Dag 1

Heerlijk vakantie, het strandhuis weer op stal. Het weer werd hier minder, na een prachtige zomer, dus gingen nog even genieten van het mooie Griekse vaste land. Roderick bracht ons naar Schiphol en na een snelle check-in eerst maar ontbeten. We vertrokken op tijd en na een voorspoedige vlucht landen we rond 13u op Thessaloniki. Met de bus van het vliegtuig naar de aankomsthal, koffer van de band en op zoek naar het busje van autoverhuurbedrijf wat ons naar AutoUnion bracht. Ook dit verliep voorspoedig. Er werd een Citroën C4 diesel voorgereden, lekker ruim en comfortabel. Ons eerste hotelletje was in Edessa, een klein stadje op ca 80 km rijden en bekend van haar watervallen. Via het centrum van Thessaloniki, het was niet druk, reden we de stad uit. Het was een lieflijk landschap en vlak, wel bergen in zicht. De wegen zijn goed begaanbaar echter het blijft opletten geblazen want er zat zo af en toe een gat. Onderweg passeerden we het stadje Pella, hier maakten we een tussenstop. Pella was de oude hoofdstad van Macedonië en de geboorteplaats van Alexander de Grote, één van de grootste uit de Griekse geschiedenis. Het was, zoals zoveel archeologische afgravingen, veel stenen, afgebroken pilaren en onder afdakjes prachtig bewaarde mozaïeken. Het terrein is behoorlijk groot en op bordjes was goed te lezen wat het allemaal voorstelde zodat je, je er een voorstelling bij kon maken. Best de moeite waard. Oja, wij hadden alleen een kaartje voor het terrein à €4 pp. maar je kon ook een combikaartje kopen met een museum bezoek, dat lieten we echter. Rond 17u arriveerden we bij ons questhouse. Edessa ligt op 650 m hoog tegen een berg aan dus het uitzicht is fantastisch. De straatjes zijn smal, kinderkopjes dus trillen en oppassen geblazen. Onze routeplanner bracht ons feilloos naar deze plek. Het was een prachtig gerestaureerd authentiek herenhuis waarin het Varosi Guesthouse is gevestigd. Onze kamer was geheel in een romantische stijl en we werden op een uiterst vriendelijke manier ontvangen en wegwijs gemaakt. Eerst maar koffie en een late lunch met uitzicht op het fantastische weidse landschap. Op de achtergrond het ruisen van water van de watervallen. Edessa staat hier om bekend en het zijn de grootste van Griekenland, tot wel 70 m hoog. Na de koffie hebben we ze van dichtbij bewonderd. Massa’s water stromen vanuit de bergen door het centrum in een soort kanalen en banen zich met enorme kracht en herrie een weg naar beneden het dal in. Het geheel ligt erg mooi in een parkachtige omgeving met allerlei looppaden en trappetjes om het geweld maar zo goed mogelijk te beleven. Een spectaculair gezicht en altijd jammer dat je weer door moet, water blijft fascineren. We aten bij een taberne, lekker en niet duur. De eerste dag voorbij, moe maar waardevol.

Dag 2
Na een wat onrustige nacht, rond 8 uur uit de veren. Het bed lag heerlijk echter met een raam open slapen was met de harde wind en honden geblaf geen optie. Met de airco aan slapen vonden we ook niets dus het was wat benauwd. Maar goed een nieuwe dag waarop we richting Kastoria zouden rijden. Allereerst genoten van het ontbijt, wat erg goed was. Dit Guesthouse en het naast gelegen hotel scoren een 9.6, nu dat is het meer dan waard. Na nog een kort rondje door het stadje met een bezoek aan de mooie Byzanthijnse kerk vertrokken we richting Kastoria. Ik had een route uitgezet via de bergen wat een aanrader was, in de diverse reisgidsen. Via de EO2 naar Agras waar we de snelweg en door ziuden rijden via Nisi naar Panagidsa. Allemaal kleine dorpjes. So far zo good. In het centrum van het dorp Nisi ging het mis. Pffff. De route planner verwees ons een straatje in wat steil naar boven ging. Trudie had al een gevoel dat er iets niet klopte. Boven aangekomen stonden er een paar huizen en het straatje liep dood. We stonden heel ongelukkig met de auto op een denk ik 10% schuine helling/smalle straat. Ik kon bij één van de huizen de oprit oprijden echter, achter stond ik wat ongelukkig waardoor ik niet achteruit kon, wat wel eens gebeurd bij optrekken, anders zou de achterkant van de auto volledig beschadigd raken. Ik probeerde met de handrem erop langzaam op te trekken maar het lukte niet, had achteraf veel meer gas moeten geven. Ook was het wennen met een andere auto. Normaal ben ik niet snel uit het lood maar op dat moment was ik ten einde raad. Ik was bang de auto te beschadigen. Oplossing, er stonden een aantal bewoners op het balkonnetje e.e.a. gade te slaan die ik om hulp vroeg. De bewoonster van het huis, wellicht wel wat gewend stapte in de auto, gaf een enorme dot gas, handrem langzaam er af en ja gelukkig ging de auto vooruit, weg van die muur en bij haar langzaam de oprit op. Ze keerde hem en zette de auto weer in de goede richting. Wat waren we blij. Dit was mij nog nooit gebeurd meestal red ik het wel maar dit was mij toch teveel. We reden terug en verlieten Nisi richting Amindeo via de E86 en langs het meer Vegoritida.
De streek is een wijnstreek van Griekenland, waarvan gezegd wordt dat hier de beste wijnen ter wereld vandaan komen. Het was een mooie route en de E-wegen zijn prima begaanbaar en niet druk en dus een aanrader. Onderweg staken we even op in het plaatsje Vegora. Niets te doen maar lekkere koffie bij het plaatselijk café en erg vriendelijk. Via Amindeo reden we naar Florina via, weer een prachtige bergroute met mooie vergezichten en veel kleine heldere meertjes waar we meerdere malen hebben gestopt. Van Florina reden we richting de Prespa-meren. Waar je rekening mee moet houden zijn waarschuwingsborden voor beren, ja... beren. Eerlijk gezegd wisten we niet dat de dieren in deze omgeving voorkwamen.  Ramen en deuren dicht dus. Deze meren zijn de hoogste bergmeren van de Balkan en liggen op grenzen van Griekenland, Albanië en Macedonië. Er is hier een enorme verscheidenheid aan vogels en vlinders ca. 70 soorten. Er worden zelfs speciale vlinderreizen geboekt. We reden via de EO2 en EO15 naar Mikrolimni. Een gehucht aan het kleinste Prespa-meer waar we even opstaken. Van hier reden we richting Kastoria waar we in Sidirochori ons volgende overnachting in hotel Loggas hadden op 1000m hoogte. Een ruime junior suite, jaahhh we doen niet minder met een prachtige view op Lake Kastoria en Kastoria stad. Nog even heerlijk gezwommen en aansluitend in het hotel restaurant gegeten.

Dag 3
Vandaag uitgeslapen tot 08.00 uu Het was een oase van rust wat op zich al heerlijk was. We vertrokken na het ontbijt. Tijdens het uitchecken meldde de receptionist dat er nog betaald moest worden, echter dat was al gedaan via Booking. Zij moesten echter het bedrag via Booking op hun rekening boeken, met creditcard gegevens die zij hadden ontvangen van dit bedrijf echter deze man had dit niet eerder gedaan. Het kwam uiteindelijk allemaal goed. We reden richting Kastoria-stad wat op een schiereiland ligt in een groot meer wat bestaat uit een hoge berg waaromheen de stad is gebouwd. De stad heeft een nogal rijke historie, wat te zien is aan de grote en bijzondere huizen, de vele kerken en het prachtige groen. De bewoners waren grotendeels bont-handelaars waar de stad ook om bekend staat. Boven op de berg zit een kleine Byzantijnse kapel waar je met de auto heen kunt rijden en een 360 graden view hebt over de omgeving. Vervolgens reden we terug naar de stad en bezochten hier het Folkore Museum, sinds 1972 gehuisvest in één van de oudste voormalige stadshuizen, gebouwd tussen de 16e en 17e eeuw. De families die hier woonde waren gefortuneerd. Het huis was in een zo goede staat dat er geen restauratie nodig was en het in de originele staat was ook qua inrichting. Het huis bestond uit drie verdiepingen, op de begane grond een wijnmakerij, een koelkamer en een houtopslag voor de winter, op de 1e verdieping twee slaapkamers en op de derde verdieping twee woonkamers, meerdere slaapkamers, voor gebruik in de winter en de zomer. Daarnaast een enorme ruimte voor feesten etc. De keuken was buiten in de tuin in een klein bijgebouwtje waar de kok en de meid sliepen. Al met al kregen we een leuke persoonlijke rondleiding door een vrijwilliger. In het dorp was ook een museum met traditionele kleding gevestigd, echter dit was gesloten. Nadat we wat gedronken hadden op de boulevard, besloten we naar Kalambaka te rijden, onze volgende bestemming. We reden via de autosnelweg A29-A2 (nog geen tol) en de provinciale weg EO6 naar hotel Edelweiss. De route ging vooral door bergachtig gebied wat op de autosnelweg prima ging, echter de laatste 40 km kwam de snelheid niet boven de zestig km, wel een mooie route. Rond vieren arriveerden we bij het hotel, in het centrum van Kalambaka. Een snelle incheck, een kamer op de bovenste verdieping met uitzicht op de kloosters van Meteora. Wat willen we nog meer, ja juist een enorme overdekte terras van ca 30 m2 voor ons twee waar we wel een dansfestijn konden geven. Even lekker bijkomen, koffie en eten bij een pizzeria Santa Lucia, een echte aanrader Rond 23u het licht uit.

Dag 4
Wat is het hier mooi, vroeg wakker vanwege de vuilnisman die door de straat reed. Na het ontbijt vertrokken we naar Meteora, een korte rit van 4 km die je direct de bergen in laat rijden. Meteora is één van de 10 top bezienswaardigheden van Griekenland. Op de toppen van rotsachtige bergen die, het lijkt wel, rechtop uit de grond steken zijn kloosters gebouwd. Een magische omgeving. Hoe kregen ze het voor elkaar zeven eeuwen terug. Het grootste klooster, Great Meteoron, wat zoveel betekent als, Hoog Verhevene ligt op een grote platte rots 650 m, gebouwd in de 13e eeuw als kleine kapel door 14 monniken. De monnik Athanasius was de eerste monnik die omhoog was geklommen en een kapel bouwde. Met netten en touwen werden de spullen naar boven getrokken. Door de eeuwen groeide het klooster door de toename van het aantal monniken. Het is een prachtig klooster vanwaar je een fantastisch uitzicht hebt op de omgeving. De bereikbaarheid werd verbeterd via een lier met een bak eraan waarin mensen en goederen werden vervoerd. Inmiddels is het via aangelegde bruggen en een groot aantal trappen te bereiken. Massa’s toeristen trekken hier naar toe wat de portemonnee van de kloosters goed spekt zodat alles up to date kan blijven. Er waren ooit 26 kloosters, er zijn er nu nog maar zes bewoond en deze staan sinds 1986 op de Werelderfgoedlijst.
In de 17e en de daaropvolgende eeuwen raakten de kloosters in verval, kerkelijke problemen, politiek en oorlogen waren hiervan de oorzaak. Vanaf 1986 zijn er weer zes kloosters bewoond door monniken en wordt er alles aangedaan om ze in oorspronkelijk staat te restaureren zodat je een goed beeld krijgt hoe er vroeger werd geleefd. Er zijn allerlei verschillende ruimtes, een kloosterkerk met prachtige fresco’s, een hospitaaltje, meditatieruimtes, keuken, timmermanswerkplaats, wijnmakerij en woonverblijven. De entree is drie euro pp. het geld wordt ondermeer besteedt aan restauratie, onderhoud en inkomen. De overige kloosters zijn of verdwenen of ruïnes. We hebben twee kloosters bezocht, zo ook het Varlaam klooster, welke tegenover voornoemde is gebouwd, want het is bijna geen doen met al die smalle trappen en hitte. Trudie is blij dat ze de krukken, kruk en krak mee heeft anders was het helemaal geen doen. Het zijn haar dikke vrienden. Eerst van een platform ca 70 mtr. omhoog met een trap maar ook het klooster is één en al trap. Het is werkelijk waar fascinerend in een magische omgeving en een aanrader als je in de buurt bent. Rond vieren vertrokken we naar Trikala, een middelgrote stad ten zuiden van Kalambaka. Hier bezochten we het kasteel, de moskee Kursum Tzami en de traditionele buurt met de herenhuizen "Varousi". De post byzantijnse kerken waren helaas gesloten. Al met al was het een inspannend dag maar meer dan de moeite waard. We hadden nog een nacht in hotel Edelweiss.

Dag 5
We hadden het idee dat we al weken weg waren. Dat is een goed teken wordt er wel gezegd dus so it be. Trudie werd gisteravond niet lekker en moest overgeven, heel vervelend. Wellicht iets verkeerd gegeten. Ze voelt zich vandaag ook ellendig en had slecht geslapen. We zouden vandaag naar Ioannina rijden. Ons hotel Dovitel Boutique zat in Permata een stukje voor Ioannina. Onderweg staken we op bij Metsovo een leuk en levendig provincie stadje. De weg hier naartoe was fantastisch. Via een bergroute klommen we naar 1200 mtr met fabuleus uitzicht. Veel klimmen en dalen wat afwisselend rijdt. Daarnaast was er weinig verkeer. Vervolgens reden we via de tolweg A2 (2.10 euro) met lange tunnels op ons doel af. We zouden hier het folkloristisch museum bezoeken, wat gevestigd was in een voormalig huis van een rijke familie. We hadden helaas niet goed gelezen, want het was gesloten op donderdag. Trudie wilde door naar het hotel want ze voelde zich nog niet jofel. Het hotel lag naast de grotten van Perama. We hadden hier nog nooit van gehoord maar deze blijken tot de top te behoren in grottenland. Een mooi design hotelletje met een goede kamer lachte ons toe. Trudie dook direct het bed in en ik besloot de grotten te bezoeken. De entree lag op nog geen 100 mtr van het hotel dus een korte wandeling. Ik moest 20 minuten wachten voor een rondleiding en er sloten nog wat mensen aan, waaronder een blinde, dit kwam achteraf wel goed uit. De grot is 1100 mtr lang en toevallig ontdekt in 1942 door dorps bewoners die wilde schuilen voor de bombardementen. Het duurt ca. een uur om er door heen te lopen. Het was een pracht, met diverse grote ruimtes met enorme stalactieten en stalagmieten. We hebben inmiddels veel grotten bezocht in de wereld maar deze was werkelijk waar top. Het was een lange wandeling via paden en veel trappen maar meer dan de moeite waard voor 7 euro. Daarnaast liep ik achter de visueel gehandicapte wat niet erg opschoot en de groep in tweeën deelde zodat ik stiekem wat foto’s kon nemen, want dat mocht eigenlijk niet. Maar goed. Na dit bezoek terug naar het hotel en koffie. Eten deed ik alleen, in een plaatselijk restaurantje in de Hoofdstraat.

Dag 6
Heerlijk geslapen in een rustige omgeving. Trudie knapt langzaam op. Vandaag weer samen ontbeten. Grieks ontbijt is net iets uitgebreider dan Italiaans maar het blijft beperkt tot wat droog brood, jam, ei, yoghurt, koffie en mierzoete jus d’orange of wat daar voor doorgaat. We vertrokken naar het oudste orakel plaats van Griekenland Dodoni, ca. 27 km rijden. Het ligt in een prachtige groene vallei. Het orakel bestond uit een heilige eikenboom omringt door aan elkaar gesloten koperen ketels. Voorspellingen werden gedaan aan de hand van de geluiden die de ketels maakten in harmonie met het ruisen van de bladeren. Wie een vraag had kon deze op een loden tablet schrijven die dan door de priesteres aan Zeus werd voorgelezen. De originele eik is allang niet meer, er is wel een andere voor terug geplaatst. De eik was in een tempel geplaatst waar de fundamenten nog van over zijn. Daarnaast waren er nog fundamenten van een stadion, Akropolis en een byzanthijnse kapel, maar het amphitheater met een capaciteit van 17000 bezoekers, één van de grootste van Griekenland, is wel het mooiste wat je hier kunt bewonderen. Overal op het terrein vinden restauraties plaats om alles weer terug te brengen in de oude staat en toegankelijk te maken/houden voor bezoekers.
Het amphitheater kan men niet beklimmen omdat het volledig wordt gerestaureerd. De toegangsprijs was €6 pp. Al met al zijn het veel grote stenen van een vergane glorie wel een bezoek waard. We reden verder via de provinciale E55, een prachtige route via dalen en hoge ruige bergen, met mooie panorama. Via de westelijke kust met uitzicht op de Ionische Zee (EO18- E52) reden we naar Preveza. De westkust is hier gesplitst, door water, zeg maar als het IJsselmeer een binnenzee en verbonden middels een lange tunnel, (tol €3). We vervolgden de weg via een prachtige route met bloeiende oleanders, zicht op water van de binnenzee en nog twee grote meren. Een totaal ander landschap dan noordelijker.
Bij Ampiotchia gingen we de tolweg A5 op op richting Nafpaktos en Chiliadou het gehucht waar ons hotel ligt. De tolwegen zijn prima en kosten over een afstand van 100 km ongeveer €8 wat prima te doen is. Het hotel Cavos Fokidos is gelegen aan de kust. Een prachtig klein resort waar we twee nachten verbleven. Onze grote kamer ca 45mtr2 en uitzicht op zee en de Peloponessos is van alle gemakken voorzien, zelfs een mini kitchenette. We werden met alle vriendelijkheid ontvangen, dus na zo’n lange reis, ca. 300 km is dit heerlijk. Nog heerlijk in het zwembad gezwommen en een heerlijke Grieks salade gegeten.

Dag 7
Na een ontspannen nachtrust, heerlijk opstaan met de prachtige ochtend zon. Het ontbijt was tussen 9 en 12u dus alle tijd. Ons doel vandaag was de plaats Nafpaktos, een schilderachtig plaatsje met een groot verleden wat ligt aan de toegang van de Golf van Korinthe. Nafpaktos bekent letterlijk ‘bouw van schepen’, wat hier dus ook gebeurde. In de 13e eeuw viel de plaats in Venetiaanse handen en veranderde de naam in Lepanto waardoor er veel Italiaanse invloeden te bespeuren zijn. Hierna viel het in Turkse handen om een eeuw later weer in Venetiaanse handen te vallen. Bekend is de zeeslag van Nafpaktos, in Europa beter bekend als de slag van Lepanto, dat in de wateren van de golf van Patras in het jaar 1571 plaats vond. Veel later werd het weer Grieks. Op de heuvel ligt een enorme Venetiaanse vesting waarvan de muren tot aan het prachtige kleine haventje lopen. Het is een gezellig stadje waar het op door de geplaveide straatjes met veel drukte en gezellige winkels goed toeven is. Rondom het kleine haventje, hoe kan het anders, veel horeca. De rest van de dag brachten we ontspannen door.

Dag 8
Een nieuwe dag en vandaag op naar de Peloponessos. Afscheid nemen van de bijzondere locatie waar we verbleven. Allereerst bezochten we nog het kasteel in Nafpaktos wat bovenop een heuvel ligt en van waaruit in vroeger tijden de entree van de Zee van Korinthe werd bewaakt. We konden tot de entree met de auto komen. Lopen was een hele klim dus geen optie. Het kasteel of citadel zoals genoemd, was goed bewaard gebleven en gaf een beeld hoe het er in vroeger tijd moet hebben uitgezien. Dikke muren, kantelen en twee kerkjes staan nog overeind, er bij vermelden dat de kerkjes opnieuw zijn gebouwd. Het was alsnog een hele klim om bovenin het kasteel te komen. Hierna reden we via
De Rio-Antirriobrug officieel Charilaos Trikoupisbrug de langste tuibrug met meerdere overspanningen ter wereld naar Patra. De brug ligt over de Golf van Korinthe en is de verbinding tussen het dorp Rio op de Peloponnesos en Antirrio op het Griekse vasteland. De brug is 2800 meter lang en een prachtig kunstwerk. Om er over heen te rijden kost €13.60. We reden Patra in, de derde stad van Griekenland en bezochten hier de grote Byzantijnse Heilige Andrew Basilica die staat op de plek waar de apostel Andreas ter dood zou zijn gebracht. Een prachtig basiliek vol met kleurrijke schilderingen en in het midden een enorme, uit houtsnijwerk gemaakte hanglamp. Hierna een bezoek aan het nieuwe Archeologisch museum. Een modern gebouw met drie enorme zalen, licht en ruim. In het museum een overzicht van gebruiksartikelen, prachtig mozaïeken, standbeelden en een kamer waarin de diverse manieren van begraven, in vroeger tijden, werd uitgebeeld. Een cultureel uitje. De reis vervolgden we langs de kust, naar de plaats Zacharo waar ons verblijf Olympion Village Studio’s was gelegen. Wederom een prima locatie, op 50 mtr. afstand van het strand dus natuurlijk een duik in zee. Een simpele maaltijd in het kleine restaurantje van het hotel gegeten en daarna naar dromenland.

Dag 9
Na een redelijk goede nachtrust vertrokkenen we om 09.00u. Geen ontbijt dus onderweg broodjes croissants, yoghurt en wat zoets gekocht. Dit heerlijk opgepeuzeld aan een kleine baai bij Bromoneri (road 1715) enkele km verderop. Hier kwam ik er achter dat de sleutel van de hotelkamer nog in m’n zak zat, nou goed, die sturen we wel op. We vervolgden onze weg naar Pylos. Een prachtige route langs de kust met uitzicht op zee en zeer heuvelachtig. En paar kilometer voor deze plaats gingen we van de weg (EO9) af en reden naar de Bay of Navarino. Een prachtige baai/lagune omsloten door verscheidene langgerekte rotsen met doorgangen naar open zee. Het leek op een vulkaanmond. Hier parkeerden we de auto en hebben even heerlijk gezwommen. Pylos ligt aan dezelfde baai, een lieflijk plaatsje tegen de berg aangeplakt met een gezellige boulevard aan een klein haventje, waar het in de zomer wellicht erg druk is. De moeite waard van een bezoek. Hier deden we koffie en reden door naar Vounaria aan de andere kant van dit schiereiland. Via een prachtige bergachtige route (1715) met fantastische panorama’s en kleine dorpjes waar de tijd heeft stilgestaan. Men leeft hier wellicht van de opbrengst van de olijfbomen
want daar kom je hier duizenden van tegen die vol in de olijf staan. Je zal ze moeten plukken, wat een arbeid. Hier bijna geen toerist te bespeuren wat een heerlijkheid. Zijn over een afstand van ca. 38 km drie auto’s en een bus tegen gekomen. De weg is wel smal maar goed berijdbaar en lage snelheid. In Vounaria aten we bij een restaurant aan de kust. Hierna vervolgden onze weg, niet zo heel spannend, naar Kalamata. Trudie had nog iets gelezen en wilde daar graag heen. Ik had nog weinig zin, vermoeidheid sloeg toe maar vooruit. Door de stad naar een plek die bijna niet te vinden was. Soms denkt ze dat we in een dinkytoy zitten, effe naar rechts, terug, naar links, te ver. Maar goed, auto geparkeerd bij een park en wat denk je, een openbaar Spoorwegmuseum met een zevental stoomlocomotieven uit het jaar nul, die hier stonden te verpieteren. Wat koesteren we in Holland dan toch onze historie. Wel even leuk van dit bezoek. Rond 18.30 uur in ons hotel Fotini. Een grote kamer met aparte slaapkamer en woongedeelte en enorm balkon. Alleen de douche is voor kleine Grieken, douchebak is ca 60x60 cm, wellicht nog kleiner. Als je er in staat kun je, met recht je kont niet keren. Laat staan dat je er mee naar de kraan staat, die zit zo laag dat de knoppen tussen je billen zitten. Maar niet aan denken wie er allemaal in die douche zo stonden. Deze verhouding is wat zoek. Zo kun je zelfs een wastafel nog een ligbad noemen. Nog even een duik in het zwembad en zo kwam aan deze dag ook weer een eind.

Dag 10
Een lange rit voor de boeg. Qua kilometers ca. 130 valt het wel mee maar de tocht gaat door onherbergzaam gebied met smalle slechte tweebaans wegen tot hoogtes van 1000 mtr. Dus stijgen en dalen wat tijd kost. Om 09.30u, na het ontbijt, klaar voor vertrek. De eerste bestemming was Stoupa, een klein stadje aan de kust wat bekend staat om de mooie stranden. We reden via de provinciale weg 1701. Stoupa is een echt vakantieoord en ondanks dat de vakanties grotendeels voorbij zijn was het hier een drukte van belang, het leek Zandvoort wel. Wegwezen dus en doorrijden. We vervolgden onze weg richting Andreapoli, dit was een referentiepunt, we hoefden hier niet naar toe en al snel ging de route bergopwaarts en stegen we naar 600 mtr. Een groot deel reden we achter een vuilnisauto die nergens stopte echter de snelheid was acceptabel, in deze haarspeldbochtige weg. We passeerden veel kleine dorpjes en in Platanos deden we koffie. Een aardig gehucht met een olijf-olie fabriekje Morea waar we wat foto’s maakten en een klein potje olijven kochten. De fabriek lag aan een gezellig dorpspleintje met er tegenover een leuk restaurantje en een klein Mani museum. Mani is de naam voor de regio hier. Voor het museum zat een oude man en wenkte ons dat we wel even mochten kijken, niets aanraken want alles was beveiligd. Dat was effe lachuuh, het stelde niet veel voor en was een oude bende. Maar goed hij deed zijn best. Allerlei bordjes en gebruiksartikelen, redelijk gesorteerd, lagen in vitrine kasten, onder het stof. Nadat we de man twee euro hadden gegeven vertrokken we verder. Het doel was de Vlyhada grotten bij Diros. De route was afwisselend, de weg werd smaller wat vervelend was als je tegenliggers kreeg omdat aan de zijkanten vaak geen afrastering zat en je dus aan de bij-rijderskant constant in de diepte keek. Trudie zat af en toe met de ogen dicht. Gelukkig weinig passanten en achterop komend verkeer. Het toerisme op dit schiereiland is alleen in de kustplaatjes noordelijker druk, maar wat zuidelijker je in deze Manistreek komt nagenoeg niets in deze periode. Via de uitlopers van de enorme bergen die hier liggen tot 1900 meter reden we van dorp naar dorp, fantastisch. We arriveerden rond 13u in Diros. De grotten waren een bezienswaardigheid van formaat, wij hadden er nieet eerder van gehoord. Je gaat met een bootje een, soort platte gondel, door de grot van 1.4 km en vervolgens moet je nog 300 mtr te voet. De kaartjes waren 13 euro pp. dus het mocht wel wat wezen. Via een trap daalde we af in de grot en liepen we naar een ondergronds platform waar een tiental platte schuitjes lag. Met acht personen namen we plaats. Wij zaten voorin en iedereen had een zwemvest om. Belachelijk dachten we maar kwamen we wel op terug. Achterin zat de stuurman met een roeispaan die op z’n Venetiaans de boot in beweging bracht. De stabiliteit was niet de beste en dat was geen fijn gevoel, maar het was een spektakel, wat een pracht, via een smal kanaal voer de boot door het prachtige grottenstelsel. Het water was ongeveer 60 cm diep en glashelder maar op sommige plekken ook 20 tot 30 mtr en koud, dus die zwemvesten zouden in het uiterste geval goed van pas komen. Het was voor de stuurman nog een hele klus om de boot er doorheen te loodsen, veel bochten en erg laag en je moest af en toe in één duiken om je hoofd niet te stoten. De laatste 300 meter lagen we te voet af ook erg mooi. We vervolgden onze weg naar Vathia, via een onbeschrijfelijk mooie route (1623). Vathia is een verlaten Mani dorp uit de 16e eeuw in de zuidelijkste punt van dit schiereiland en bestaat uit een kluster van 90 typische torenhuizen. Gebouwd op een rotspartij met fraai uitzicht over zee en omgeving. De meeste gebouwen hebben twee of maximaal drie verdiepingen. In zijn geheel vormde Vathia vroeger een defensief schild tegen piraten en de Turken. Het oogt mistroostig maar toch ook weer niet. De panorama’s zijn hier ongelofelijk en niet in foto’s te vatten. Het dorp heeft een rijke historie maar uiteindelijk hebben de bewoners de stad verlaten in de loop der tijd en wonen er geen nieuwe. Alles is hier even grillig, geen boomgroei op de bergen maar alles kaal. In de diepte wel een prachtige baai. We reden nog een stuk zuidelijker want we moesten om de kaap heen naar de andere kust. In een klein gehucht Lagia/Lygia hebben we heerlijk gegeten bij het enige restaurant maar zijn wel getild, de eerste keer hier in Griekenland. Bij naar inzien hadden we eerder TripAdvisor moeten raadplegen want we waren niet de eerste. Ga nooit eten zonder een menukaart met prijzen of laat je niets aanprijzen. Dit is niet Grieks dit kan je overal overkomen. We reden vervolgens via een wel heel smal stuk weg, gelukkig geen passanten naar ons hotel Castle Rizaraki waar we rond zes uur arriveerden. Een traditioneel hotel met knusse comfortabele kamers en een groot terras voor de kamer met uitzicht op zee. We hebben een prachtige dag gehad.

Dag 11
De tijd vliegt en wat maken we een kilometers en wat zien we veel. Ontbijt op een gezellig terras in dit prachtige kleine hotelletje. We verlaten vandaag Mani en dit schiereiland en gaan naar het volgende schiereiland. We reden via Sparta met een bezoek aan Mystras (Mistras). Eén van de meest interessante bezienswaardigheden op dit schiereiland. Mystras is een verlaten stad, vijf kilometer ten noordwesten van Sparta, in het departement Lakonia. We reden langs de kust echter van berg naar berg en de route (1623) alleen al was fantastisch, de natuur is indrukwekkend, met hoge bergen, diepe valleien en mooie landschappen. Deze voormalige hoofdstad van de Morea, dit is de oude benaming van Peloponnesos, is het belangrijkste en meest representatieve voorbeeld van een Byzantijnse stad uit de 13e tot en met de 15e eeuw. Deze ‘spookstad’ is tegen de hellingen van een steile berg gebouwd en vanaf boven of beneden te betreden. Het stadje ligt op de hellingen van een berg op 650 mtr hoogte en een wandeling door de smalle geplaveide straatjes, bergpaadjes vele trappen en steegjes van het stadje doe je niet zomaar, zeker als je wat slechter ter been bent. De stad telde ooit 40.000 inwoners. Trudie had gelukkig haar krukken mee maar het was nog een hele opgave. Wij reden met de auto eerst naar de bovenstad, kochten hier een kaartje euro 12.50 pp. en hebben hier rondgelopen. Vervolgens klommen we naar het kasteel, ik zou eerst alleen, maar Trudie wilde toch mee. Via de vele treden, ongelijke keien, want een pad kon je het niet noemen, gingen we steil en via vele bochten naar boven, 170 mtr stijgen. Het was een helse opgave, zelfs voor mij. We slaagden er in om boven te komen. Van het kasteel was nog weinig over, de entree en de muren maar het uitzicht was adembenemend en gelukkig de moeite waard. Toen weer naar beneden ook dat was niet makkelijk maar goed eenmaal beneden met de auto naar de benedenstad. Met hetzelfde kaartje kun je door de poort naar binnen en je bezoek vervolgen. De tocht gaat langs allerlei Byzantijnse kerken, groot en klein en je kunt ook nog een enorm paleis bezoeken echter dat was teveel van het goede, na drie kerken hadden we het wel gehad. We vervolgden de route via de provinciale weg EO39 en de EO7, laatste stuk weer een bergroute naar Nafplio, Tolo en ons verblijf voor de nacht Vila Vivari in Vivari. We habben een heerlijk groot appartement in een groene omgeving en vriendelijke gastheer. We aten vanavond in een traditioneel restaurant Aiolos in Drepano, toevallig de zoon van de eigenaar. Het was een drukte van belang want Griekenland moest voetballen tegen Ajax, hilariteit alom want Ajax won. Een aanrader om te eten.

Dag 12
Na een heerlijk kort verblijf in dit appartement/hotelletje vertrokken we rond 9.30u naar Nauplion een gezellig havenstadje in de schaduw van een grote rots waarop het Palamidi-kasteel staat. Dicht bij de haven ligt het vestingeiland Bourzi met een Venetiaans fort. We bezochten het folkloristisch museum. Klederdracht, gebruiks-voorwerpen en wat kleine ingerichte woonkamertjes waren hier te bezichtigen. We hadden een rit van 110 km voor de boeg dus dat viel mee. Vandaag geen smalle bergweggetjes maar een provinciale weg, wel door bergachtig gebied met mooie uitzichten. We vervolgden onze weg naar Epivadros het best bewaarde theater van Griekenland uit de vierde eeuw voor Chr. met 12000  tot 14000 zitplaatsen. Het meest verbazingwekkende is de geweldige akoestiek. Men noemt het ook het wonder van Epidauros en tot op de laatste rijen hoor je zelfs het kleinste geluid. Daarnaast zijn er nog enkele ander stenen te bezichtigen verspreid over een enorm terrein. Via allerlei borden en beschrijvingen kreeg je een beeld wat er vroeger had gestaan. Toegang was 12 euro. Wat wil, in 2006 waren we hier ook al geweest. We konden het ons in eerste instantie niet meer heugen. We hebben in de jaren al zoveel gezien maar goed via een goed berijdbare (EO10) weg reden we naar het kanaal van Korinthe. Een groot deel langs de kust op ca. 500 mtr. hoogte. Bij een P-plaats peuzelden we de broodjes op, die we eerder bij de Lidl hadden gekocht met uitzicht van grote hoogte op een forellen kwekerij in een prachtige baai. De stormachtige zuidpunt van de Peloponnesos was in de Oudheid een gevreesde kaap. Daarom werden vrachtschepen liever aan de ene oever van de land-engte uitgeladen, op ossenwagens 6 km over de "diolkos" (een soort primitieve spoorlijn waarvan nog resten te zien zijn) getrokken en aan de andere kant weer te water gelaten en ingeladen. Dit intense vrachtverkeer heeft de rijkdom van Korinthe veroorzaakt, en er werden al vroeg plannen gemaakt voor de aanleg van een kanaal. Nero stak in 66 n. Chr. de eerste (gouden!) spade in de grond. Vervolgens werd er uit alle macht verder gespit door 6.000 joodse dwangarbeiders. Aan de ene kant vorderde men 2 km, aan de andere kant 1,5 km, maar om allerlei redenen werd het werk op een bepaald moment gestaakt. Pas in 1882 werden de werken met Frans kapitaal en moderne middelen hervat en tenslotte in 1893 voltooid, al dreigde het ook toen nog even mis te gaan door een faillissement van de Franse kanaalmaatschappij. In een tijd waarin enorme containerschepen met gemak weer om de kaap heen varen is het kanaal nu in feite overbodig geworden, maar het wordt nog wel door kleine vrachtschepen gebruikt. De twee enige bruggen één voor het autoverkeer, één voor de spoorweg boven elkaar) die de Peloponnesos met de rest van het Europese vasteland verbinden, liggen ongeveer 70 m boven de waterspiegel. Wat een wonder gemaakt door mensenhanden. Daarnaast is er aan de kant van de zee van Korinthe ook een brug en in het midden van het kanaal een brug waarover grote pijpleidingen lopen, deze is bereikbaar via de 1501. Het was even zoeken maar dan kun je hier via een onverharde weg naar toe rijden en op je gemak alles bekijken. Een geitenhoeder met een enorme kudde schapen passeerde ons op deze brug erg leuk maar het stonk enorm. Op naar ons hotel Diolkos Studio’s in Loutraki, ca 3 km van de brug. Er stonden hier houten fietsen buiten, prachtig design waarop we nog een ritje maakten door het centrum en we veel bekijks trokken. Al met al weer een leuke dag.

Dag 13
Na een heerlijke nacht in een super hotel vertrokken we na het ontbijt naar de meest zuid westelijke punt van dit deel van Griekenland via de 1501 in westelijke richting. Een leuke rit langs de waterval van Loutraki, de mooie kust en een groot binnenmeer met een doorgang naar zee, bracht ons bij de archeologische site Heraion bij de kust. Wederom een hoop stenen maar duidelijk was, dat dit een vroegere havenplaats is geweest. Het was goed bereikbaar via goed aangelegde paden die vanaf een hoogte van ca 100 mtr naar beneden leidde. Hoger op een heuvel lag een vuurtoren cape melagkavi die toegankelijk was via een onverhard pad. slecht ter been dan opletten. Vanaf hier keek je in de diepte naar Heraion en als panorama over de zee van Korinthe met rechts de  Peloponessos en links het vaste land. Bovendien kon je de doorgang van het kanaal van Korinthe zien, wat erg gaaf was. Via de een smalle bergroute (1539), erg rustig reden we naar Agio Sotira weer terug naar de kust waar we de prachtige kustlijn volgde en zomaar uit het niets een klein haventje passeerde in Maurolimne. Allerlei stille kiezel strandjes reden we voorbij die wellicht in het zomerseizoen vol liggen met zonaanbidders. Aan de weg wordt gewerkt maar wij waren bijna de enige die de werkzaamheden passeerden. Onderweg bij Alepochori zat een grote bakkerij waar we broodjes en koffie scoorden. We reden via een gehucht Psata de 147 op. We klommen weer naar grote hoogte en via allerlei bergwegen, met veel haarspeldbochten kwamen we uiteindelijk terecht op de provinciale weg (EO44) naar Chalkida, het bleef stijgen en dalen. Erg vermoeiend maar de moeite waard. Wat we hier wel veel zien, zijn zwerfhonden en katten. Erg aandoenlijk en je vindt er ook veel dood langs de weg wat nog vervelender is. Evia is na Kreta het tweede grootste eiland. Wel vreemd, want een doorgang van 50 meter is slechts de afstand tot het vaste land maar goed het blijft een eiland. Er zijn twee bruggen een nieuwe grote hangbrug van 650 mtr komend vanaf de tolweg en de oude brug van ca 50 mtr. Wij dachten over de boogbrug binnen te komen maar hadden de kleine brug, erg hilarisch want dat was maar een kort stukje en de overtocht was dus zo beslecht. We hebben wel even gelachen. Chalkida is een grote stad met veel bedrijvigheid, deze lieten we snel achter ons. Ons hotel Phyloxenia zat in Lefkanti ongeveer 10 km van Chalkida. Het was een prima hotel met een goed rapportcijfer maar toch iets minder dan dat we tot nu toe gewend waren. Had een zwembad maar lag op nog geen 100 mtr van zee dus de keus was snel gemaakt. Even een verfrissende duik, opknappen en eten. Dit deden we bij een restaurant om de hoek en hadden een plaatsje aan het water. We bestelden een vismenu voor twee voor 17 euro echter vooraf een salade en o ja doe er ook maar wat frietjes bij want porties zijn hier niet zo groot. Maar op Evia is dit anders, toen de salade kwam schrokken we en dat beloofde wat. En ja hoor het vismenu was ook enorm. Het was allemaal veel te veel. Afrekenen 31 euro inclusief de drank. Wat een dag.

Dag 14
De reis loopt langzaam op zijn eind maar eerst nog dit eiland doorkruisen. Het hotel was prima met een goed rapportcijfer maar toch iets minder dan dat we tot nu toe gewend waren. Wel een heerlijke grote kamer en alles was schoon. Na het uitgebreide ontbijt verlieten we Lefkanti rond 10.30u. Het werd een behoorlijk zware route via een aantal bergketens, wat weer veel stuurmanskunst vergde maar adembenemend mooi was. De eerste stop was bij Prokopi, een klein dorpje in Noord Evia wat een soort bedevaartsoord is voor duizenden bezoekers, omdat zich hier de kerk van Saint John the Russian, bevindt. Niet alleen Grieks Orthodoxen maar ook Russen, Serviërs en andere Orthodoxe gelovigen bezoeken de kerk. Hier ligt het lichaam van de Rus. Hij is voor deze gelovigen een martelaar en wordt aanbeden en was afkomstig uit de Oekraïne. Een heel verhaal maar dat laat ik achterwege. Het is een prachtige kerk en in een kist ligt het gebalsemde lichaam. Na de koffie met een heerlijk stukje gebak reden we door naar Kerasia naar het kerkje Agios Ioannes. Een klein kerkje wat via een onverharde weg te bereiken was. Net te doen voor een luxe auto echter de moeite die we hier voor deden was het eigenlijk niet waard, maar we kwamen er toch langs. De volgende bestemming was het klooster Osios David van Evia in Drymona en ligt in de Xiro bergen langs de weg van Rovies naar Drymona. De volledige naam van het klooster is Osios David Gerontos, het klooster van Heilige David de Oudere. Het klooster is gebouwd rond 1550 en is een mannen klooster. De kerken rondom het klooster zijn gewijd aan verschillende heiligen. Uit een rots, onder een afdakje, steekt een hand waar water uit een bron langs stroomt. De plek wordt agioneri, heilig water, genoemd. Volgens de overlevering was dit de plek waar David met zijn stok op de rotsen sloeg en het bronwater begon te stromen. Hier vulden veel bezoekers hun fles en wij dronken er van, je weet maar nooit waar het goed voor is. Voor het klooster stond een grote walnoten boom. De noten lijken op kleine appeltjes echter dat is het omhulsel waar de harde buitenkant van de noot nog in zit. De noten werden met grote bamboe stokken uit de boom geslagen zodat ze op de grond vielen, en open braken net als kastanjes, erg leuk om te zien. De rit er naar toe was prachtig wel klimmen naar 650 mtr via een erg smalle weg, wellicht geen doorgaande weg, want je kon elkaar amper passeren, onze routeplanner neemt niet altijd de makkelijkste routes maar wel de mooiste. Langs deze route stonden enorm veel Turkse dennenbomen waar plastic zakjes aan hingen, zo geconstrueerd dat het hars uit de boom in de zakken liep. Deze hars wordt verwerkt in de Retsina witte wijn die daardoor een harssmaak krijgt. Uiteindelijk kwamen we op een iets bredere weg waar een sliert aan bussen ons passeerden, deze reden wellicht een andere route want dat kon niet via de door ons gereden route. Op deze route liggen ook de watervallen van Drymona. In de bossen een aantal kilometers voorbij het klooster tussen Drymona en Kerasia. De watervallen zijn ontstaan uit de Sipio rivier. (Sipio = meerschuim). Het hele gebied rondom de watervallen is een mooi groen gebied van kleine en grote watervallen, meertjes en verschillende soorten bomen. Er zijn in het voorjaar zo’n 14 watervallen actief, wellicht hadden ze nu de kraan dicht gezet want er was er maar één actief, maar dat is natuurlijk afhankelijk van de hoeveelheid neerslag. We parkeerde de auto aan de weg en liepen door de bossen via een goed begaanbare wandelroute met houten bruggen en trappen naar de plek waar de waterval naar beneden viel. Het liep inmiddels tegen vieren en we wilden voor donker in ons hotel Altamar in Pefki zijn. Een prachtig hotel met uitzicht op zee en bergen van het vaste land en een heerlijk grote kamer. Lekker zwembad en goed restaurant waar we de avondmaaltijd genoten. 

Dag 15
Vandaag een rustige dag. Na het ontbijt reden we een stukje langs de kust via de EO77 een goed begaanbare weg. We passeerden ook de plek waar we morgen met de ferry de oversteek maken naar het vaste land. De kustlijn is hier prachtig grind stranden en zandstrandjes wisselen elkaar af en de omgeving is een oase van groen met aan de andere kant een diepblauwe zee. Het is zondag en overal uitgestorven dus heerlijk rustig. Vanaf de ferry namen we een verkeerde afslag en reden 2 km over een onverhard pad wat niet de bedoeling was. Trudie nam me uiteindelijk mee naar een lokale wijnmakerij, Vriniotis Winery in Gialtra. We kregen een leerzame rondleiding en kochten natuurlijk een flesje wijn. Hierna een strandje opgezocht en heerlijk ontspannen. Helder water en vissen om je heen. Op een gegeven moment dachten we grote vissen te zien die langzaam naar de kust zwommen. Het bleken kwallen te zijn, om precies te zijn spiegelei kwallen, dat was ook de vorm, prachtige beesten. We waren snel uit gezwommen. Via het plaatsje Orei reden we terug. Een havenplaatsje waar we lunchten en een groot beeld van een enorme marmeren stier bezochten welke ooit op een Romeins siergraf stond. Rond vieren waren we weer in ons hotel. Ook hier nog lekker gezwommen, gegeten en op tijd onder zeil. Morgen gaan we naar Lamia waar we overnachten bij een zus van onze vriendin Julie, de partner van onze vriend Michael. Daarna nog drie nachten in Thessaloniki.

Dag 16
Vandaag verruilden we het eiland Evia weer voor het vaste land. Uitchecken en op weg naar de ferry haven in Agiokampo waar we de oversteek maakte naar Glyfa. We hadden de ferry van 11.00 uur, een kaartje, auto met twee personen, kostte euro 18.50. Het is een open ferryboot met twee laadkleppen waar je oprijdt en in dezelfde richting weer afrijdt. De overtocht duurde 25 minuten en je geniet van het prachtige uitzicht. We reden vanaf Glyfa op ons gemak naar Lamia wel over de tolweg en zouden rond 16.00 uur bij de familie zijn dus we hebben ons even vermaakt. Lamia, is een een stad met zo’n 70.000 inwoners en ligt in een dal tussen twee hoge bosrijke bergketens in van 2100 mtr en 1700 mtr. hoogte, eeft een lange geschiedenis, wat ook duidelijk te zien is aan de overblijfselen die hier nog staan. We reden eerst naar een kasteel boven op een heuvel wat tevens een museum was en panoramisch uitzag over de stad. Het was gesloten. Vanaf het kasteel zag je de zee dus we besloten om de tijd te overbruggen en naar Agia Marina te rijden. Een klein gehucht met haventje en leuke boulevard. Het zag er best gezellig uit maar ook hier was het seizoen bijna voorbij. In het water lag een lange pier/jetty waar vroeger schepen gelost werden op de pier lagen rails, dus wellicht werden vroeger de goederen op treinwagons geladen. Ook hier weer veel kwallen echter een andere soort, blauwe. We liepen de pier op en bleven aan het einde staan, want wellicht konden we dolfijnen spotten, die zagen we hier niet maar er zwom wel een reuze schildpad, wat de kers op de taart was voor deze dag. Rond 16 uur waren we bij ons overnachtingsadres, de zus en de ouders van onze vriendin Julie en vriend Michael. We werden met alle gastvrijheid ontvangen en hadden een comfortabel appartementje voor ons zelf. Gelukkig sprak Eleni, Engels, want Grieks is niet onze sterkste kant. Na de koffie, met overheerlijke zoetigheden zijn we lopend verder op verkenning gegaan in het stadje. We liepen naar Parko Agio Louka boven op een heuvel 350mtr en te bereiken via een groot aantal trappen. Hier staat ook de gelijknamige kerk. Bij een café dronken we iets waarna we via een aantal gezellige straatjes weer afdaalden naar een goede herberg Loupta Depla (Athinon 22, Lamia), Griekenland waar we heerlijk gegeten hebben, voor weinig. Rond 20u waren we terug. Eleni zei dat ze voor ons eten had maar dat was niet afgesproken. Wel heel lief, we namen nog wel een heerlijke crema, een soort vanille pudding en wat fruit. We hebben nog even gezellig gekeuveld voordat we onder de wol kropen.

Dag 17
Na een wat onrustige nacht, drukke straat en warm, stond ons ontbijt om 09.00 uur klaar. Wat een gastvrijheid. Eline was al naar haar werk dus moeder had een ontbijt gemaakt, broodjes, jam, eitje, kaftedes (Griekse vleesballetjes), wat gevulde feta hapjes, Trudie’s favoriet, haha en koffie hoe lief was dit. Het enige was de communicatie die wat moeilijk liep, maar met handen voeten kwamen we er wel uit. Na het ontbijt kregen we nog wat lekkere dingen mee. Na een warm vaarwel, wierp moeder vanaf het balkon ook nog wat lekkers toe. Wat lief allemaal. We hadden een fikse rit voor de boeg waarvan we een deel via de tol zouden doen. Het eerste gedeelte ging via een bergroute (EO3) dus klimmen naar 500 mtr. Het was een prachtige omgeving, bewolkt en 15 graden dus niet warm, daarnaast was er regen voorspeld. Een van de ruitenwisser-bladen was erg slecht dus bij een benzine pomp laten vervangen. Op de smalle bergweg kregen we een brandweerauto achter ons aan. Voor ons reed een enorme oplegger, wij konden aan de kant maar de truck kon geen kant op dus ik sloot weer aan achter de brandweerauto. Dit ging kilometers met langzame snelheid. In dit gebied zal wellicht geen aanrijtijd gelden. Nadat we de bergketen door waren kwamen we in prachtig glooiend en licht heuvelachtig gebied, met pijnbomen en zonnebloemen die al waren uitgebloeid. Bovendien staat deze omgeving bekend om de grote katoen productie. Velden vol met katoenstruiken en witte bolletjes eraan. Ook de bermen lagen bezaaid het is natuurlijk, maar erg rommelig. Vele tractoren en vrachtwagens reden af en aan om de bergen katoenbolletjes van het land af te halen. Het was een genoegen om hier te rijden. In Nikea gingen we even aan de kant om een prachtig kerk Agios Georgios te bewonderen, was weliswaar dicht maar te wel mooi om aan voorbij te rijden. We verlieten Nikea en wat wil net buiten het dorp was midden in de prairie een nieuw winkelcentrum waar ook Ikea zat, hoe bijzonder kan dit zijn. Daar maar even geluncht want dat is ook altijd goed. We waren hier bijna de enige klanten, het zal nog moeten wennen. We moesten weer een bergketen door wat een vervelende smalle weg was, wellicht was er nog een andere weg maar die hadden we denk ik gemist maar wat wil, het was erg bosrijk en we moesten stoppen voor een aantal geiten wat ter hoogte was van grote bergen hout, tussen de bergen zat een doorgang en daar sprongen opeens twee muilezels uit met grote stapels hout op hun rug en liepen via de weg naar een aantal mannen die het hout weer bij elkaar legenden op een wagen. Erg leuk om te zien. We reden door naar de archeologische site van Agai het huidige Vergina. Tijdens opgravingen buiten het dorp, in de 70tiger jaren, ontdekte men de toegang tot een ongeschonden graf. Hierin kwam onder meer een schedel naar boven waarvan de oogkas beschadigd was, het bewijs dat dit het graf van koning Philippus II was die zijn oog verloor toen hij daar getroffen werd door een pijl. De botten lagen in een schitterend gouden kistje. De ontdekking leek te bevestigen dat hier Agai had gelegen, de eerste hoofdstad van het Macedonische koninkrijk. De tombes, waaronder die van zijn zoon Alexander de Grote en zijn vrouw liggen onder een grote grafheuvel diep in de grond verborgen. Via een lange stenen gang loop je naar binnen en kom je in een museumruimte terecht, wat iets mystieks heeft, waar grote vitrinekasten staan met allerlei gouden en zilveren voorwerpen die in de tombes waren gevonden. Dieper in de grond, uit elkaar en via aparte trappen te bereiken kun je afdalen en de enorme deuren en stenen zuilen van de ingangen van de tombes bewonderen. Het is bijna niet te omschrijven hoe mooi en bijzonder dit was. Het was net of je, je in een film waande van Indiana Jones. Dit op zich was al een gave bezienswaardigheid laat staan de gouden schatten die er omheen stonden in de vitrines. Je loopt eigenlijk een half rondje en komt via een ander stenen gang weer naar buiten. We waren erg onder de indruk. Op de tol weg naar Thessaloniki passeerden we nog de hoogste berg van Griekenland de Olympus, ruim 2900 mtr. We waren rond 18.00 uur in ons hotel The Met waar we de laatste drie nachten verbleven. We genoten hier ook van onze avondmaaltijd.

Dag 18
Tijdens het douchen vanmorgen liep de badkamer vol water, wat erg vervelend was. Eerst maar ontbijten en daarna naar de receptie. Er werd direct actie genomen. We houden van verhuizen, dus dat is niet nieuw maar in een  hotel was dat wel. Maar goed een upgrade naar een andere kamer met wat hulp en 100 maal excuus. Het programma stond vandaag volledig in het teken van een stadsbezoek aan deze museale stad. We vertrokken om 12 uur met de gratis hotelshuttle die ons midden in het centrum afzette. Deze bus rijdt ieder uur dus dat is top. Vanaf ons droppingspunt, op het Aristoteles plein liepen we naar de beroemde Witte toren, een wandeling van zo’n 20 minuten. De toren werd in de 15e eeuw gebouwd door de Ottomanen als verdedigingstoren van de haven. Later werd het een gevangenis en een plek waar massaexecuties werden uitgevoerd. Nadat de Grieken de stad in 1912 overnamen werd de toren witgekalkt. De toren is 27 meter hoog en op de top staat nog een torentje van 6 meter hoog, samen is de toren dus 33 meter hoog. De diameter op de grond is 23 meter. Bij de toren staat ook de Hop on Hop Off. Trudie had echter gelezen dat de gemeente van Thessaloniki een rondrit in eigen hand wilde houden. Deze gemeente bus lijn 52 heeft dezelfde voorwaarden als de hop on hop off, zelfde tijden en route alleen de prijs voor 24 uur is €2 pp. Deze bus stopt voor de hop on hop off. Je hebt alleen geen koptelefoontje en er is geen Wifi. Dus wat kozen wij? Juist. We lieten ons droppen in de bovenstad en liepen langzaam naar beneden. Thessoloniki is een soort museumstad, echter het zijn op zich allemaal verschillende kerken. Velen zijn eeuwen oud uit de bijbelse verhalen. Daarnaast is er de oude stadsmuur die zich uitstrekt over een lengte van 8 km. Als eerste bezochten we het klooster Vlatádon monestry. Staat op de werelderfgoedlijst een pareltje en de meeste bezoekers laten dit links liggen. Via allerlei kleine aflopende geplaveide straatjes liepen we langzaam naar beneden. Op deze route ook het prachtige oude kerkje Saint David church. Ook weer een pareltje, bijna niet te vinden omdat deze verstopt zat tussen de woningen en niet in de route van de bussen is opgenomen. Via de Alatzaminaret, Forum Romanum, Agios Dimitrios, Rotunda de grote Agia Sofia en vele andere Byzantijnse kerken en de boog van Galerius bijna allemaal op de Unescolijst liepen we naar beneden. Oja, tussendoor ook nog even koffie met koek bij de bakker. Een behoorlijke wandeling die Trudie enigszins opbrak. Met krukken lopen in deze stad was a hell of a job. We aten bij Ergon Agora, een cool restaurant waar je ook vlees, vis en vele andere soorten verse delicatessen kon kopen. Dit was een regelrechte aanrader. Om 19.10u hadden we de bus terug naar het hotel, nog even heerlijk gezwommen in de Spa en gemijmerd over deze mooie dag.

Dag 19/20
Omdat we gisteren veel gelopen hadden en Trudie erg last van haar benen had, deden we het vandaag wat rustiger aan. Na het ontbijt namen we om 10 uur de hotelshuttle. We brachten een bezoek aan de Modiano Market in de Ermou straat. De grootste, deels overdekte, markt van Thessoloniki. Het lijkt op een grote bazaar. Vlees, vis en groente zijn in aparte secties ingedeeld over een grote oppervlakte die je via allerlei paden kunt belopen. Het is een gebouw uit begin 19e eeuw. Verkopers schreeuwen door elkaar heen hun verswaren aan, die uitgestald klaar liggen voor de koper, leuk om te zien. We gingen weer terug naar ons hotel om de auto te halen en maakte nog een leuke rit in de omgeving, even weg uit de drukte. We brachten een bezoek aan een militair ereveld uit WOI, erg indrukwekkend hoeveel jonge mensen hun leven lieten in een waanzinnige oorlog. We eindigden in een grote shopping mall waar we nog wat rondliepen en ook maar gegeten hebben. Een ontspannen dagje en verder voorbereiden op de terugreis morgen. Na circa 2800 kilometer, 20 overnachtingen in 14 hotels, 9,5u reisverslag schrijven, 4x tanken en enorm veel gezien, beleefd en gelachen met elkaar is deze reis op zijn eind. Griekenland we hebben genoten van je. Morgen vliegen we terug naar huis.