAL €60 pp. Wellicht de helft als je het vooraf had gedaan. We hadden een excursie geboekt via Viator en bij de uitgang stond een dame warm aangekleed, muts op (29graden) met een bordje met onze namen en nog twee. We waren met 6 totaal in een mooie minibus en na de kennismaking instappen, we kregen nog een zak met allerlei lekkere dingen en vertrokken. Het verkeer in Jakarta is chaotisch, ondanks dat het zondag was. We reden van de haven de drukte in, tuk tuks, taxi’s, bussen, motors, scooters, handkarren je kunt het zo gek niet opnoemen het wil allemaal als eerste. Toeteren en manoeuvreren van links naar rechts en onze chauffeur liet zich niet van de wijs brengen, werkelijk elk gaatje is gevuld. Daarnaast zit er op bijna iedere hoek een moskee, de kleuren, blauw, groen en goud/wit voeren de boventoon. Wij begrijpen nu dat de Islam ‘regeert’ in deze landen en je wel verplicht bent om deel te nemen want de sociale controle is dus groot. Zelfs in de haven staan er tientallen om de havenwerkers de kans te geven om te bidden om de zoveel uur. We bezochten als eerst een enorm plein waar het voormalige gouverneurs kantoor staat, het stadhuis gebouwd als copy van het Koninklijk Huis op de Dam, nou ja er waren overeenkomsten maar dan had je ook iedere vergelijking wel gehad. Tegenwoordig is het, het Jakarta historisch museum met de geschiedenis door de tijd heen, vanaf het kolonialisme, de VOC tot de onafhankelijkheid. Het was er een drukte van belang omdat men het belangrijk vindt de geschiedenis door te vertellen. Het museum had zijn tijd van binnen wel gehad, als wij musea hadden die er zo uit zouden zien dan waren er wellicht geen bezoekers, oud, vies, slecht onderhoud echter krijg je wel een beeld van hoe het was. We liepen een klein stukje door het oude centrum met nog steeds herinneringen aan het koloniale verleden, de gebouwen en uitingen er op, woorden als stadhuis, maatschappij, bushalte erg herkenbaar. We liepen naar een punt waar we weer werden opgepikt, een drukke straat met eetstalletjes, paard en wagens en tuk tuks reden tussen de enorme rijen auto’s en bussen, sommige met politie begeleiding. Het duurde even eer het busje er was en door naar de grootste moskee van ZO Azië en de zes na grootste van de wereld met een capaciteit van 250000 gelovigen. Nadat de bus een plekje had gevonden in deze mierenhoop van verkeer, was voorzichtigheid geboden want voor je het weet zat je bij iemand achter op de scooter terwijl je uitstapt, zo krap was het, daarnaast kwamen de etensgeuren je tegemoet van de 100derden kleine eetkarretjes die hier stonden, je moest soms over de mensen heenstappen die op straat lagen, waarom we weten het niet. Maar we hadden het gered de entree van het enorme plein van de moskee. Velen lopen hier in een nikab oid, dus zijn volledig op de ogen na bedekt. Het gekke is dat je het hier accepteert maar in de Westerse omgeving je bedenkingen hebt. Het ziet hier met recht zwart van de mensen. Allereerst moesten we bedekt zijn, de mannen kregen een omslag rok en de vrouwen een volledige jurk met capuchon, lekker luchtig bij inmiddels 38 graden, maar we hadden  het er voor over. Ik haalde bij de vele ATMs die hier stonden geld en was direct miljonair. Twee miljoen roepie is ca €100, er rolde een hele stapel biljetten uit de machine wat wel grappig was. Aansluitend liepen we met een gids naar de enorme moderne moskee die hier stond. Het krioelde van de mensen, buiten en binnen en in de gangen lagen mensen op de grond, waren aan het bidden en de stem van de Imam galde door alles heen, je werd er knettergek van, geef ons maar de dominee of de pastoor. We liepen enkele trappen op en keken neer op de enorme vloer waar duizenden vrouwen aan het bidden waren, de mannen waren weten we niet, wellicht een vrouwen dienst want het is altijd gescheiden. Even wat foto’s en weer door, omkleden en naar de andere zijde van de weg waar een grote kathedraal stond, gebouwd tijdens het koloniaal verleden. Oversteken doe je hier met gevaar voor eigen leven, gelukkig maande de gids zwaaiend met haar hand het verkeer een moment tot stilstand, konden we snel oversteken als je niet nog eens onder een scooter kwam. We konden helaas niet in de kerk want er was een dienst gaande, jammer. Dus weer de weg over op dezelfde manier zonder kleerscheuren. Het busje bracht ons nu naar het onafhankelijks plein, Medan Merdeka waar het Nationaal monument staat, in de volksmond ook wel Monas genoemd. Het is een van de monumenten die in opdracht van Sukarno werd gebouwd in 1964 toen het nationalisme nog hoogtij vierde. Het is een bronzen obelisk van 137 meter hoog met op de top een vlam, bedekt met 35 kilo goud. Het staat voor de vastberadenheid van het Indonesische volk om voor de vrijheid te blijven strijden ten tijde van het nationalisme. Nog een kort fotomoment bij het Koninklijk Paleis en door voor een echte Indonesische lunch welke we in een goed restaurant Gado Gado genoten. Een blad vol met lekkere dingen echter wel erg spicy wat onzes inziens de smaak wegneemt van deze heerlijke gerechtjes, maar goed we zullen het wel weer merken. Na de lunch gingen we weer op de boot aan via de oude stad, het zakencentrum en het havengebied kwamen we rond 14u weer aan. Afscheid nemen van de gids die we vorstelijk beloonde, het lijkt allemaal meer dan het is. Op naar de cappuccino in het Crowsnest, wat we elke dag doen en volgden hier de sail out. We vertrokken om 15.30u uit Jakarta, deden nog een rondje Spa en hebben weer heerlijk gedineerd. Nog even naar het theater maar dat vonden we niks, standup comedians zijn wij niet zo van. We denken tevens aan het feit dat we eigenlijk op tijd terug zijn uit Australië waar het op dit moment in het noorden noodweer is en zuid oosten de temperaturen zijn gestegen tot boven de 40 graden. In het noorden waren we in deze gebieden waar de rivieren op sommige plekken 10 m zijn gestegen. We denken aan onze familie die hier woont en steken hen een hart onder de riem.

Dag 42
Iedere dag starten we met ontbijt, veelal op de kamer en iedere dag ontbreekt er wel wat of is er iets mis. Vergeleken met 12 jaar terug is er een hoop veranderd bij de HAL. Voor vanmorgen had ik een gekookt ei besteld bij het ontbijt en wat miste er, ja juist. We maakten er grapjes om, toen werd er op de deur geklopt en ik zei zo met een gekke bek dat zullen de eieren zijn, deed de deur open en ja hoor, de eieren, we hebben er hartelijk om gelachen, maar goed, Semarang vandaag. Het is een stad aan de noordkust van het eiland Java en de hoofdstad van midden Java. Heeft ongeveer 1,5 miljoen inwoners, waarmee het de 5e plaats inneemt op de lijst van grote steden in Indonesië. Semarang was een belangrijke haven tijdens de Nederlandse koloniale periode. De entree naar de haven is erg ondiep zeker bij laagtij, dus we voeren vanochtend vroeg heel rustig richting haven. Trudie zag een eind buiten de haven mensen in het water lopen op een soort rif oid. waar in ieder geval het water laag was dat spreekt dus al voor bovenstaande redenering en de kapitein had al aangegeven dat er 120 cm water onder de kiel zat wat niet veel is. Het is een soort wad-haven en toch lopen er grote schepen binnen. Om 7.00u lagen we aan de wal en rond 8.15u verlieten we de hut om in te checken voor de excursie van vandaag. Er was ook een excursie naar de Borobodur maar dat was heen en terug 5 uur in de bus zitten dan wellicht daar een uur rondlopen en dat vonden we zonde van het geld, 250 dollar. Mochten we een nacht overblijven dan was het anders geweest. Wij deden de Hihglights en Joglo Hill tour. Vandaag geen muziek op de kade dus doorlopen. De bussen stonden al gereed en onze gids was Hery. Direct nadat we wegreden begon hij te zingen over hoe happy we waren, eerst in zijn moedertaal en vervolgens in het Engels en iedereen zong mee. De eerste stop was het Rongomarsito Museum, het grootste provinciale museum van Indonesië en het mag gezegd worden dit was een prachtig museum zoals een museum betaamd. Een mooie collectie antiek, Javaans handwerk, schilderijen, kostuums en heel veel andere mooie en zeldzame voorwerpen. Onze gids nam ons mee op sleeptouw en vertelde honderduit. Na dit bezoek op naar de Chinese Sam Poo Kong tempel. De oudste Chinese tempel in centraal Java. Wordt nu gedeeld door Indonesiërs van meerdere religieuze stromingen waaronder moslims en boeddhisten. Het complex bestaat uit vijf enorme tempels en de moeite waard van een bezoek echter te kort. De weg naar de tempel gaf een goed beeld hoe de mensen hier leven, we reden door wijken en straten waarvan je dacht wat een bende, hoe kun je hier leven en wat een armoede maar overal bedrijvigheid. Draai je het om dan weet je dat zij wellicht ook niet anders gewent zijn. Ook het verkeer was hier erg druk en de bus manoeuvreerde zich door het kleinste gaatje. Op straat een soort verkeersregelaars die met vlaggen anderen de weg op manoeuvreerden. Gezien het aantal eet-tentjes vraag je je af waar leven al die mensen van. Voor ons volgende bezoek moesten we een uur met de bus rijden naar Joglo Hill. We reden de stad uit en kwamen in de wat betere wijken met duurdere huizen en ambassades, reden via een prachtige tolweg, die hier dus ook zijn, langzaam omhoog. Het laatste stuk reden we door de rijstvelden en kleine dorpjes en kwamen vervolgens uit in Joglo Hill. Een prachtige idillysche omgeving met veel groen. We reden een smal weggetje op waar de bus ternauwernood door kon en arriveerde bij een traditioneel hotel met prachtige vakwerkhuizen. Hier was tevens een soort dorp nagemaakt zeg maar Orvelte in Drenthe waar je een blik kreeg hoe de mensen leven, er stonden een aantal waterbuffels in de modder met een Javaan die demonstreerde hoe hij met die beesten door de modder liep, er waren mooie tuinen en werden ontvangen door Javaanse jongens die een prachtige dans deden erg leuk. We kregen hier fruit, lekkere cakejes en thee, dit was alleraardigst. Na een uurtje weer in de bus en op naar de oude stad van Semarang ,ook wel little Holland genoemd. De terugweg leek wel sneller te gaan dan heen. We stopten voor het grote treinstation ooit gebouwd door de Nederlanders, moesten ca. 200m lopen en kwamen bij de oudste christelijke kerk van midden Java die stamde uit 1753, de Blenduk kerk. Deze is zeshoekig met een grote ronde koepel en twee torens flankeren de entree, er was een kerkorgel maar dat werkte niet meer. De voorganger was tot begin 1900 een Nederlander en er worden nog steeds kerkdiensten gehouden. Voor de kerk allemaal kinderen die lekkere snacks aan de man brachten een klein toeristisch stukje in Semarang. Vanhier weer naar de boot waar we rond 14.00 uur aankwamen en onderweg werd er weer gezongen, wat een jolijt. Op de boot gelunched en koffie gedronken. Op naar de hut waar we een aantal uurtjes hebben gechild. Ook weer lekker gegeten, tijdens het eten hadden we nog een leuk gesprek met de kapitein, die onverwachts even bij ons aan tafel kwam, we hadden al een paar keer eerder met hem gesproken maar nu wat uitgebreider wat erg leuk was. Hij vliegt met hetzelfde vliegtuig als ons naar Nederland en is de Kerstdagen ook thuis. Nog even een theater bezoek en op naar de volgende dag.

Dag 43
Een nieuwe dag met aankomst in Surabaya, Trudie was al op het balkon toen we langzaam de haven invoeren. Wederom een grote zeehaven waarin altijd wel iets te zien is. We hoorden in de verte al welkomst muziek van een lokale band, dat was gezellig. Vandaag een excursie met Viator, privé chauffeur die ons wat highlights van Surabaya zou laten zien. Douchen, opknappen en het ontbijt werd op de kamer gebracht waarna we om even voor achten de hut verlieten op weg naar de terminal waar zoals eerder gezegd we werden verwelkomd met muziek en dans. In de mooie terminal allemaal marktkraampjes waar de lokale bevolking allerlei souvenirs aan prijsden. Bij de entree van de terminal was het een drukte van belang met taxichauffeurs die hun gasten kwamen ophalen alsmede bussen voor de excursie. Onze gids Qowim stond er ook tussen, een aardige jongeman die ons meenam naar de taxi waarin de chauffeur al gereed zat. Even kennismaken, hoe laat we precies weer terug moesten zijn, want ook hier is het verkeer erg druk, en vervolgens het haventerrein verlieten. Na een aantal kilometers viel direct op dat Surabaya veel gestructureerder was dan andere plekken die we tot nu toe hadden gezien, niet een echte cultuur shock maar wel degelijk anders. De gids legde ons uit dat het koloniale verleden z’n sporen ook hier had achtergelaten, herkenbaar in de stijl van veel gebouwen. We reden eerst naar Monkasel, een oude onderzeeër (monument) van de Indonesische marine uit de Koude Oorlog welke vrij dicht bij Sungai Kalimas ligt, het belangrijkste winkelcentrum van de stad, dus druk en in het zicht. Het is een herinnering aan de strijd van het land voor onafhankelijkheid, om mensen te laten weten dat Indonesië zijn eigen strijd voor onafhankelijkheid heeft gehad en dit één van de bewijzen was. We klommen in de onderzeeër en wrongen ons door allerlei krappe doorgangen en kregen een goed beeld hoe de 63 opvarenden zich moesten redden in de kleine benauwde ruimtes. Na dit bezoek reden we naar de Balai Pemuda de Simpangsche Sociëteit uit 1907 gebouwd als een uitgaansgelegenheid voor de Europese elite (vooral Nederlandse burgers) die in Surabaya woonden. De Sociëteit was gebouwd door een architect uit Nederland genaamd Westmaes en is nu cultureel erfgoed en centrum van kunst en culturele activiteiten. In de kelder was een tentoonstellingsruimte met prachtige schilderijen van lokale kunstenaars. We hadden even de tijd gehad om hier rond te lopen.
Er waren ook enkele schoolklassen waarmee we op de foto gingen, erg leuk en enthousiast. Vanuit hier reden we naar het monument Tugu Pahlawan, het belangrijkste symbool van de stad, opgedragen aan de mensen die stierven tijdens de onafhankelijks oorlog bij Surabaya op 10 november 1945. Het is 41,15 meter hoog, pilaarvormig en onthuld op 10 november 1952 . De oorlog werd geleid door Sukarno de eerste Indonesische president die ook opdracht gaf voor de bouw van het monument. Tevens staat hier het 10 november Museum, gebouwd om de betekenis achter het Monument uit te leggen. Het gebouw bestaat uit twee verdiepingen, met tentoonstellingen die de geest van de strijd van het Surabayan-volk symboliseren. Erg interessant om een beeld te krijgen van wat er zich afspeelde toentertijd. Het museum bevat reproducties van documentaire foto's, en er zijn diorama's die acht gebeurtenissen presenteren die plaatsvonden. Deze geschiedenis hebben wij nooit op school gehad. Snel weer naar de auto waar de airco een heerlijke koele bries blies, het was inmiddels 38 graden pfffff. We reden door naar de Ampel Mosque, de oudste moskee in het Ampel district in Oost-Java en gebouwd in 1421 door Sunan Ampel die hier ook begraven ligt en de Islam deze kant op bracht. De Moskee ligt tussen de Chinese wijk en Arabische wijk in. Wij liepen via de Arabische wijk, nauwe straatjes met veel kramen met fruit, zoetigheden en winkeltjes met kleding etc. naar de moskee wat een religieuze attractie is in de stad, omgeven is door gebouwen met Chinese en Arabische architecturen. Het enorme ommuurde complex is erg indrukwekkend met haar pleinen, gebedsruimtes, doorloopjes, graven en plekken om te bidden. Het was er een drukte van belang en ook nu weer moesten Trudie en ik onze benen en bovenlichaam bedekken, Trudie ook haar hoofd, ze leek de boze heks Eucalipta wel uit Paulus de Boskabouter. We hadden veel bekijks door de vele gelovigen die naar deze plek komen om het graf te zien van Sunan zeg maar een soort bedevaartsplek. Ook hier weer de enorme herrie van een oproepende  Imam. Te voet liepen we door allerlei straatjes met winkeltjes en eettentjes naar de grootste vismarkt van Java, de Pasar Pabeam. In aanloop hier naartoe ruik je de vis en zijn er in de straten allemaal vis winkeltjes, is er veel bedrijvigheid, mannen die lopen met grote tonnen vis, vrouwen met bakken vis op hun hoofd, fileerders noem maar op. Vervolgens liepen we het gebouw in, een bruisende mix van kramen met uiteenlopende vissoorten je weet niet wat je meemaakt, wij hebben veel vismarkten in de wereld gezien maar dit is wel de grootste tot nu toe. De uitgestrekte markt was vroeger de enige schakel tussen de Chinese en de Arabische wijk en één van de oudste en meest traditionele markten van Indonesië. Wij hebben alleen de giga lange vismarkt gezien en liepen op smalle paden, waar een grote diversiteit aan vis werd verkocht echter er waren ook lokale groenten en andere etenswaren. Enorm veel kramen met uien en knoflook, er werd gelopen met manden vol vis op het hoofd, tonnen die aan een draagbaar hingen tussen twee mannen in, het was een pracht om naar te kijken en iedere keer liepen we in de weg en werd er geschreeuwd om op zij te gaan. Na ca. 30 minuten werden we weer opgepikt door de chauffeur en reden naar de Sanger Achun Temple gewijd aan Chinese goden en andere Aziatische religieuze iconen. Het lag in een pretpark Pantai Ria en is een toeristische bestemming geworden, ondanks dat het een bidplek is. Buiten aan de waterkant staat een enorm standbeeld van 20 m hoog met twee draken en zeven enorme afbeeldingen, ondermeer van Guan Yin als symbool dat deze tempel is op gedragen aan de god van de Zuidzee. Het gigantische standbeeld werd gebouwd nadat één van de medewerkers een vrouw in het wit zag lopen op de zee. Dat zou wel kunnen kloppen want de eerste 400 meter zee valt droog als het eb is. Ook binnen was er van alles te zien wat oogstrelend mooi was. Aan de waterkant hadden we een ontmoeting met drie dames uit Borneo die een aantal dagen op vakantie waren in Surabaya. We hadden een alleraardigst gesprek over de filosofie van het leven, opvoeden van kinderen, rijk zijn, geluk, etc. en de verschillen, wat blijkt; er zijn zeker verschillen en om hier lering uit te trekken wilde ze ons gesprek graag opnemen om van onze cultuur te leren en hoe wij communiceren binnen het huwelijk, opvoeden kinderen etc. Ongelofelijk interessant en erg leuk, en ze wilde natuurlijk op de foto. Aan alles komt een eind zo ook aan deze excursie met onze gids Qowim, het was een hele tour om nog door het drukke verkeer heen te rijden maar we waren op tijd, afscheid nemen natuurlijk zijn fooi en weer op naar de boot. Allereerst maar weer koffie, waarna de Greenhouse Spa op ons wachtte. We waren erg moe dus die ontspanning hadden we nodig. Vervolgens dineren en nog naar het theater wat we eigenlijk niet meer trokken. Een pianist uit Polen, Filip Wojciechowski speelde prachtige melodieën op de piano echter we waren beiden in slaap gevallen. Gelukkig zaten er niet veel mensen in het theater dus wellicht niet opgevallen. In de hut vielen we als een blok in slaap en we hadden gelukkig een uur langer omdat de klok een uur terug ging.

Dag 44
De reis komt langzaam tot een eind, de laatste plek die we aandoen is het eiland Bali, Denpasar één van de 17000 eilanden waaruit Indonesië bestaat. Een suptropisch toeristen eiland maar zeker een bezoek waard gezien er veel geschiedenis zit en veel bezienswaardigheden, buiten alle toeristen resorts en stranden. Dat mijden wij vandaag. We hadden een excursie geboekt via Tours by Locals, een Canadese maatschappij die zich wereldwijd bezig houdt met excursies op maat. We hadden dit gevonden op internet en samen met een tourguide van de maatschappij de excursie samengesteld. Op basis daarvan wordt de prijs bepaald. Wij betaalden €140 voor deze dag. Om 10.30 uur meerden we aan in de haven van Benoa en werden wederom welkom geheten met een lokaal ensemble in de mooiste kleding en heerlijke muziek. De temperatuur was voor het moment wel uit te houden maar zou lopende de dag stijgen naar 34 graden. We hadden whatsapp contact met de guide Sherif, niet een echte moslim naam maar zijn vader had een film gezien van Omar Sharif en vond de naam wel mooi. Maar goed, we konden om 11.00u van boord, deden vooraf ontbijt in het alà card restaurant en spoeden ons naar de gangway en genoten nog even van de dans en muziek op de kade. De gids stond niet bij de ingang wat wel was afgesproken, maar het was een chaos, iedereen liep door elkaar heen opzoek naar een bus of taxi. We hadden gelukkig whatsapp contact en Sherif stond 100 m verder te wachten met een bordje. Een hele aardige local, gekleed in tradionele kledij, stelde zichzelf en de chauffeur voor. Wederom de check vraag hoe laat terug aan boord, tijd was 19.30u maar we wilden om 18.00u terug zijn. Ons eerste bezoek was een traditioneel Balinees huis maar voordat we daar waren moesten we ca. 45 minuten rijden door de enorme drukte van het verkeer duurde dit bijna een uur. Het is verschrikkelijk hoe druk het ook hier weer was. Waar al die mensen heen moeten….. Onderweg hadden we interessante gesprekken. Er wonen 273 miljoen mensen in Indonesië, maar het is geen echt moslim land in de zin van het woord, weliswaar is 70% moslim maar zij hebben niet de wetgeving volgens de Sharia maar volgen nog steeds de Nederlandse wetgeving, hoe bijzonder is dat. Er zijn wel voorstanders om dit te wijzigen, ook vaak met de verkiezingen maar tot nu toe nog nooit een meerderheid. Daarnaast heeft het land veel bodemschatten, kolen, gas, goud (grootste voorraad van de wereld), zilver, mineralen etc. Er is echter geen eigen kennis om dit allemaal uit de grond te halen dus ondermeer de Amerikanen, Australiërs en ander expats zijn hier volop aanwezig om daarbij te helpen, er is dus rijkdom alleen ook hier weer verkeerd verdeeld. Op Bali wonen 5 miljoen mensen die vooral leven van het toerisme. We reden vanaf Benoa via Sanur de eerste plek waar Nederlanders aankwamen naar Batuan de eerste plek van ons bezoek. Enkele hindoestaanse Balinezen hebben hun huis beschikbaar gesteld om een blik te werpen tegen een kleine vergoeding. Hoe dichtbij kun je kennismaken met de locals. Op het naambordje staat de samenstelling van het gezin, de naam en uit hoeveel vertrekken het bestaat. De entree, zeg maar voordeur is altijd smal en laag en er kan maar één persoon tegelijk naar binnen zodat je, je hoofd moet buigen uit respect voor de bewoners. Huizen zijn gebouwd volgens een bepaalde spirituele filosofie, wat heeft te maken met energie. Er is een buiten, midden en binnen omgeving. Net als ons lichaam in spirituele zin. Daarnaast zijn er diverse separate verblijven, woon verblijf van opa en oma, woon verblijf eigenaar, verblijf kids, keuken, een ceremoniële ruimte en een tempel met de drie goden, Brahma creator, Vishnu beschermer en Siwa destroyer. De tempel is altijd gebouwd naar NO, de keuken altijd naar het zuiden. Wat ook wel interessant is om te vermelden, is dat de grootouders vanaf hun zeg maar pensioen leeftijd gescheiden slapen ter voorbereiding op het leven hierna wat ook gescheiden is. Nou, daar moeten wij nu net even niet aan denken. Nadat Trudie een prachtige Sarong en een Boeddha beeldje had gekocht verlieten we het huis na afscheid te hebben genomen van de eigenaresse, het was bijzonder interessant. Onze volgende stop was Pura Puseh Batuan één van de meest opvallende tempels in dit gebied met prachtig beeldhouwwerk. Het lag in het noordelijke deel van het dorp Batuan. De tempel stampt uit het jaar 1022 na Christus en onderging na een aardbeving een restauratie in 1992 en is geïnspireerd op Indiase religieuze architectuur. De iconen en decoraties zijn echter typisch Balinees van stijl. Het dak van de tempel is gemaakt van de vezel van de zwarte palmboom wat de warmte tegenhoud en waterdicht is. Het onderhoud van de tempel wordt gedaan door de bewoners van het dorp. Ook hier weer herkenbaarheid mbt. de entree die in tweeën was gedeeld en smal, dezelfde filosofie als een woonhuis. Het was een prachtige locatie om te bezoeken en we moesten tijdens ons bezoek een sarong aan. De tempel lag aan de hoofdweg van Denpasar naar Ubud en de entree was €2. We hadden ook een bezoek gepland aan een waterval. Er zijn er diverse op Bali maar de mooiste en makkelijkst bereikbare is de Tegenungan Fall aan de rivier de Petanu ten noorden van de hoofdstad Denpasar en het is een populaire toeristische attractie. Nadat de auto geparkeerd was en we een entree fee van €2,50 hadden betaald liepen we via een pad met aan beide zijden souvenier winkeltjes en eettentjes richting de waterval. Een prachtige uitzicht op de fall was de beloning voor de korte maar warme wandeling. De fall heeft verschillende hoogten, je kunt er zwemmen en er was een uitkijkpunt naar de jungle, een bezoek waard. Trudie had nog een kunstmarkt uit gezocht, de Sukawati Art marked, een enorm gebouw wat bestond uit twee delen. De gids gaf ons aan te wachten en de tip, altijd de helft bieden, en we hadden een uur de tijd om te shoppen. Na binnenkomst werden we overspoeld door verkoopsters die ons ons Balinese kleding, sarongs en souveniers aanboden, dat was net niet de bedoeling. We wilden even heerlijk rondstruinen maar kregen niet de ruimte. Ze wilde graag een mooie groene Sarong maar kon de juiste niet vinden totdat we bij een klein kraampje kwamen en een dametje een aantal doeken liet zien waarvan er één in de smaak viel, uitgezocht en meegenomen. Nadat we een heerlijke cappuccino hadden genomen in een plaatselijk café vroeg de gids of we nog wat wilde bekijken. We hadden het echter wel gehad, het was 16.15 uur dus maar weer terug naar de boot, dit was een juist besluit want het was mega druk op de weg. Stil staan, optrekken het was verschrikkelijk. Over 21 km deden we één uur en drie kwartier en als we later waren vertrokken wellicht nog veel meer, by the way de boot wacht niet. We moesten om 19.30u aan boord zijn dus wij waren op tijd. Er was een onfortuinlijk stel die te laat was maar geluk voor hen wachtte de kapitein ruim een kwartier. We hebben een prachtige dag gehad, veel mooie dingen gezien en nu weer op weg naar Singapore. Dank aan onze gids Sherif en de chauffeur die ons weer veilig afleverde.

Dag 45
Een zeedag een rustdag, nou ja echt rust niet helemaal want er is genoeg te doen op dit enorme schip, iedere dag een compleet dag programma met spelletjes, evenementjes, workshops name it. En de winkels hebben allerlei aanbiedingen dus altijd een uitdaging om de portemonnee dicht te houden. We hebben ons deze dag prima vermaakt, beetje luieren, koffie gedronken, spelletje, theater etc. Trudie liep 5 km met haar stokken, een topprestatie vind ik, zonder stokken gaat helaas niet meer lukken en zo blij dat ze, ze mee heeft. Morgen loopt ze weer 5 km maar dan een sponsortocht voor de Ukraine, On Deck for a Cause. Ook kochten we onze Future Cruise weer want dat we weer gaan cruisen is zeker. Dit is een soort krediet/voordeeltje voor een toekomstige cruise. Ga je weer cruisen, dan heb je al een aanbetaling gedaan en je krijgt ook een boordtegoed omdat de maatschappij je graag beloond als je weer terugkomt. Blijft vier jaar geldig, maak je er geen gebruik van krijg je je geld weer retour, dus geen enkel risico. Ook heerlijk naar de Greenhouse Spa geweest. Het was vanavond gala dus op ons paasbest en aten uitmuntend in het specialiteiten restaurant The Pinnacle waar we alleraardigst werden geholpen en ook weer een leuk gesprek hadden met één van de managers en wie kwam ook weer langs…. Wouter van Hoogdalem onze kapitein, laat zich veel zien en neemt de tijd voor een praatje. We spreken veel internationale gasten op de boot en hebben aangename gesprekken. We whatsappten met Daniëlle en de kids en ze waren zich aan het voorbereiden voor het kerstdiner op school. Mooi gekleed en trots. Op de achtergrond luisterden een alleraardigst Engels echtpaar mee en herkende zonder dat ze de taal kenden hoe leuk het is om elkaar weer te zien. Ze excuseerde zich daarvoor maar we hebben leuk met elkaar gesproken en voor je het weet is het weer laat. Morgen nog een dag op zee.

Dag 46
Een tweede zeedag op weg naar Singapore. De klok was weer een uur achteruit gegaan, je wordt daar helemaal gestoord van. We werden gewekt voor het ontbijt maar hadden geen rekening gehouden met het uur dus lagen nog heerlijk te knorren. Trudie zou vandaag meedoen met een sponsorloop, On Deck for a Cause en 5 km lopen voor Ukraine. Gisteren opgegeven, 20 dollar gedoneerd en een T-Shirt ontvangen. Maar eerst maar douchen, opknappen en ontbijten. Om 11.00 uur was er in het theater een leuke uitleg over hoe alles reilt en zeilt op het schip. Wat doen nu al die 750 verschillende personeelsleden. Er werd gesproken over de machinekamer, de laundry, de keuken, de brug, de keuken, de toiletten, de elektra, de bevoorrading, etc.Er komt heel wat bij kijken om deze kleine stad te bewegen. Wat ook interessant is dat er uit zeewater zoetwater wordt gemaakt. Er is dus een eigen drinkwater voorziening. Daarnaast is het systeem van de toiletten dezelfde als van vliegtuigen. Een normaal toilet gebruikt zo’n 6 liter water, deze toiletten een liter. Daarnaast komen er voor een 14 daagse reis 92 pallets goederen aan boord en zijn er op het eind 2 over. Dat is een heel gepuzzel om voldoende voedsel aan boord te hebben. Op het eind kwam kapitein Wouter nog op de bühne en een deel van het personeel, een leuke manier om afscheid te nemen. We gingen hierna koffie drinken en hebben gesjoeld. Om 13.00 uur melden we ons in de Ocean bar voor de sponsorloop. Ik zou Trudie supporten, zelf lopen had ik geen trek in. We werden hartelijk ontvangen door de organisatie en zo’n 20 mensen had zich opgegeven. Er werd een groepsfoto gemaakt en op het dek afgeteld, erg leuk. Ik ben trots op Trudie dat ze het doet, lopen met haar vrienden de stokken is niet makkelijk maar ze doet het toch maar en missie volbracht, ze liep 6,83 km. Terug naar de kamer en lekker opknappen om te gaan lunchen. We hebben nog gezwommen in het zwembad aan dek, heerlijk ontspannen in de Greenhouse Spa en gegeten in de Tamarind het Aziatisch specialiteiten restaurant. Hiervoor was het Italiaanse restaurant omgetoverd er zit nl. op dit schip geen fysiek restaurant. Ook hier betaal je extra voor ca. 35 dollar pp. maar het eten is uitmuntend en krijg je niet in de andere restaurants. Het smaakte mij totaal niet want ik was erg gespannen voor de terugreis morgen. Wat we hier van geleerd hebben is om de laatste avond  in het Lido buffet restaurant te eten. Terug op de kamer de koffers gepakt en voorzien van een label zodat je die in de terminal kon terug vinden, en moesten voor middernacht op de gang worden geplaatst, daarnaast onze stewards Francis en Andrew beloond. We hadden van thuis allerlei kleine Delfsblauwe klompjes en molentjes meegenomen. Dit doen we altijd en diegene waarvan wij vinden dat ze hun best doen, in hotels alswel op het schip of excursie belonen we met een extraatje. Ook de lieve dame Roisah die ons hielp in de Tamarind en eerder in de Canaletto hadden we klompje gegeven en een tip. Onze was kwam dagelijks terug met een handgeschreven briefje of alles naar wens was, dus ook voor Rudi hadden we wat geld in een enveloppe gestopt alsook onze restaurant stewards Riswanto en Hariyanto. Ze stellen dat altijd erg op prijs en al het personeel doet zijn uiterste best om het de gasten naar de zin te maken. Om middernacht het licht uit.

Dag 47
Rond 07.00 uur kwamen we aan in Singapore, Trudie was al vroeg wakker en wekte mij om 6.30 uur. Om 7.30 uur begon de ontscheping wat erg gecoördineerd gaat. Eerder al opgegeven hoe laat je van boord gaat. Dit gaat middels kleuren die corresponderen met tijden. Omgeroepen wordt dan wie van boord mag, wij hadden tussen 8.15 en 8.45u gepland dus gingen nog lunchen in het Lido. Terug op de kamer onze tassen gepakt en nadat we waren omgeroepen verlieten we de Westerdam na een fantastisch avontuur. Nog langs de douane wat redelijk vlot verliep en op naar de bagage om de koffers te pakken. Vervolgens even weg uit de drukte om een taxi te bestellen via Grab zeg maar de Aziatische Uber. Het systeem herkend waar je bent en zelf geef je aan waar je heen moet. Er volgt een schema van wat voor taxi je wenst en de prijs. Je maakt een keuze en er volgt een reservering op je creditcard. Het was even uitzoeken maar uiteindelijk gelukt, zodra er een chauffeur gevonden is ontvang je een foto, het automerk en kenteken. Vervolgens wordt op de hoogte gehouden waar hij zich bevindt. We hadden een chauffeuse die ons naar ons super-de-luxe daghotel bracht Grand Copthorne Waterfront. Dit hadden we eerder al geboekt via de site Dayuse, wij als doorgewinterde reizigers worden steeds handiger in het vinden van makkelijke sites. We werden vriendelijk ontvangen in de giga lobby helemaal in kerstsfeer. Onze bagage was al ingenomen door de steward buiten en zou naar de kamer worden gebracht. We kregen een mega kamer op de vijfde etage, we zijn wel wat gewend inmiddels omdat we verwend zijn door de jaren en geen genoegen nemen met minder maar deze kamer spande weer de kroon, jammer dat het maar een dag was. Op het programma voor vandaag stond de Botanic Garden. Het metrostation zat direct voor de deur dus makkelijk echter een kaartje. Bij ieder metrostation staat wel een service medewerker die je kan helpen. Ik checkte in met mijn visa kaart wat prima ging echter bij Trudie lukte het niet. Wat blijkt je kunt per keer maar 1 keer inchecken met de visa kaart en gezien het een en/of kaart was kon Trudie niet inchecken. En nu, dan maar een kaart kopen echter dat kan niet in de automaat, daar kun je een EZLink kaart, zeg maar OVchip alleen maar opwaarderen. De kaarten kun je kopen op enkele grote metrostations of supermarkten/ kleine winkeltjes. De medewerker gaf aan dat er bij een hotel boven de grond een winkel was waar ze de kaarten verkochten. Hij haalde voor Trudie een stoel en ik ging op pad. Uiteindelijk een stuk moeten lopen want bij het punt wat hij had aangegeven verkochten ze de kaart niet meer en moest ik naar een 7eleven winkel, 700 meter verder, dus na een halfuur en een hoop stappen terug naar de metro met een OVchipkaart met 5 dollar tegoed. Op naar de halte Napier die naast de Botanische tuin ligt. Het was een prachtig aangelegde tuin op 9 voetbalvelden, dat gingen we vandaag niet redden. Ons doel was de giga orchideeën tuin, je liep via prachtig aangelegde tuinen door het groen, enorme palmen en ander groen exotische bomen en planten. Prachtig aangelegde pleintjes, watervalletjes een lust voor het oog. Ook een enorm meer met vissen, schildpadden en ander kruipend wild was een lust voor het oog. De tuin is werelderfgoed. De orchideeën tuin is deels buiten en binnen, je weet niet wat je ziet aan kleuren en bloeiende planten het was meer dan de moeite waard. We gingen weer terug naar het hotel waar we nog heerlijk hebben gezwommen en aten in het hotel-restaurant een heerlijk visgerecht wat we opaten onder de klanken van een live band. In de lobby stond een koor te zingen alom gezelligheid. We hadden weer een Grab besteld die ons op tijd op het vliegveld afleverde. Een compleet geautomatiseerd systeem, waarbij je je koffer inlevert bij een automaat, vooraf hadden we al ingecheckt dus kofferlabels en geprinte instapkaarten rolde uit de machine. We kregen even wat hulp en klaar was kees. Dit systeem is ook op Schiphol, maar het is hier mega groot. Nog even geshopt en op naar de gate waar we kapitein Wouter van Hoogdalem nog ontmoette want ook die ging naar huis. We hadden prima plekken in het vliegtuig en het was niet vol. Na een vlucht van 14 uur landen we op Schiphol, douane, bagage halen en naar buiten waar Roderick ons ophaalde. We waren reuze blij elkaar weer te zien. Hij bracht ons veilig weer thuis waar het even vreemd was om na zo'n tijd weer binnen te komen. Trudie en ik hebben samen een fantastische reis gemaakt met alleen maar hoogtepunten, nieuwe ervaringen en mooie avonturen. Totaal aantal reis kilometers 46548.

We danken alle lezers voor hun interesse en aandacht en de mooie reacties die we mochten ontvangen. Wij gaan dromen over ons volgende avontuur.