Dag 1,2,3
Hoi allemaal, het heeft even geduurd maar de biologische klok moest even tot rust komen. Maar eindelijk was het zover; vakantie. Na een jaar voorbereiding steeg de spanning langzaam  de laatste weken. Niet veel vakantie gehad dit jaar op een week Istanboel en enkele weekenden na wat tekort is om je helemaal leeg te maken en weer energie op te bouwen. Maar goed het was zover. Afgelopen zaterdag met de kinderen wezen eten. De Kerst en Oud op Nieuw zijn we er niet dus toch nog even samen. Vanmorgen brachten Daniëlle en Roderick ons weg. Na afscheid van de buren reden we rond 10.15 uur naar Schiphol. Zondag al ingecheckt via internet dus we hadden goede plaatsen in het vliegtuig uitgezocht. Gelukkig want het vliegtuig was vol en er stond een rij van hier tot Hong Kong voor de incheck balie op Schiphol. Na een vlotte incheck van de koffers ff koffie en vertrokken we om 13.30 uur naar Hong Kong. We zaten goed en konden ontspannen naar ons home video systeem kijken. Keuze uit 100 speelfilms en games dus daar ontbrak het niet aan en Trudie had 2 kilo aan tijdschriften mee dus vervelen; ho maar. De service van Cathay Pacific was prima. Goed en voldoende eten en drinken en heerlijke witte wijn om weg te doezelen en bovenal altijd die eeuwig durende lach van die Aziaten brengt je altijd in vrolijke stemming. Trudie en ik konden samen ook gamen dus vermaakten we ons met yathzee. Om 07.20 uur Hong Kong tijd landen we op Hong Kong Airport precies 11 uur gevlogen en de zon kwam weer op. Dus in 19 uur tijd (8 uur tijdverschil) hebben we het licht en donker zien worden. Na een vlotte uitcheck (koffers bleven op vliegveld) reden we met een taxi naar ons daghotel. Hé, heerlijk ff naar bed. De wekker op 14.30 uur gezet want om 16.00 uur werden we weer opgepikt door de taxi. Om 16.30 uur waren we weer op het vliegveld en maar wat eten, heerlijk die chinese keuken. Vervolgens weer de nacht in. Rond 22.00 uur werd het diner geserveerd. Het was allemaal erg smaakvol. Het vliegtuig zat langena niet vol. Wederom goede service en goede zitplaatsen. Om 07.20 uur geland op Sydney. Bij de douane werden we uit de rij gepikt met onze bagage voor nader onderzoek. Alles naar willekeur. We hadden in het vliegtuig een kaart in moeten vullen dat we niets hadden aan te geven echter Trudie had haar huisapotheek mee waarvan ik niet wist wat ze allemaal mee had. En medicijnen moet je aangeven. Dus leeg die tas en een extra controleur die moest checken of er geen verboden zaken bijzaten. Dat was weliswaar niet het geval ,echter ze waren boos dat het niet was aangegeven. Hier staat en bekeuring op van 5000 euro dus we zagen onze geest al dwalen. Maar goed, meewerken is de beste leermeester dus het werd ons min of meer vergeven, met de mededeling dat het niet meer mocht voorkomen en een heel plezierige reis in Australië puf, puf. Dat was effe zweten. Bill en Gayle, onze neef en nicht, stonden in de aankomsthal uitbundig te zwaaien. Een hartelijke ontvangst We reden direct richting Singleton ongeveer 350 km boven Sydney waar zij wonen. De rest van de dag gevuld met bezoek aan de zoons en dochter en en onze tante Tet, die inmiddels 92 jaar is. Rond 21.00 uur naar bed na een vermoeiende dag. Het weer is niet al te best, regen en bewolking maar het zou beter worden. We vielen als een blok in slaap. Morgen gaan we naar het buitenhuis aan de kust in Salamander Bay.

Dag 4
Vandaag om 8.30 uur uit bed. Na het ontbijt brachten we een bezoek aan onze oudste neef Robert en zijn vrouw. Rond 11.00 uur werden we weer opgepikt en reden we met twee auto’s richting Salamander Bay waar we de rest van de dagen doorbrengen. Een mooie rit door het Australisch landschap wat op het ogenblik door de vele regenval mooi groen is. We stopten onderweg nog voor lunch bij Subway en bij een fabriekje die Ugg’s maakt. Een Australische laars die op het moment in Nederland erg populair is. Daniëlle wilde een paar echter het model wat zij wil was hier niet te krijgen. Door naar de kust, via een stuk regenwoud en een kustweg die je aan Nederland doet denken, alleen waarschuwingen voor kangoeroes en koalaberen die de weg kunnen oversteken en de aparte flora. Via een grote oprijlaan arriveerden we bij het buitenhuis. Niet een gewoon huis maar een langgerekte villa met veranda zoals je veel in tropische gebieden ziet. Het is een voormalige Break and Breakfast. Bill en Gayle gebruiken het als prive verblijf. Vanaf de veranda en de kamers heb je uitzicht op zee. Alle kinderen en de kleinkinderen hebben hun eigen kamer die ook nog eens voorzien zijn van badkamers waarin de onze drie keer kan keren. Sommige hebben zelfs een keuken. Onze mond viel open. Een heerlijk zwembad en op 1 minuut loopafstand van zee. Het is geheel aangepast aan de eisen van deze tijd, Een grote sauna en enkele aparte movierooms en lounges completeren het geheel. Hun eigen vertrek staat boven bovenop het huis en heeft een 360 graden panoramisch uitzicht. We voelen ons een beetje filmster maar goed dat mag ook wel sinds mijn optreden in de Postbus 51 spot. Na de koffie kwam het volgende avontuur. We reden naar de haven want hier lag het volgende verblijf. Ditmaal geen voormalige Break and Breakfast maar gloedniew speedjacht. Een groot schip waarmee we zaterdag de zee op gaan met 18 man. Er zij twee jet-ski’s dus dat moeten we ook mee maken. Iedereen heeft plek dus dan weet je wel hoe groot die boot is. Drie slaapvertrekken, badkamer en alle luxe die je je maar kan bedenken. Hier liggen niet de schepen van Jan de arbeider maar is de Jetset van dit deel van Australië goed vertegenwoordigd. Wel leuk om mee te maken. Lekken biertje drinken, Vervolgens kwamen Anja en Kell, nicht en neef, ook nog aanwaaien. Zij wonen in Anna Bay op 10 minuten afstand. Al met al een indrukwekkende en bijzonder gezellige dag. Heerlijk gegeten en om 22.00 uur het licht uit. Morgen gaan we de bergen in met Anja en Kell.

Dag 5
Vandaag werden we rond 6.00 uur gewekt door de vogels die op de veranda zaten en een enorme herrie maakte. Zelf ben ik uit bed gegaan en Trudie bleef nog een poosje liggen. Heerlijk genoten van de rust en het uitzicht hier. Het weer was niet al te best, regen en harde wind. Vandaag gaan we Mount Tomaree bedwingen in Tomaree National Park. Een berg van 1100 meter. Gezien de weersomstandigheden wisten we niet of het wel door zou gaan. Maar goed de aussie familie was op tijd om ons op te halen. Via een mooie kustroute reden we naar Mount Tamaree. Omdat het regende toch maar de jas aan echter tijdens de klim omhoog al snel uit gedaan.Het was een behoorlijke steile klim. Dit kon via de gebaande paden echter wij kozen er voor om de bergpaden te nemen met stenen en trappen en stalen bruggen. Een spannende ervaring en funest voor Trudie haar benen maar zoals altijd doe je het niet dan mis je het mooiste. Het uitzicht was uitzonderlijk mooi en deed ons weer denken aan de mooie tochten in Nieuw Zeeland. Op deze berg heeft tijdens WOII ook een groot kustbatterij gestaan om een eventuele invasie van de Jappanners tegen te houden. Resten zijn nog te vinden en te bewonderen. Na een klim van ruim een uur waren we bovenop de berg en het uitzicht werd beloond. Nelsons Bay, Anna Bay en Salamander bBy waren allemaal te zien. Mooie witte stranden in de baaien. Een mooie ervaring. Tijdens onze klim naar boven bleef het droog. Na de afdaling vervolgden we onze tour naar Nelsons Bay voor de lunch en sloten Bill en Gayle ook aan en ook Roger en Christina een andere neef en nicht. De lunch had steak op het menu staan. Vanavond zouden we naar de Gardens in de Huntervalley gaan. Dit is een soort Efteling maar dan anders. Dit park was volledig feeeriek verlicht vanwege de Kerst. Maar gezien de weersomstandigheden vreesden we dat dat niet zou doorgaan. Na de lunch gingen we met zijn allen naar het huis van Anja en Kell voor koffie. Zij zijn twee jaar geleden verhuist van de country home naar de kust en hebben in Anna Bay een schitterend huis laten bouwen wat wij nog niet hadden gezien. En eerlijk is eerlijk het was in één woord een plaatje. Op steenworp afstand van de zee die je kon horen ruisen vanuit hun woonkamer. Wat zouden wij hier graag willen wonen, wie weet. Inmiddels was het alweer vijf uur dus terug naar Salamander Bay voor de borrel en fish and chips. Het was gezellig want er waren voor het weekend ook vrienden overgekomen en een zoon met vrouw en kinderen. Morgen gaan we bij goed weer varen dus hopen maar dat het beter wordt.

Dag 6
De dag begon met regen maar het was windstil dus varen zou er wel niet inzitten. Om 7.00 uur herrie op de gang want de vrienden die gisteren waren gekomen gingen er weer vandoor. Tijdens het ontbijt toch besloten om ondanks de regen een stuk te gaan varen om dolfijnen te spotten. Na het ontbijt rond tienen werd de regen ook minder. Spullen pakken en op naar de marina (haven). De boot werd in gereedheid gebracht en rond 11.00 uur voeren we de haven uit. En wat gebeurde het het stopte met regenen. De temperatuur was 24 graden dus koud ho maar. Er stond wel wat golfslag maar dat kon de pret niet deren. Omdat we in een grote baai vaarden gingen we eerst naar de ingang die toegang biedt tot de Pacific want daar waren de dolfijnen. Nu was varen op deze boot geen straf. Voorzien van alle gemakken, kruisten we met een snelheid 32 knopen voor de kenners bijna 60 km per uur over het water. De boot heeft twee motoren van 400 pk dus bij die snelheid lusten ze wel wat ca. 110 liter brandstof per uur. De aussies hebben een neus voor bepaalde zaken zo ook voor dolfijnen. We kwamen terecht in een school van een tiental vissen die uitdagend aan het spelen waren. We wisten niet wat we zagen overal om ons heen beesten van meer dan twee meter. Het was indrukwekkend om mee te maken. Nu hadden we in Nieuw Zeeland ook dolfijnen gespot maar die waren een stuk kleiner. In de winter zitten er ook walvissen, jammer maar je kan niet alles hebben. Het was inmiddels 13.30 uur dus tijd voor lunch. De boot voor anker, muziek op van Adrea Bocelli, champagne en heerlijke hartige taart en andere lekkernijen werden tevoorschijn gehaald. Wat hebben we het toch slecht. Om 15.00 uur waren we weer terug en inmiddels scheen de zon. Trudie en ik waren behoorlijk verbrand ondanks dat de zon niet scheen. Dat is een rare gewaarwording. De dames gingen zich opknappen want moesten naar een ballet uitvoering van één van de kleindochters Esha. Tussentijds hebben we nog even wat boodschappen gedaan want Gayle is morgen jarig. Oook hebben we een prepaid kaart gekocht voor de telefoon want dan bellen we goedkoper dan met ons eigen abonnement.
Bij thuiskomst reden Bill en ik zijn naar het strand in Anna Bay, Stockman Beach waar hij goede herinneringen had aan zijn jeugd en die met mij wilde delen. We maakten een heerlijke strandwandeling echter de wind was toegenomen dus het zand blies je om de oren. De zon scheen volop en het was warm geworden. De stranden zijn hier verschrikkelijk breed en lang en je hebt de ruimte. Omdat het nogal waaiden reden we vervolgens naar One Mile Beach een ander strand waar tientallen jongens aan het surfen waten op de enorme golven. Kinderen groeien hier op met de zee. Dit komt ook omdat de grootste populatie bewoners in Australië aan de kust woont. Na deze heerlijke wandeling gingen we eten in een club. Dit was een bowling centrum met een restaurant. Je moet lid zijn of in de directe omgeving van 5 km wonen om naar binnen te mogen. Maar goed, Bill was lid en ik was introducee. We hebben heerlijk gegeten. Rond achten waren we thuis en ik had het wel even gehad. De dames waren om 21.30 uur weer thuis. Hadden erg genoten van de kleine Esha die ook nog een prijs had gewonnen. Om 11.00 uur nog ff snel de kamer versiert en daarna het licht uit.

Dag 7
Wat vliegt die tijd. Alweer een week verder en wat voor één. De laatste bij de familie vandaag. Gayle was jarig. Wederom zouden we weer een aantal familieleden ontmoeten. We waren op tijd uit bed. Op zondag is het de gewoonte dat er bacon en eggs worden gemaakt. Nu staat er op de veranda een grote buitenkeuken/BBQ waar dit soort ontbijt uitstekend op kan worden gemaakt. Hierna koffie met felicitaties. Rond elfen verschen Barry en Teresa en Peter en Jane. Het was weer een warm welkom na drie jaar. Ook Anja en Kell waren weer van de partij. Het was erg gezellig en allemaal hadden ze wat meegenomen voor de lunch. Dat kennen wij niet echter dit is gewoonte bij een verjaardag. We hadden beter het boek van Sonja Bakker mee kunnen nemen, wat een heerlijke dingen waren er. Veel zelfgemaakte etenswaren. We hebben de hele middag op de veranda gezeten. Rond vieren ging ieder weer zijns weg. Wij vertrokken rond 18.30 uur naar de Huntervalley Gardens die helemaal met kerstverlichting is versiert. Nu was dit wel 1.5 uur rijden maar dat vinden die Aussies niet erg. Het park ligt midden in het wijngebied van de Hunter Valley.We zijn hier al eerder geweest in 2002 en 2005. Bij aankomst was het een drukte van jewelste want het is een hele bezienswaardigheid. Alle tuinen waren feeëriek verlicht. Dit spektakel duurt twee weken. Een leuke avond maar ook weer 1.5 uur terug, erg vermoeiend. Om 12.00 uur deden we het licht uit.

Dag 8
Een raar gevoel weer de laatste dag bij Gayle en Bill. Een dubbel gevoel met veel emotie want dat heb ik nog niet eerder gezegd maar bij Bill is onlangs leukomie geconstateerd. Dus voor de Kerst starten de chemobehandelingen. Wij zouden elkaar komend jaar weer ontmoeten in Nederland echter dat is nu nog maar de vraag. Maar goed, veel behandelingen kennen een positief verloop en de gezondheidszorg staat in Australië op een hoog niveau. Na het ontbijt, afscheid van Gayle en bracht Bill ons naar Newcastle waar we de auto zouden ophalen. Newcastle is de haven voor de kolentransporten. Met treinen worden de kolen hier naar toe gebracht. En overgeladen in grote kolen schepen die over de hele wereld varen. Er wordt hier 40 miljoen ton kolen op jaarbasis verscheept en dit groeit de komende jaren naar 46 milj. ton. Een grote havenstad waar Nederlandse baggerschepen op het ogenblik druk aan het werk zijn met de aanleg van een nieuwe haven. Voor het eerst links rijden, spannend. We hadden het depot van Europcar snel gevonden. We rijden in een Ford Falcon. Een drieliter moter zal ons door het zuiden van Australië rijden. Na en korte uitleg en controle reden we achter Bill de stad uit. Onderweg splitste onze wegen. We namen afscheid en wij reden richting Sydney en hij naar Salamander Bay. Het was een rare gewaarwording links rijden.. Aan het stuur zit de richting aanwijzer precies contra aan die van ons in Nederland. Dus deed ik de richtingaanwijzer uit zat ik aan de ruitenwisser, Trudie lag in een deuk. Maar goed na een paar keer heb je dat wel door. Vlak voor Sydney verlieten we de snelweg want ik wilde graag naar Barowa Waters. Hier zijn we in 2005 ook geweest en dat was wel zo’n mooie plek dat ik daar nog wel een keer heen wilde. Het is een groot meer tussen boom begroeide bergen en toont heel idyllisch. Je moet vanaf de snelweg een heel eind naar beneden rijden via allerlei haarspeld bochten maar ben je beneden dan is het prachtig. We zijn met de pont naar de andere kant van het meer gevaren voor koffie. We vervolgden onze weg en bij Sydney was het een drukte van belang. Ik volgde de aanwijzingen van Trudie niet goed op dus raad wat er gebeurde....... Gelukkig zorgde de navigator weer dat we op de goede weg zaten. Petje af voor Trudie die ons uiteindelijk keurig om Sydney heen leidde. Het wegverkeer houdt zich goed aan de voorgeschreven snelheden. Alle speedcamara’s staan aangegeven en dat zijn er heel wat. Ook traject controlles zijn ze niet vies van hier. Ook een groot nadeel is dat er geen transparantie is in de snelheden. Borden met 60, 70, 80 en 90 wisselen elkaar in groot tempo af. Je kunt er snel één missen en dan is de bekeuring snel binnen. Rijden hier is heel anders dan bij ons en er is veel zichtbaar en onzichtbare politie op de weg dus houdt je aan de snelheid. Cruise control is hier geweldig. Het grappige is dat op de freeway, autosnelweg het meeste verkeer op linkse rijstrook rijdt. En de tweede baan bijna helemaal vrij is alleen als er wordt ingehaald zie je de chauffeur op de andere rijbaan rijde. Bij ons zijn beide rijbanen gevuld met auto’s. Dus onnodig op de andere rijbaan rijden wordt hier niet gedaan. De hoogste snelheid is 110 km p/u. Ons Best Western hotel lag in Mittagon. Een klein dorp waar de tijd heeft stilgestaan. Vriendelijke ontvangst en grote kamer. Lekker gegeten bij de chinees want we wilden wel eens wat anders dan friet met vis of vlees oid. Het eten was prima maar geen Nederlandse Chinees. Morgen gaan we op weg naar Canberra.

Dag 9
Na een goede nachtrust, goed ontbijt verlieten we rond 9.00 uur het hotel. Op weg naar Berimma. Een plaatsje niet ver van Mittagon. Een plaatsje waar de tijd heeft stil gestaan en de moeite waard van een bezoek. Het plaatsje is gesticht aan begin van de 18e eeuw. Leuke huisjes waabij je de auto’s weg moet denken en koetsen door de straat ziet rijden. Ook is er een echte gevangenis die nu dienst doet als reintegratie kamp en naast het gebouw staat het gerechtsgebouw. Beiden gebouwd van zandsteen. Het gerechtsgebouw doet nu dienst als museum. Een bezoekje meer dan waard. In de rechtszaal zitten allemaal mensgrote poppen dus het is net of er echt een rechtzaak aan de gang is. In de hoofdstraat diverse winkeltjes die patchwork en grote hoeveelheden stoffen verkopen van diverse kwaliteiten. Bij de plaatselijke pattiseriezaak koffie gedronken met een zelfgemaakte lekkernij. Voor één van de winkels stonden twee bomen, zgn. Smoke busch. Heel aparte bomen die vol met roze bloemen zaten. De tijd tikt door dus op naar de volgende plaats Bowral. Een iets grotere plaats waar we even door de winkelstraat zijn gelopen. In sneltreinvaart door naar de Fitzroywatervallen. Dit was een echt highlight. Een gigantische diepte waarin het water viel. De omgeving was overweldigend en als mens ben je zo klein. Het leek hier op de Blue Mountains. Naast de waterval was de politie aan het abseilen. Je moet geen hoogtevrees hebben. Het was inmiddels 16.00 uur en we moesten nog 200 km rijden. Je vergeet snel dat je hele afstanden moet overbruggen. We waren in eerste instantie fout gereden maar Trudie bracht ons al snel weer op de juiste route, wat een echt compliment is want men is hier zuinig met aanwijsborden. Eindelijk op de snelweg. Mooie vierbaansweg waar je 110 km mag rijden dus de cruise control aan. Er rijden hier betrekkelijk weinig auto’s dus je hebt de weg bijna voor jezelf. Dit kennen we in Europa niet, kilometers kom je niets tegen wat je bijna niet kunt geloven. Er waren op deze vierbaanssnelweg geen viaducten dus af en toe een afslag, en auto’s die over de vierbaansweg moesten oversteken. Dus gewoon een kruising op een vierbaansautoweg. Een vreemde gewaarwording want ook de grote vrachtauto’s rijden van de ene kant naar de andere kant van de weg dus het is oppassen geblazen in dit geval. Trudie heeft ook een aantal kilometers gereden zodat we elkaar afwisselden. Wat ook vreemd is dat fietsers gebruik mogen maken van de vluchtstrook. Nu begrijpen wij ook dat sommige buitenlanders bij ons van de vluchtstrook worden gehaald. Rond zevenen kwamen we in Canberrra aan. We reden even verkeerd omdat ik door de laaghangende zon niets kon zien en we een afslag mistte. Uiteindelijk kwamen we aan bij het Crown Plaza Canberra. De auto in de parkeergarage en snel naar de receptie. Hier kregen we te horen dat onze kamer was ge-upgrate en we een junior suite kregen. Het kon niet beter. Snel opknappen en ons nog even orienteren. Bij een Italiaans restaurant heerlijk gegeten. Terug op de kamer nog effe tikken en om 23.00 uur het licht uit.

Dag 10
Eén dag in Canberra is niet veel dus je moet keuzes maken. Een bezoek aan het nationaal museum viel gezien de tijd af. Maar er bleef nog genoeg over. De auto bleef in de parkeergarage en we hadden gisteren afgesproken om fietsen te huren. Deze stad leent zich daar bij uitstek voor,.So be it. We waren vroeg uit de veren en vertrokken om 09.00 uur na het ontbijt, naar de fietsverhuurder. Ik had al gebeld om te reserveren. Het was een tien minuten wandeling. Twee mooie bikes met versnelling stonden op ons te wachtenen en ook twee helmen want dat is verplicht in Australië. Als eerste stond een bezoek aan een glaskunstwerk fabriek op het program. De Canberra Glasworks, gehuisvest in het oudste publieke gebouw een electriciteitscentrale. Een mooie fietstocht langs Lake Burley bracht ons er in 20 minuten heen. De centrale deed dienst tot 1957. Inmiddels omgebouwd tot glas kunstwerk galerie echter met de grandeur van weleer. In het atelier staan een aantal ovens en werken een aantal van Aussies grootste glaskunstenaars. We hadden geluk want er waren vandaag enkele aanwezig die van dichtbij hun kunsten lieten zien. Een mooie ervaring en een bezoek waard. Vervolgens fietsten we naar het station omdat ik de treinen van dichtbij wilden zien. Dat stelde niet zoveel voor. Er wordt hier alleen met diesel gereden en dat stinkt. Van hier naar het Australische parlement. Zeg maar de Eerste (The Senate) en Tweede kamer (the house of Representatives). Het gebouw is nadrukkelijk aanwezig in Canberra en je ziet het bijna van alle kanten en geopend in 1988 door Koningin Elisabeth. Gastvrijheid is ook hier weer het relaas. Naar binnen gaat natuurlijk niet zomaar. Eerst wordt je grondig gecontroleerd. Het was vandaag erg druk want er werden bulls uitgereikt aan pas afgestudeerden. Het feest vond plaats in een van de grote zalen in het gebouw. Eenmaal binnen, eerst naar de informatie. Het eerste wat gevraagd werd is waar we vandaan kwamen. Zodra je Holland zegt is er altijd wel iets wat daar mee te maken heeft. Zo ook nu. We werden gewezen op een Friese staartklok die in 1988 geschonken was door de Nederlandse regering en op de eerste verdieping stond. Dus die moesten we zeker zien. Je kunt vrij door het hele gebouw lopen en de Eerste en Tweede kamer bezoeken. Er was vandaag geen vergadering wat wel jammer was. Een lift brengt je naar het dak, waarvan de dakbedekking gras is en van waaruit je een schitterend uitzicht op de stad hebt. Ben je in Canberra dan moet je dit zeker zien. Fietsen in Canberra blijft oppassen geblazen. Natuurlijk links fietsen en fietspaden zijn zeldzaam dus af en toe maar over de stoep waar niemand van op kijkt. Een ander onderdeel van ons programma was de botanische tuin. Het weer begon goed vandaag maar inmiddels was het bewolkt maar nog geen regen. Dit was een aardig tochtje echter niet onaangenaam. De tuin ligt buiten Canberra op de heuvel Black Mountain waar bovenop de grote radiotoren staat. De tuin bevat de beste wetenschappelijke collectie van circa 90000 planten en bomen van meer dan 5000 inheemse soorten uit heel Australië. Een hoogtepunt is een regenwoud met enorme bomen en planten waar je via allerlei houtbruggen doorheen loopt. Hier begon het te onweren en te regenen dus schuilen was een alternatief. Gelukkig was de regen snel over maar het was behoorlijk afgekoeld. Rond vieren leverden we de fietsen in. Nog even een bezoek aan het centrum dat bestaat uit trendy grote overdekte winkelcentra en zeker even de moeite waard van een bezoek. Vandaag lekker in het hotel gegeten omdat we erg moe waren. Het eten was voortreffelijk alleen Trudie vond het vlees niet zo lekker. Morgen op weg naar Melbourne. Een 600 km lange rit dus moeten we uitgeslapen zijn.

Dag 11
Uitchecken en na ontbijt reden we om 8.00 uur weg richting Melbourne. De drukte op de wegen hier in Canberra valt erg mee. We reden al snel op de Free Way. Precies 648 km te gaan en één weg. Je kunt het je haast niet voorstellen. Er zaten stukken van 90 km bij waar we precies 12 auto’s tegen kwamen. Dus bumperkleven vergeet het maar. Het landschap is erg afwisselend van kleur. Veel begroeide heuvels en het lijkt wel wat op Toscane. Alleen geen zonnebloemen. Er waren wel veel wegwerkzaamheden wat qua snelheid wat oponthoud geeft. Niet dat je moet stoppen maar de snelheid is 60/80 terwijl je normaal 110 kunt rijden. Maar so what. De cruise control is op deze wegen een prima oplossing. Het weer was afwisselend zonnig en bewolkt echter na zo’n 400 km werd de lucht gitzwart ter hoogte van Albury. We verzeilde in zwaar noodweer. Het was of de hemelpoorten werden geopend en een zee van water naar beneden kwam. Angstaanjagend en dit hadden wij beiden nog niet meegemaakt. Maar wat nog veel erger was, was dat er hier nogal wat vrachtverkeer was. Niet van die kleine autootjes maar ze zijn allemaal zo’n 20 meter lang, die onverlicht met hoge snelheid je passeren. Dat geeft geen prettig gevoel. We zagen dus geen hand voor ogen en voor en naast je reden die grote wagens zonder verlichting. Gelukkig verder geen personenauto’s. Ik durfde ook niet op de vluchtstrook te gaan staan en reed dus met 40 km over een zee van water heen. Erg onplezierig. Na zo’n 20 minuten klaarde het weer op dus bij de eerstvolgende koffiestop maar een expressoshot om de spanning weg te drukken. Rond zessen kwamen we in Melbourne aan. Midden in de spits. We hebben anderhalf uur rondgereden voordat we het hotel vonden. Niet omdat de kaart zo slecht was maar omdat er drie straten hetzelfde heten en we tijden in de avondspitsfile stonden. Maar goed, de ontvangst was vriendelijk en we hebben een mooie ruime kamer. Het eten hier was uitstekend. We zaten midden tussen de bruilofstgasten die hier ook van een diner genoten. Morgen de echte eerste dag Melbourne.

Dag 12
Trudie heeft slecht geslapen en we werden wakker met een bewolkte hemel van waaruit enorme hoeveelheden water viel. Dat beloofde wat. Na het ontbijt liet de zon zich wat slapjes zien. We hadden besloten om met de trein, sprinter, naar het centrum te reizen. Dit was geen slechte beslissing. Een retourtje kostte 3.50 euro pp.en het kopen van een kaartje is hetzelfde als bij ons in Holland. Er is geen loket maar er loopt een65 plusser rond die informatie geeft en je eventueel kan helpen. Een ritje van 15 minuten bracht ons tot Flinders station in het hart van Melbourne. Een schitterend station uit eind 18e eeuw omringt door wolkenkrabbers wat erg confronterend is. Veel oude gebouwen, wat is oud Australië heeft niet echt een geschiedenis, staan op deze manier ingebouwd. Dit is erg bijzonder. Voor het station wederom 65 plussers die allerlei toeristen informatie geven. Goed idee. Als eerste liepen we naar St. Pauls Kathedral. Een schitterende oude gotische kerk uit de laat 19e eeuw. Vervolgens maakten we een rit met een zgn Circle tram. Gratis en voor niets die langs alle highlights van de stad rijdt en hetzelfde biedt als de hip on hip of bus in andere grote wereldsteden. Je kunt je dan beter oriënteren. Vervolgens liepen we via de Queensbrug, één van de oudste bruggen over de Yarra rivier naar het hoogste gebouw van Melbourn, het Eureka gebouw. Dit gebouw is 288 meter hoog en vanaf het skydeck op de 88e verdieping heb je een formidabel 360 graden view over de stad. Er zijn totaal 92 verdiepingen. Een lift bracht ons in 38 seconden naar boven een snelheid die bij het afremmen een raar gevoel teweeg brengt. Het was werkelijk een plaatje. Tijdens dit bezoek werden we gebeld door John en Catrina die in Melbourne wonen. Wij hadden hen tijdens onze laatste reis naar Nieuw Zeeland ontmoet en tussentijds contact gehouden via de mail. We zouden vandaag bij hen dineren. Wel vreemd dat je ver van huis bent en dan toch bekenden ontmoet. Vanaf de Sky tower gingen we op zoek naar een winkel waar Uggs werden verkocht een laars die in Aussie gemaakt wordt en in Nederland erg duur is. De winkel hadden we na een aantal malen vragen snel gevonden. De laars hadden ze niet in de kleur die Daniëlle wilde hebben maar slippers wel. En natuurlijk ook voor Trudie, dus die blij de deur uit. Vervolgens een bezoek aan het parlements huis en van hier naar China Town. Een leuke wijk om te bezoeken met allerlei kleine winkeltjes. Vervolgens naar het Fizroy gardens voor een bezoek aan het huis waar Captain Cook was geboren. Dit huisje is in Engeland Yorkshire afgebroken en getransporteerd en volledig weer opgebouwd in Melbourne. Erg leuk om te zien. Melbourne is een stad met 4 miljoen inwoners en erg trendy en steekt Sydney langzamerhand naar de kroon. Het weer was aardig opgeknapt en de zon scheen volop. Om 17.00 uur namen we de trein terug naar het hotel want John zou ons om 19.00 uur oppikken. Zij hadden juist een huis gekocht in een schittterende buitenwijk van Melbourne dus we waren erg benieuwd, Nu, het was inderdaad een schitterend huis met een gigant van een zwembad. We hebben een geweldig gezellige avond gehad en heerlijk gegeten. Om 11.30 uur waren we weer terug in het hotel. Wat gaan die dagen snel.

Dag 13
Om 8.00 uur uit bed. Ontbeten en op weg richting het Dandenong gebergte net buiten Melbourne. De zon scheen volop en dat hadden we verdiend. Uit één van onze boekjes hadden we een autorit gehaald die we zouden rijden. Het begin van de rit lag ruim anderhalf uur rijden van het hotel en startte in Upper Ferntree Gully. Het was erg druk op de weg omdat het zaterdag is en de vakanties zijn begonnen. Veel Melbourners trekken de bergen in. Onze eerste stop was in Belgrave. We zouden met een treintje, Puffing Billy meegaan. Een oude spoorlijn met stoomtrein die in vroeger dagen dienst deed voor de wijnboeren. Wat bleek, we hadden ons niet goed voorbereid, wat niets voor ons is, maar goed de rit nam heen en terug de hele middag in beslag en dat was nu net niet de bedoeling. Na het vertrek van de trein reden wij terug naar de scenic route. Bij een grote picnic plaats midden tussen reuzen bomen maakten we een korte wandeling. Erg veel mensen waren hier aan het picnicken echter alles even rustig. De serene rust werd verstoord door een sirene van een brandweerwagen. Op de wagen stond Santa Claus die aan de kinderen snoepgoed uit deelde. Net Sinterklaas maar dan zonder pieten. Van hier reden we naar George Tindale Memorial Garden. Een grote botanische tuin aan een groot meer. Bij een aankondiging en een parkeerplaats zijn we uitgestapt en hebben we een boswandeling gemaakt van een aantal km. Erg mooi maar het was niet de plek waar we heen moesten. Deze lag een kilometer verderop en zagen we pas later bij het passeren. Je kunt niet alles hebben. Door naar Sassafras. Een leuk dorp met allerlei antiek en kunst winkeltjes. Hier hebben we in een Thearoom Miss Marples heerlijk gelunchd weliswaar laat 16.00 uur maar we hoeven de eerste uren geen eten meer. Het was een echt romantisch Engels huisje. Aan de wand hingen veel foto’s van de bekende Miss Marple. Weer doorrijden naar een uitzichtpunt welke een schiterende lookout bood op Melbourne. Hier kon je goed zien hoe groot de stad wel is. O ja, wat ik nog vergeten was te melden is dat de benzine hier 55 eurocent kost da's lachuuuuu. Om 10.00 uur het licht uit.

Dag 14
Alweer de laatste dag Melbourne. We vermaken ons uitstekend en het weer is goed en wordt steeds beter. Vandaag stond Ballarat met Sovereign Hill op het programma. Op deze plek werd in 1851 goud gevonden. De ontdekking van goud was de belangrijkste gebeurtenis in de ontwikkeling van Victoria. Op de plek waar dit voor het eerst goud werd gevonden is een openlucht museum gebouwd van 25 hectare waar je de geschiedenis van weleer kunt proeven en aanschouwen. Om 7.00 uur de wekker want het we moesten zo’n 100 km rijden en het park gaat om 10.00 uur open, het is zondag en de vakanties zijn begonnen dus we wilden vooraan staan. Na een voorspoedige rit waren we om 10.15 uur in Sovereign Hill. De parkeerplaats was rustig dus het viel allemaal mee. Het was de moeite waard van een bezoek. Een geweldig park wat geheel in het teken van de geschiedenis van de gouddiggers vanaf 1851 stond. Te beginnen met de tentjes waarin de eerste gouddelvers zich voor het eerst huisvesten. Wat opviel was een apart stuk voor chinezen. Trudie en ik vroegen ons al af hoe het komt dat er hier in Melbourne zoveel Chinezen zijn. De eerste Chinese goudzoekers arriveerden in 1853. In 1859 waren het er 40000. De aussies waren er niet blij mee en er ontstond een opstand waarbij er enkele werden vermoord. Om de grote toestroom tegen te gaan werd er een belasting ingevoerd die Chinezen bij binnenkomst van AU moesten betalen. Velen kwamen echter illegaal via de kust binnen. Na de grote goudrush werden de meeste chinezen tuinman, kok of fabrieksarbeider. De gouddelversplek ontwikkelde zich snel en er ontstond een stad met straten, winkeltjes, huizen, kerk en school etc. Denk hierbij aan het wilde westen. Dat is hier allemaal neergezet. Ook mensen in klederdracht liepen door de straten, politie, winkeldames, bankiers noem maar op. Op het terrein reden post-koetsen waar je een ritje mee kon maken, en er werden allerlei voorstellingen gegeven op straat om de bezoekers bezig te houden. In de smidse werd de geschiedenis verteld hoe hoefijzers werden gemaakt, bij de wielmakerij hoe een wiel werd gemaakt, ga zo maar door. Een wandeling door een onderaardse mijngang met een aantal interactieve doe dingen was een belevenis op zich. Ook kon je zelf in een riviertje wat door het park stroomt met een schaal op zoek gaan naar goud. Leuk om even te proeven hoe dit nu ging. Het was geen gemakkelijk leven toentertijd omdat er duizenden gouddelvers op het goud afkwamen en iedereen zijn eigen plekje opeiste. Uiteindelijk ging men ook ondergronds wat nog veel gevaarlijker was. De uitvinding van de stoommachine was een revolutie op zich. Het maakte veel werk een stuk lichter ook dit werd getoond met een aantal grote machines. Er is hier uiteindelijk 640000 kilo goud gedelfd voordat de mijnen in 1920 uitgeput raakten. Al met al een leuke dag. Om 16.00 uur verlieten we het park. Terug in Melbourne bij een Grieks restaurant heerlijk gegeten. Morgen het eerste deel van de Great Ocean Road.

Dag 15
Vandaag de eerste helft van de Great Ocean Road. We moesten ongeveer ruim 250 km overbruggen naar Apollo Bay echter de Great Ocean Road vergt tijd. We verlieten om 09.00 uur het hotel. Het was erg druk op de weg, maandagmorgen. Trudie had een aantal highlights voor onderweg uitgezocht. Als eerste reden we naar Werribee, net buiten Melbourne waar het Werribee park is. Dit is een groot landgoed, waar een dierentuin en het Mansion house is gevestigd. Wij gingen niet naar de dierentuin maar naar het Mansion house. Dit huis is in mid jaren 1800 gebouwd door twee broers Chirnside uit Schotland die als pioniers in Australië fortuin hadden gemaakt met wol. Hun voormalig landhuis in Italiaanse stijl is gebouwd tussen 1873 en 1878 en geeft een beeld van het leven van deze rijke familie. Het bezoek is meer dan de moeite waard. Het huis telt 60 gemeubileerde kamers waar je doorheen kunt dwalen en dromen. Ik zal het beperkt houden echter de broers zijn uiteindelijk vertrokken. Vanaf 1922 werd het een Seminari en vanaf 1973 is het door de staat van Victoria overgenomen van de katholieke kerk en in de originele staat terug gebracht. Een juweeltje waarin je een reis door de tijd van toen krijgt. Alles is origineel, meubelen, decoratie, vloerbedekking etc. Prachtige tuinen waaronder een grote rozentuin rondom zijn ook een bezoek waard. Om 12.00 uur gingen we op weg richting Great Ocean Road die bij Torquay begint. Je kunt het begin niet missen grote surfwinkels langs de kant van de weg en bebording leiden je er heen. Onderweg kreeg ik van Trudie een snoepje die we hadden mee gekregen van Roderick en Sophie, deze was zo zuur dat ik gas terug moest nemen omdat ik mijn ogen dicht moest knijpen. Maar goed, de andere snoepjes zijn wel lekker kids. Na eerst even met de auto door het stadje en naar het strand te zijn gereden begonnen we ons avontuur. Eerst naar Bells Beach, hier zijn de wereldberoemde surfstranden waar de grootste golven van Australië zich laten vallen. Er stond veel wind en daardoor was er veel golfslag. In het water lagen veel surfers die ons een geweldige show voorschotelde. Het rijden over deze route gaf een vreemd gevoel, omdat je er veel over gelezen had en nu zelf het avontuur aan gaat. Het eerste stuk van de GOR zie je door de bomen niet veel van de kuststrook maar dit zijn maar enkele kilometers. Het mooiste moest nog komen. Het eerstvolgende stadje was Anglesea bekend om de kangoeroes op de golfbaan. Dat moesten we natuurlijk zien. En geloof het of niet er liepen er tientallen. Het stadje wordt omringt door hoge eucalyptesbomen en regenwoud. Vanhier reden we naar Lorne.Vergezichten, enorme rotspartijen, kliffen met ertussen schitterende stranden wisselden elkaar af. Er staan ontzettend veel aanwijsborden langs de weg waar op staat dat er een uitzichtpunt volgt. En geloof het of niet je bent hier veel alleen. Bij Lorne gingen we van de weg af om de Erskine watervallen te bezoeken. Deze liggen negen kilometer landinwaards maar zijn zeker een bezoek waard. Je moet er wel wat voor over hebben, want het is eerste een klimmende en daarna een dalende weg en vervolgens moet je een trap met driehonderd treden afdalen die je aan de voet van de waterval brengt. Prachtig. We vervolgden onze weg naar Cape Patton, een historisch punt. De GOR is een kunststuk van formaat. Het deel tussen Anglesea en Apollo Bay is aangelegd tussen 1918 en 1932. Burgemeester en zakenman van Geelong, Howard Hitchkok wilde soldaten die na de eerste wereldoorlog terugkwamen werk geven. De weg moest een monument voor gesneuvelden worden en een toeristische route. Een monument is hier geplaatst ter herinnering. Uiteindelijk kwamen na zessen aan in Apollo Bay waar ons hotel lag. Een leuk klein stadje aan de voet van een enorme berg liggend in een dal aan de kust. Morgen het tweede deel. Het is een geweldige ervaring die je zelf moet zien, voelen en ervaren. Niets wat we gelezen hadden was teveel gezegd.

Dag 16
We konden vandaag uitslapen. De wekker op 07.30 uur. We konden ontbijten op de kamer maar hadden daar geen zin in. In Australische hotels en motels is het geen gewoonte dat ontbijt is inbegrepen. Sommige hotels hebben we inclusief en de motels hadden we het niet gedaan. Dus na de douchebeurt snel effe om de hoek bij de bakker ontbeten. Stevig ontbijt met bacon en egs en een croisant toe. Om 9.30 uur uitgecheckt en op weg voor het tweede deel van de route. Een klein deel van de Great Ocean Road gaat landinwaards en loopt door het Otway Nationaal Park, met gematigde regenwouden en eucalyptusbossen. Hier volgden we de Maids Rest, een wandelpad met loopsteigers en houten bruggen waarover je een halfuur gapend met open mond langs reusachtige bomen en varens loopt. Sommigen stammen hebben een doorsnede van meer dan drie meter. Op het pad kwamen we een Hollands gezin tegen die twee jaar in Australië wonen vanwege werk. Vervolgens reden we door naar Cape Otway Lightstation. De oudst bewaarde vuurtoren van Australië uit 1841 welke ligt op een klif van 80 meter hoog. Je mag op de vuurtoren beklimmen en de vergezichten en rotsformaties zijn adembenemend. Heel veel bezienswaardigheden zijn gratis in Australië maar sommige moet je betalen, zo ook deze, ca. 7 Euro pp. Cape Otway was voor veel immigranten het eerste spoortje van land na het vertrek uit Europa of Noord Amerika. Ook zijn er voor deze kust veel schepen vergaan die velen levens hebben gekost, men noemt het hier ook wel de shipwreckcoast. Onderweg naar de vuurtoren toe hebben we diverse malen gestopt omdat er Koala beren waren te spotten in bomen. Deze hadden we nog niet eerder in de vrije natuur gezien. Er zaten er een heleboel. Het landschap is erg afwisselend aan de linkerzijde de kust met zee en rotsformaties en aan de rechterzijde wisselende bergen, heuvels, groen en geel gekleurd met hier en daar koeien en heel veel bomen. Onderweg nog gestopt op een aantal mooie uitkijkpunten en uiteindelijk kwamen we bij de Twelf Apostles. Deze zijn in de loop van 20 miljoen jaar ontstaan. De rotsen veranderen constant van vorm omdat de zee in het zandsteen vreet. Nog voordat we de rotsformatie gingen bezichtigen verraste Trudie mij door een helicoptervlucht te boeken van circa 30 minuten. Trudie durfde zelf niet mee, ik kon haar jammer genoeg ook niet overhalen. Het was een vlucht van 90 km heen en terug naar the Bay of Islands, boven de 12 apostelen en boven de kust. Het weer was helder en zonnig alhoewel we vanmorgen met regen vertrokken. Voor mij was een vlucht van 10 minuten genoeg maar een half uur was helemaal geweldig. (Wat een kei van een vrouw). Voor mij was het erg spannend want in een helicopter had ik nog nooit gezeten. Er ging nog iemand mee die uit Monaco kwam, ik mocht echter voorin zitten. Wat was dit een geweldige en adembenemende ervaring. Vanuit de lucht is het schitterend en mocht je hier naar toe gaan raad ik je aan om dit ook te doen. Het is niet goedkoop maar meer dan de moeite waard. Eenmaal weer op de grond zijn we naar de klif gelopen vanwaar je met twee benen op de grond ook een machtig uitzicht hebt. Zo massaal die rotsformaties. Enkele kilometers van deze plek zijn nog enkele spectaculaire uitzichtpunten waaaronder een rots vernoemd naar de Tower Bridge vanwege de vorm en de Loch en Gorge. Bij deze laatste heeft in 1878 een tragische schipbreuk plaats gevonden. Er waren slechts twee overlevenden van de 50 opvarenden. Je hier de geschiedenis beleven en op het kleine strand lopen, onder aan de voet van de kliffen, waar de twee, de scheepsjongen en een dochter van een rijke Ierse familie aanspoelden. De oceaan is ondanks het mooie weer erg ruw en de golven beuken met grote kracht tegen de steile rotsen, een magnifiek gezicht. Dit was eigenlijk het laatste van formaat van de GOR. We moesten nog dik 80 km rijden naar Port Fairy ons volgende.overnachtingsadres. Een schitterend vissersdorp 28 km ten westen van Warnambool compleet met kades, robben voor de kust en Ierse invloeden. Morgen door naar het Nationaal Park de Grampians waar we de Kerst doorbrengen

Dag 17
Kerst woensdag, een raar gevoel. Geen stress, geen boodschappen heerlijk ontspannen wakker worden. We konden ontbijten op de kamer maar dat vonden we niets. Bij de benzinepomp in het dorp was een restaurant waar je kon ontbijten. Dat hebben we dus gedaan, tanken en aansluitend sandwich met bacon and egs. Dat fietste er wel in. Eerst maar even naar het strand want die zijn hier schitterend, vervolgens richting de Grampians. Via de c178 reden we richting Penhurst. Vlak voor Penhurst was Mount Rouse. Een berg midden in het vlakke land met een uitzichtpunt. Je merkt wel dat het landschap langzaam heuvelachtig wordt. Met de auto omhoog en vervolgens uitzicht op de bergen van de Grampians en de andere kant richting kust die we niet meer zagen. Penhurst is een klein dorpje met weinig vertier, ook deze kerstwoensdag. Dan maar door naar Dunkeld het laatste plaatsje voor de Grampians waar je nog kunt tanken en voorraad in kunt slaan. Geen supermarkt maar een kleine store. Even terzijde; bij de plaatselijke VVV werden we vriendelijk geholpen aan wat brochures. De statistieken lieten zien dat er in 2007, 527 Nederlanders waren geweest. Na een heerlijke cappucino reden we van Dunkeld de c216 op. Een weg die langzaam een bosrijke omgeving in gaat en stijgt. Het was ruim 65 km naar Halls Cap en we zijn zeggen en schrijven 10 auto’s tegen gekomen. Is dat rustig of niet? Een schitterende weg door groen en gebergte in schitterende kleuren en hier woont echt niemand. Rond 14.00 uur kwamen we aan in Halls Cap. Een echt klein toeristenoord met een aantal campings, motels, hostels, winkels een informatie centrum en het enige hotel waar wij logeren een Best Western. Alles staat in het teken van berg- en wandelsport. In het plaatselijke supermarktje wat boodschappen gedaan, want met Kerst is alles dicht, zelfs de restaurants, kun je het je voorstellen. Aangeraden wordt om voldoende water in de auto te hebben omdat we in een bosbrand gevaarlijke omgeving zitten. Nu is dat water natuurlijk niet om te blussen maar kan je wel helpen in benarde situaties. Ook wordt aangeraden een deken in de auto te liggen, die al klaar ligt op de hotelkamer. Het was ons onderweg al opgevallen dat grote stukken bos zwart geblakerd waren vanwege grote bosbranden het afgelopen jaar. Halss Cap ligt in een dal tussen twee reuze bergketens. Lekkere dingen mee en vervolgens snel naar het hotel om in te checken. Zeer vriendelijke ontvangst, nu moeten we er eerlijkheids halve bijzeggen dat alle hotels waar we tot nu toe zijn geweest we met dezelfde vriendelijkheid werden ontvangen en iedereen erg behulpzaam is. We kregen kamer 23, alle kamers bevinden zich op de begane grond, met uitzicht op een bergketen en een stuk weiland. Eerst even gezommen en daarna werden we getipt dat in het enorme weiland achter ons hotel kangoeroes zaten. En ja hoor, tientallen liepen er en je kon ze toe op ca. 10 meter benaderen. Kangoeroes komen tegen de avond uit het bos naar de weide gebieden en er zijn er hier in Halss Cap enkele honderden.Voor het avondeten hadden een tafel in het hotel gereserveerd en dat was maar goed ook want het was vol. Om een beetje in de Kerst sfeer te komen hadden we de kamer een beetje versiert. Voor mijn verjaardag had ik van Roelof en Heleen, goede vrienden van ons, kleine Kerst decoratie cadeautjes gehad die we mee hebben genomen. Heleen hartstikke goed. Op de TV was een leuke Kerst show en met wat lekkers was het echt een Kerstavond maar niet zoals thuis want dat missen we wel. Om precies 23.55 uur ben ik, Fred nog even naar de sterrenhemel gaan kijken want het is hier stik donker achter op het veld en zag een vallende ster. Hoe origineel. Om 1.00 uur deden we het licht uit.

Dag 18
1e Kerstdag, Merry Christmas. Om 12.00 uur moesten we naar het restaurant. We hadden een tafel in het restaurant gereserveerd voor een 5 gangen kerst-lunch. Kerst dinner kennen ze hier niet maar tussen 12 en 16 uur ga je heerlijk dineren. Rond 10.00 uur eerst nog een rondje met de auto gereden zodat de kamer kon worden opgemaakt. We reden naar Lake Bellfield wat als het ware om de hoek ligt. Een groot meer met zoetwater wat voor de plaatselijk irrigatie zorgt. De zon scheen volop dus het was een prachtige morgen. Hiervandaan reden we naar de Silverband falls. Een schitterende waterval waarvoor we een kleine tocht door het bos moesten maken maar meer dan de moeite waard. Nu hebben we op onze reizen al aardig wat schitterende falls gezien maar het blijft facineren. Om 12.00 uur waren we gereed om aan te schuiven. Het restaurant was geheel in kerstsfeer getooid met mooi gedekte en versierde kersttafels en een christmas cracker. Je ziet dat wel in kerstfilms op de tv. Alle tafels waren bezet. We begonnen met champagne en iedereen merry christmas wensen. Iedeeen in de zal kreeg een cadeau, de heren en fles wijn en de dames een kerstbeker in en mooie doos verpakt. Daarna moesten de chrismas crackers worden open getrokken. Het zijn zeg maar grote opgerolde toffees waarvan je aan de uiteinden moet trekken en er vervolgens een aantal kleine cadeautjes tevoorschijn kwam, een opgevouwen papieren kroon, chocolaatjes, een aantal spreuken en een kraslot, (wij hadden 2 aussie dollar). Toen eten. Als eerste romige pompoensoep, vervolgens een schaal met allerlei soorten schaaldieren, kreeft, zalm, een soort shell schelp, oesters het was heerlijk. Hierna de traditionele kalkoen met ham en spek, bloemkool en broccoli, aardappelen, gefrituurde wortels. Het dessert bestond uit traditioneel kerstijs met allerlei sucade en een heerlijk huisgemaakt kersttaartje. Hierna nog een buffet met allerlei fruit, koekjes, franse kaas etc. Het was allemaal erg lekker maar veel te veel. Om half vier gingen we van tafel. Tijdens het eten hadden we contact met mensen uit Australië die hier ook de kerstdagen vierden. We hadden nu een echt Kerstgevoel maar toch vreemd dat we hier de kinderen niet hebben. Na het eten zijn we nog een ritje met de auto wezen maken naar twee schitterende uitzichtpunten. Het één was de Balconies en de andere was de Boroka lookout. Je moet aardige afstanden afleggen en behoorlijk klimmen. De hoogte van de bergen varieerd tussen de 1100 en 1700 meter. Wat is dit land toch oneindig groot. De wegen zijn hier iets smaller dan bij ons en met zo'n grote auto valt het niet altijd mee. Ook in Europa hebben we veel van deze schitterende uitzichten gezien in de bergen echter het is hier allemaal zoveel oneindig groter en wijdser dat kun je pas beoordelen als je dit met eigen ogen gezien hebt. Na thuiskomst nog effe lekker bubbelen in onze spa, een lekker wijntje, nog effe naar de kangoeroes gekeken en om 23.00 uur het licht uit. By the way, dank voor alle leuke reacties in ons gastenboek en de emails, het is iedere keer weer een verrassing

Dag 19
Voor ons 2e Kerstdag echter in Australië geen bijzondere dag. De Grampians heeft veel te bieden zoals ik al eerder had verteld. Het enige is dat de afstanden enorm zijn. Het is niet van we gaan even hier of daar naar toe maar hoeveel kilometer is het hier of daar naar toe en zijn we voor donker weer binnen. We hadden besloten om vandaag een bezoek te brengen aan de Mackenzie Falls. De grootste waterval van de Grampians. Na het ontbijt vertrokken we om 10.00 uur. Het was een stevige rit van ruim anderhalf uur door de bergen. Je komt geen hond tegen maar ben je op de plaats van bestemming staan er op eens een aantal auto’s, waar ze vandaan kwamen, Joost zal het weten. Na het parkeren van de auto begonnen we aan onze wandeling want helemaal met de auto, die vlieger gaat niet op. De zon scheen volop dus enig zweetdruppeltje was niet te voorkomen. Het was een tocht van twee kilometer, wat dus wel mee viel, echter het was afdalen via bruggetjes en allerlei trappetjes. Nu is dat naar beneden niet zo erg maar dat hele stuk weer omhoog in de zon was een ware martelgang. Maar goed, wie fijn wil gaan moet pijn doorstaan. De waterval was een geweldenaar. Enorm veel water denderde met grote kracht van circa 50 meter naar beneden. We stonden aan de voet aan het bassin waar het water in viel dus dat was een schitterend plaatje. De omgeving was erg betoverend en we waren niet de enigen dus we konden het spektakel delen met anderen, ondermeer Nederlanders die ook in de jaren 50 waren geëmigreerd en hier vlakbij woonden. Ze hadden de kinderen over uit Adelaid dus is een dag naar de Falls wel aardig. Toch leuk, dat je ook af en toe in je moerstaal kan spreken. Zoals ik al zei, was de tocht omhoog verschrikkelijk, diverse malen even rust en rustig omhoog onder het genot van een spectaculair uitzicht. Eerst koffie bij de uitspanning, altijd lekker. Oja, publieke toiletten zijn hier in Aussieland overal te vinden bv. bij alle highlights, in de openbare parken, bij de vele picknickplaatsen, alle parkeerplaatsen langs de snelwegen, warenhuizen je kunt het zo gek niet opnoemen maar je hoeft nooit ver te rijden of er is wel een publiek toilet. En allemaal gratis. We hebben al heel wat kwartjes uitgespaard. Na dit avontuur moesten we weer een km of 80 rijden voor het volgende highlight, een rots met aboritional tekeningen gevonden in het Ngamadjidj Shelter. Tijdens deze rit zijn we op een zgn. provinciale weg, drie auto’s tegen gekomen. Dus heb je hier pech dan kan het wel even duren. De laatste kilometers naar deze bijzondere plek was over een onverharde weg en het lag in de middle of nowhere. Via een wandelpad werden we geleid naar een ingang van een grot die met een hekwerk was afgezet en waarop, op de muur een aantal witte schilderingen waren aangebracht, witte mensen figuren, die de blanke mens moesten voorstellen. Het was een bijzondere ervaring, schilderingen die er al duizenden jaren zaten en zo goed van kwaliteit bleven. We waren hier met z’n tweeën moederziel alleen maar gelukkig ook weer een toiletgebouw op de parkeerplaats. De terugweg naar het hotel deden we via een andere route, een dikke honderd kilometer rijden. Ik had vanmorgen weer een tafel in het hotel gereserveerd voor diner zodat we om 19.00 uur aanschoven. Wederom een smakelijk menu met vriendelijke bediening. Dit hotel is een echte aanrader en is zijn vier sterren meer dan waard. De Grampians hebben ons hart gestolen en wij raden iedereen aan die deze kant opgaat hier ook een aantal nachten te verblijven.

Dag 20
Een reisdag stond ons vandaag te wachten Halls Cap naar Kangeroo Island, ongeveer 650 kilometer. Dit was de tweede lange reisdag maar dat wisten we. Inmiddels 4000 km op de teller en daar komen er nog enkele bij. Na het uitchechen reden we om 7.30 uur weg. Het was een voorspoedige reis zonder oponthoud. Onderweg hadden we nog een historisch stationnetje bezocht wat een stuk van de route aflag, maar wel een leuke break gaf. Het was een station uit 1885 wat in 1983 is gesloten. Het was volgens ons van generlei historische waarde maar dat is ons oordeel. De historische stations in Nederland hebben meer te bieden en die in Engeland al helemaal. Het was redelijk rustig op de Freeways dus we konden met 110 km per uur lekker doortuffen. Wat een leuk detail is, de wegen zijn hier over het algemeen kaarsrecht dus rij de in heuvelland dan kun je kilometers vooruitkijken of er iemand voor je rijdt. Heel apart is dat. Het landschap waar we doorheen reden was vanuit de Grampians redelijk vlak en we passeerden leuke stadjes. Het landschap veranderde geleidelijk in heuvelachtig landschap zoals in Toscane maar hier dan in het groot met oneindige vergezichten. Geweldig mooi. Naarmate we de kust naderden werd het ruiger en heuvelachtiger. Ook reden we door het plaatsje Hahndorf, het oudste Australische duitse plaatsje. Hier wonen natuurlijk veel duitse emigranten en dat kun je goed zien aan de uitstraling van het stadje. Naarmate we de kust naderden reden we door mooi duinlandschap met mooie gele heuvels. Rond 16.15 uur waren we bij de ferry waar het een drukte van belang was. We hadden voor de boot van 18.00 uur gereserveerd echter we konden een boot eerder door Trudie haar vakkundige Engelse taal. Zij sprak één van de begeleiders van de ferry aan of er nog plaats was op deze vaart waarop deze positief antwoorde. Snel naar de incheck balie auto starten en de boot op. Dit moest echter achterste voren. Nu is achteruitrijden op zich niet zo moeilijk maar als het stuur links zit is dit wat lastiger. De auto moest tussen aantal andere auto’s worden geplaatst. Ik moest mijn raampje open doen en naast de auto liep een begeleider die aan mijn stuur draaide en zelf hoefde ik alleen maar gas te geven zodat de auto langzaam op de plek kwam Ach ja, een beetje hulp is nooit weg. Onderweg hadden we nog gelachen want in sommige bochten reed ik iets te hard en automatisch grijpt de bijrijder dan naar de beugel die normaal aan de rechterhand boven je hoofd zit echter hier zit deze natuurlijk links dus Trudie greep automatisch iedere keer in het luchtledig. De overtocht duurde 40 minuten effe wat gegeten aan boord en je bent er. We moesten nog 38 kilometer rijden naar ons hotel. Het eiland is 155 kilometer lang en 55 km breed dus een flink eiland. We zitten op een mooie lokatie met uitzicht op zee. De klok moest een half uur terug vanwege de tijdzone. Snel een tafel in het restaurant gereserveerd zodat we om 19.00 uur aan het diner zaten. Na het diner nog effe lopen en onverwachts kwamen we walibies tegen, een klein soort kangoeroe. Ook veel papagaaien en kaketoes die hier krijsend rondvliegen. Een heerlijke rust hier ter plekke. Morgen op ontdekkingstocht.

Dag 21
Na het ontbijt reden we om 9.15 uur weg. Trudie had een route uitgestippeld waarbij we één deel van het eiland zouden zien. Het weer was buitengewoon slecht. De regen kwam met bakken naar beneden, hoezo zomer in Australië. Het lijkt wel of het water ons achtervolgt. Maar goed, we lieten ons niet uit het veld slaan en vol goede moed gingen we op stap. We moesten zo’n 140 kilometer overbruggen om aan de westkant van het eiland te komen. Cape Borda lighthouse stond op het programma. En misschien is het daar wel droog. Je kunt hier lekker doorrijden want ondanks dat de vakanties zijn begonnen kom je op de weg weinig auto’s tegen. Dat is bijna niet voor te stellen. We namen na 30 kilometer een verkeerde afslag, erkennende dat de bebording niet helemaal juist was. Dus terug want deze weg eindigde in een rode gravel weg wat niet de bedoeling was en rijdt je hier verkeerd dan ben je zomaar 10 kilometer verder. Dus terug en uiteindelijk op de juiste weg. Onderweg nog een kort bezoek aan een hout gallery maar dat was niet onze smaak. De weg waar we na de misser op reden was één rechte weg op ons doel af, 110 km. Ook deze weg eindigde in een gravelweg, wat we wel hadden gezien op de kaart. We reden ondanks de regen verder over deze weg echter voor onze luxe auto bleek dit toch een te grote uitdaging omdat we nog 30 km moesten gaan en ook weer terug natuurlijk. De hele weg was geribbeld dus je kunt je voorstellen dat na zo’n eind en slappe vering al je lichaamsdelen van de plek zijn laat staan de mechaniek van de auto. We hielden het 10 km uit en namen toen de beslissing om terug te gaan en het programma aan te passen. Een 4-wheeldrive auto was hier beter op z’n plaats, niet dat dat de trillingen wegneemt echter het is wel wat robuuster. Niet getreurd het volgende deel zouden we doen. Op naar Flinders Chase National park. Nog 40 km te gaan echter over een goede asfalt weg. Onderweg kwamen we abnormaal veel aangereden dieren tegen. Walibies, reptielen, konijnen, vogels een verschrikkelijk gezicht om die beesten op de weg te zien liggen. Echter met de hoge snelheden waarmee hier op de weg wordt gereden 110 km p/u is ontwijken niet te voorkomen. Ik hoop dat wij hiervoor gespaard blijven want een aanrijding met een walibie berokkend je veel schade. Rond 12.00 uur kwamen we aan in het Nationaal Park. Je hebt een ticket nodig om verder te rijden die je in het visitors centrum kunt kopen en op het raam van de auto moet plakken. Hier meteen maar even lunchen. Bijna alle highlights liggen in nationale parken dus overal heb je een toegangsticket voor kopen. Je kunt een all in one voor alle kopen echter het was voor ons al een uitgemaakte zaak dat dat niet nodig was gezien een groot aantal wegen in die parken uit gravel bestaan en je rijdt dan niet een paar kilometer maar soms wel 40 km. Ons advies luidt dan ook ga je naar dit eiland huur een 4wheeldrive. Wij hadden de 4wheeldrive niet eerder nodig echter hebben er spijt van dat we er hier niet één gehuurd hadden. Gelukkig hebben we er wel één in de outback want dat is grotendeels gravel. Ook de stranden hier zijn alleen via dit soort wegen of nog slechter te bereiken dus houdt ook hier rekening mee. Maar we konden in ieder geval in dit park verder naar drie highlights, de Remarkable Rocks en Admirals Arch en Weirs Cove. Een schitterende rit, en het was inmiddels droog en het weer klaarde op, bracht ons eerst bij de Remarkable Rocks. Een bijzonder natuurverschijnsel. Miljoenen jaren terug zijn er vanuit zee enorme rotsen omhoog gestuwd vanuit zee. Bovenop deze enorme rotsen liggen hele, vreemd van vorm, enorme rotsblokken. Een raar fenomeen en moeilijk uit te leggen hoe het er nu precies uitziet. Van hier reden we naar Admirals Arch. Een kaap met een vuurtoren die hoog boven het land uitrijst. De zee bonkt op de kust en aan de voet van de enorme rotsen liggen honderden zeehonden. Via allerlei houten loopbruggen kon je een heel stuk afdalen om de beesten van nabij te zien. Eenmal een aardig eind beneden was er een ander fenomeen te zien, een enorm gat in een rots, zo hoog als een kathedraal en waarin in het onderste gedeelte zeg maar op zee hoogte ook weer enorme aantallen zeehonden lagen. Een spectaculair gezicht en heel leuk om te zien hoe de beesten spelen en met gemaak in de enorme golven weer op de rotsen klimmen. De zeehonden komen uit Nieuw Zeeland en zwemmen naar deze kusten om te jongen. Een deel gaat daarna weer terug. Ook was hier een voormalig huis van de vuurtorenwachter te zien die hier met zijn gezin woonde. Spectaculaire vergezichten en rotskusten waren een lust voor het oog. Het werd weer tijd om terug te keren naar het hotel. Onderweg toch nog even van de weg af om een groot meer te bezoeken echter met deze auto ging dat echt niet omdat we ook nog eens door water heen moesten rijden. Bij Vivonne Bay ca. 55 km verder liep de weg vlak onder de kust door dus daar even op het strand gekeken. Inmiddels was het half zes dus de maag wil ook wat. Bij een restaurant, een stukje van de weg af heerlijk gegeten, wel weer te bereiken via de bekende gravel maar honger daagt uit dus een stukje ging wel. Rond 19.15 uur terug naar het hotel en we moesten nog 80 km rijden en de vlam in de pijp durfden we niet omdat richting schemer de dieren uit de bossen richting de weg gaan en een aanrijding dan in een klein hoekje zit. Wel even gestopt voor een aangereden roofvogel die aan het eten was van een aangereden konijn oid. De vogel had een vleugel beschadigd echter we konden niets voor hem doen en hij vluchte het bos in. Om 20.30 uur waren we in het hotel. Wat we morgen gaan doen heeft Trudie alweer uitgezocht.

Dag 22
Ontwaken met de zon geeft een een goed gevoel. Lekker ontbijten, de was in de laundry zodat we weer wat schoon hebben. Om 9.00 uur naar de waterkant want daar werden de pelikanen gevoerd. Een leuk gezicht al die grote vogels vechten om een visje. Hierna vertrokken we richting Penneshaw voor een bezoek aan Prospect Hill het hoogste punt in de omgeving en het eerst beklommen door de ontdekker van het eiland in 1802 Captain Matthew Flinders die het eiland inspecteerde. Via een trap met 550 treden, afzien in de zon, liepen we naar boven. Vanaf de top keek je 360 graden rond richting, American River (waar wij verblijven), de Pelikaan lagune, de zuidelijke oceaan en Pennington baai. Een mooi panorama. Vervolgens reden we 400 meter verder naar Pennington Bay. Hier konden we het strand op en wat voor strand. Een tropisch paradijsje omzoomd met rotsen en bomen. De zee was aan deze kant van het eiland erg onstuimig door de wind met hoge golven. Zwemmen was door de enorme onderstroom niet mogelijk maar wel pootje baden. In deze omgeving is het gevaarlijk om te zwemmen dus laten we dat maar achterwege ondanks de aanlokkelijke licht blauwe zee met prachtige brekende golven. Ook is het hier eb en vloed en de stranden die eerst lekker breed zijn worden langzaam overspoeld door het water dus je moet ook de tijd in de gaten houden. Trudie wilde nog naar een Glass Galery enkele kilometers verderop echter die konden we niet vinden wel een afslag naar de beach aan de andere kant van het eiland. Wederom een mooi strand en een kalme zee echter we waren al in het water geweest dus nu even niet. Wel lag er in deze lagune een schitterend jacht , ja het kan nog gekker met een helicopter aan boord. We besloten om weer naar het westen te rijden naar Kingscote. De hoofdplaats van het eiland met 400 bewoners. Er zijn op dit hele eiland maar drie plaatsen waarvan twee kleine, American River en Penneshaw plus de hoofdstad. De history van het eiland was niet erg fraai. In 1806 vestigden een groep ontsnapte gevangenen en gedroste walvisvaarders uit Amerika zich op het eiland en wel in American river. Ze maakten er een zootje van en slachten een groot deel van de zeehonden populatie af. In 1827 werden alle bewoners opgepakt door een militaire missie. In 1836 trachtte men de eerste zuid australische kolonie te stichten op het eiland in Kingscote echter dat mislukte waardoor het eiland lange tijd onderontwikkeld bleef. Uiteindelijk gaf de regering grond weg aan veteranen uit de oorlogen die hier uiteindelijk het eiland toekomst gaven. Kingscote is een erg leuke en levendige plaats. Veel leuker dan American River wat hierbij in het niet valt. Enkele winkels, supermarkt, gallerys en restaurants maken het een plaatsje waar het goed toeven is. Gezien we altijd wat unieks meenemen van onze reizen hebben we hier in een kunstgallery een hele mooie schaal gekocht gemaakt door een kunstenaar die zijn leven lang al op het eiland woont, Mark Capon. De schaal sprak ons erg aan en deze laten we apart per vliegpost veilig thuis bezorgen. In een visrestaurant heerlijk gegeten want ook de inwendige mens moet niet vergeten worden. Hierna een museum bezoek aan de Hope Cottage. Hier krijg je facinerende kijk op de historie en ontwikkeling van het eiland. Ook is er hier in Kingscote nog een kleine pinquinpopulatie echter die liet zich niet zien. Het werd tijd om weer richting hotel te gaan want het was al over vijven. Terug in American River nog even een blik op het kleine haventje waar de vele pelikanen rondzwommen die al loerend bij de binnenkomende vissersbootjes wachten op een visje. Om 18.40 uur waren we weer terug. Morgen richting Adelaide.

Dag 23
Op naar Adelaide voor onze laatste bestemming in het zuiden van Australia. Het was redelijk druk op de weg, dat komt vanwege de vakantie en het einde van het jaar waardoor er veel familiebezoeken zijn. Het was geen lange rit dus we besloten in Victor Harbour even op te steken. Deze plaats is een toeristenplaats dus eigenlijk moet je die mijden maar vanwege een ouderwetse paardentram die over een brug naar Granite island rijdt dachten we dat dat wel leuk zou zijn. Het was regenachtig maar niet koud. Wat een zomer hier maar altijd beter dan Holland waar het vriest. Het was een drukte van belang. Het is net een soort Scheveningen, kermis, eettentjes en allerlei andere atracties waren aanwezig. Wij kwamen voor de paardentram en dat was inderdaad een leuke attractie. Een ouderwetse tramwagon werd door een paard getrokken over een brug naar een eiland wat ca. 300 mtr van het vaste land af lag. Op het eiland maakte we een wandeling die ondanks dat het regende een mooi uitzicht gaf op de woeste zee. Op het eiland zat ook een pinquinkolonie echter we hebben er maar één gezien. Terug naar het vaste land en snel weer weg uit deze hecktiek. Veel inwoners van Adelaide maken een dagtocht naar deze omgeving. We hadden een voorspoedige reis naar Adelaide en dankzij Trudie haar goede navigitorschap hadden we het hotel snel gevonden. De auto in de parkeergarage en inchecken. Ons Holiday Inn hotel ligt midden in het centrum wat een groot voordeel is want alle highlights liggen direct in de buurt. Met een korte wandeling in de omgeving en heerlijk eten bij een goed Italiaans restaurant besloten we ook deze dag.

Dag 24 Oudjaarsdag
De wekker op 8.00 uur. Een goed ontbijt en vervolgens op ontdekkingstocht. We besloten om vanmorgen een bezoek te brengen aan het Ayers House. Dit huis is van de rijke familie Ayers geweest. Henry Ayers maakte fortuin in de kopermijnen en werd later zeven maal premier van South Australië. Hij woonde van 1855 tot 1897 in dit huis. Zijn grootste verdiienste was zijn rol in de ontwikkeling van Zuid Australië. Hij steunde ook de exploratie van het binnenland, Ayers Rock nu Uluru, werd naar hem vernoemd. Het huis toonde net als het huis in Weribee park de geschiedenis van de bewoners. Alle kamers waren nog net zo als in de bewoonde jaren geheel ingericht in Victoriaanse stijl en de voor die tijd meest moderne snufjes. We werden er door een persoonlijke gids rondgeleid wat erg leuk was. Vanaf 1920 tot midden jaren 1950 is het een zusterhuis geweest waarna het geheel gerestaureerd is in originele stijl. Voordat we naar het huis gingen zijn we eerst nog even naar het kantoor van qantas gegaan omdat onze frequent flyer miles nog niet waren bijgeschreven en de oude miles vandaag zouden vervallen als we geen nieuwe hadden bijgeschreven. Ik kreeg een telefoonnummer en alles kon ik regelen met een aardige en behulpzame dame. Het zou zonde zijn van de vele miles die we inmiddels hebben gespaard en wij op onze volgende reis eindelijk een deel van de vliegreis kunnen upgraden naar Business Class of iets anders leuks mee kunnen doen. Vanhier namen we de gratis circle bus naar de Central Markt. Hier doen de bewoners al sinds jaar en dag hun vers inkopen. Een grote overdekte markt die een boekje waard was. Een klein ommetje bracht ons snel naar het grote centrale Victoriaplein in het midden van de stad met op een hoek de San Fransis Xavier’s Kathedral. Een mooie kerk zoals zoveel Victoriaanse kerken. Op het plein staat tevens een grote fontein die uitbeelden de rivieren die aaan Adelaide hun water verschaffen waaronder de immense Murray River en ook staat hier een standbeeld van de Britse koningin Victoria. Een paar honder meter hiervandaan ligt ons hotel. We wilden nog gaan shoppen dus eerst de fotocamera terug gebracht en wat overtollige ballast waaronder een fles champagne voor vanavond. De grootste winkelstraat is de Rundle Mall waaromheen diverse shoppingscentra en winkelgalerijen zijn gevestigd dus je kunt je lol op. Enorme warenhuizen waartonder Meyer (onze bijenkorf maar dan wel vele malen groter) en diverse ander ketens. Ook de Adelaide Arcade (1880) is een parel van de stad en is geheel in het Italiaans ontworpen. Op straat zijn veel kleinkunstenaars te vinden, en is er veel muziek en afwisseling. Rond 17.30 uur gingen we terug naar het hotel met een bak sushi weer wat anders dan oliebollen. Het is Oudjaarsdag echter daar hebben we geen weet van een heel raar gevoel, wel worden in de hele stad tenten opgebouwd en zal er vanavond groot feest zijn.
Rond 19.30 uur gingen we weer op pad naar het grote park waar om 21.00 uur vuurwerk zou worden afgestoken voor de jeugd. Op straat was het een drukte van belang, muziek en al reeds brallende jeugd. Dat beloofe nog wat. Bij het grote park was het een drukte van belang. Gezinnen met kinderen hadden de overhand. Een groot podium met muziek en eettentjes te over. Ook op de rivier waterfieters erg bedrijvig allemaal. Even snel wat gegeten en een plekje zoeken. Om 21.00 uur na aftellen werden de eerste pijlen de lucht in gestuurd. Een magnefiek vuurwerk werd ons geshowd. Er wordt hier geen vuurwerk verkocht en ook niet zelf afgestoken ook dat is een rare gewaarwording. De meiden lopen er op hun paasbest bij echter gezien de temperatuur erg koud gekleed. De jongens zien er zeker niet op hun paasbest uit. Na het vuurwerk liep het hele veld leeg. Wij gingen terug naar het hotel want er was met uitzondering van de volle pubs, waarvoor gereserveerd moest worden op straat weinig te beleven dan allerhanden dronken jongeren. Hoezo alcohol onder de 18 verboden. Op de kamer lekker wijntje en wat hartigs en wat tv gekeken. Trudie had nog trek in wat lekkers dus dan is het handig dat er roomservice is. Om 23.30u eerst op tv nog naar het vuurwerk in Sydney gekeken want dat was een half uur eerder dan bij ons en toen snel weer terug naar de rivieroever om naar het grootse vuurwerk te kijken. Wat was er een volk op de been. Om even voor middernacht werd er afgeteld en toen barste de hel los. Een gigantisch vuurwerk werd er afgestoken, een prachtige show die ca. 15 minuten duurde, er kwam geen eind aan.
De kinderen gebeld echter daar was het nog lang geen middernacht dat duurde nog 10.00 uur.
Na het vuurwerk weer snel terug naar de hotelkamer om de champagne te ontkurken. Het was op straat een drukte van belang echter absoluut geen sfeer. Wij miste deze avond zeker het oud op nieuw gevoel van onze o zo gezellige thuisomgeving. Sjoelen, oliebollen, eventueel leuke tv en dat alles gezellig binnenshuis. Rond half twee het licht uit.

01 januari Nieuwjaarsdag.
Iedereen is vrij en maakt zich op voor de familiedag. Wij zijn naar de Botanische tuinen geweest. Deze waren verschrikkelijk mooi en beslaan enige voetbalvelden. Op straat was het heerlijk rustig en in de tuinen waren veel gezinnen gezellig bijeen om te picknicken. Deze tuinen zijn een bezoek waard. Vele soorten bomen, struiken staan hier. Bomen van enorme afmetingen zoals wij ze niet kennen. Vervolgens brachten we een bezoek aan de dierentuin echter dat was een domper. Er is een grote verbouwing gaande en door de warmte en enorme begroeiing waren veel dieren niet te zien. Jammer Met een rondvaartboot lieten we ons via de rivier weer terug brengen tot vlak bij ons hotel. Even lekker gezwommen in het zwembad en daarna gegeten in het hotel. Morgen vliegen we naar Alice Springs.

2 januari
De wekker liep af om 6.00 uur. Ontbeten, uitgecheckt en de auto weer gestart na drie dagen Adelaide. Een korte rit bracht ons bij het vliegveld. We hadden het inleverpunt voor de auto snel gevonden en zonder problemen de auto afgeleverd. Onze Ford Falcon had ons 4500 km goed werk geleverd. Na een snelle incheck bij Qantas vlogen we om 09.45 uur naar Alice Spring. De vlucht duurde 90 minuten. Bij aankomst moest de klok weer een uur terug. Het verschil met Nederland is nu 9,5 uur. En was in Victoria nog 11 uur. Na een voorspoedige vlucht landen we om 10.15u op Alice Springs. De temperatuur was 35 graden dus een complete shock gezien de temperaturen van de afgelopen dagen. Snel de koffers halen en de auto. We rijden nu in een 4wheel Nissan X-trail 4 liter. Een grote jeep met enorm vermogen maar dat is wel fijn. De Falcon was 3 liter dus deze is nog zwaarder. De omgeving deed anders verwachten dan we dachten. Er is hier veel groen en de stad telt 20000 inwoners. Alle voorzieningen zijn aanwezig. Winkelcentra’s, grote supermarkten en veel winkels en restaurants. Ingesteld op de vele toeristen. Ook het hotel was snel gevonden, wederom een heerlijke grote kamer. Koffers neergezet en eerst even naar het centrum voor water. Enkele mooie galeries bezocht met bijzondere aboriginal kunst. Mijn hemel wat was het warm. Na de lunch liepen we terug naar het hotel voor een duik in het zwembad, wat was dat heerlijk. Na de zwemronde de stad verder verkend. Een vreemde gewaarwoording een stad in de middle of nowhere, woestijn waar je geen idee van hebt. Lekker gegeten in het hotel gegeten. Morgen naar Ayers Rock.

3 januari Vroeg uit de veren want we moesten 465 kilometer rijden. Ontbijt maar over geslagen dat zouden we onderweg wel doen. Om 7.30 uur reden we weg. De weg naar Ayers Rock loopt dwars door de outback. Nu hadden we ons er een heel andere voorstelling van gemaakt omdat we dachten dat een groot gedeelte van de weg dwars door de rode woestijn liep waar je links en rechts alleen maar rood zand hebt echter dat pakte anders uit. De hele weg is links en rechts begroeid zover als het oog rijkt, bomen, struiken en andere planten sierden groen of geel onze reis. De vorm van het land was duinlandschap en dan weer vlak en soms wat rotsheuvels tussendoor. We reden grotendeels alleen op de weg die voor een groot deel loodrecht door het landschap loopt. Op het hele stuk richting Ayers Rock zijn ons 25 auto’s gepasseerd en zie je voor en achter je verder geen auto’s en zijn we ca 100 tegenliggers tegengekomen. Waar vind je dit, een vreemde gewaarwording. Oja, bijna vergeten, we zijn ook nog voor twee zgn. roadtrains aan de kant gegaan. Dit zijn enorme vrachtauto’s met 3 aanhangwagens met een langte van 58 meter. Deze heren kennen geen pardon en rijden als je niet aan de kant gaat bovenop je bumper met een snelheid van 120 km per uur. We waren gewaarschuwd dus toen de eerste in de spiegel opdook ben ik op voorhand al aan de kant gegaan tevens om een foto te maken. Uitzondering op de regel is dat je op deze highway 130 km p/u mag rijden. Ook wonen er in deze omgeving nagenoeg geen mensen, Er zijn een paar grote veehouderijen maar dan houdt het ook op en op het hele stuk zijn twee benzine stations waar je buiten het tanken ook even kunt ontspannen en wat kan eten. Bij de tweede was tevens een zgn. bushcamping. Omstreeks 15.00 uur waren we in Ayers Rock. Het hotel maakt deel uit van een groot resort zeg maar een groene oase in de woestijn waar alle hotels direct in een soort park bij elkaar liggen. Dit is ook de enige plek waar je hotels vindt en ook een grote camping, wat winkels, restaurants en een supermarkt op een centraal plein. Zeg maar een soort Center Parcs dorp met hotelkamers in verschillende prijsklassen. Je loopt ook van het ene naar het andere hotel. Ook een politiebureau, brandweer  station en flying dokters post zijn aanwezig zo ook een klein vliegveld. We hadden een trendy kamer die heerlijk koel was. Eerst maar even gezwommen en daarna op onderzoek en naar het informatie centrum. Het Uluru - Kata Tjuta nationaal park begint enkele kilometers buiten het resort. Je hebt een toegangspas nodig die drie dagen geldig is. Het park (natuurgebied/reservaat) beslaat een enorm aantal vierkante kilometers groter dan Nederland en is voor een deel terug gegeven aan de aboritionals die hier ook wonen en een soort beheer voeren en tevens verdienen aan de vele honderdduizenden toeristen die hier komen. Uluru is heilige grond voor de aboriginals en op sommige plaatsen mag je dan ook niet komen en fotograferen. De monoliet Uluru is 3,6 km lang en 2,4 breed en 348 mtr hoog en bestaat uit een enkel stuk zandsteen wat ook nog eens 5 kilometer onder de grond zit. Een raar gezicht zo’n enorme meloch die daar eenzaam in het land licht. De tocht erom heen is 10 km maar is voor ongeoefende lopers veel te zwaar bij temperaturen van rond de 40 graden. ‘s Avonds zijn we naar de zonsondergang wezen kijken en waren niet de enigen. Er zijn speciale plaatsen waar je de auto mag neer zetten en die zijn er ook voor bussen. Honderden mensen aanschouwen dit spektakel wat een erge mooi kleurscharkering op de monoliet geeft. Rond 20.00 uur weer in het hotel met een ervaring rijker. Lekker gegeten en om 23.00 uur het licht uit.


4 januari
De zonsopkomst lieten we voor wat het was bij Uluru. Eerst rustig ontbeten en rond 09.30 uur reden we weer richting de monoliet. Eerst naar het cultureel informatie centrum om wat meer over de achtergrond van de aboritinals te weten te komen en vervolgens zouden we één van de vele wandelingen doen. Het was niet druk omdat de busladingen al heel vroeg zijn. We zouden de Kunija walk doen. Een wandeling van 45 minuten die aan de zuidzijde van de monoliet lag en langs enkele grotten liep waarin grottekeningen te zien waren. Tevens bracht de wandeling je op het eind bij een droge waterval en een bron. Het was inmiddels 11.15 uur en 36 graden en het barst van de vliegen. We hebben een vliegennet om ons hoofd wat een uitkomst is en we zijn niet de enigen. Het is anders niet te doen, je ziet in een weiland wel koeien staan die last van vliegen hebben nu zo moet je je dat voorstellen. Het is een bijzondere wandeling en net te doen. Hierna met de auto helemaal om de monoliet heen gereden. Het is één van de zeven natuurlijke wereldwonderen, majestueus om te zien en mee te maken. Dit heb je nergens anders in de wereld en we zijn blij dat we dit kunnen aanschouwen en delen met veel anderen. Hierna reden we naar Kata Tjuta (vele hoofden) of de Olga’s. Een groep grote ronde rotskoepels ook weer midden op de vlakte, 48 km van Uluru in het zelfde park. De hoogste rots telt 548 meter, 200 meter hoger dan Uluru. Het is een heel systeem van kloven en valleien waarin je kunt ronddwalen. Hij is minder bekend dan Uluru maar daarom niet minder spectaculair. Ook dit zijn heilige gronden van de Anangu Aboritionals. Trudie en ik besloten een korte wandeling te doen, de Walpa George walk die ongeveer 90 minuten duurt. Je start aan de voet van een kloof en loopt dan langzaam, steil omhoog. Een pad via allerlei bruggetjes voert je steeds verder de kloof in. Wat ben je als mens klein en bij een temperatuur van 40 graden valt het niet mee echter de moeite waard om te doen, we hadden dit niet willen missen. Vanhier reden we terug naar het resort voor een overheerlijke zwempartij, lekker opknappen en lekker eten. Goede restaurants

5 januari
Weer terug naar Alice Springs, een rit van wederom 460 kilometer. We zijn het zo langzamerhand wel gewend die afstanden. We reden rond achten weg en Trudie zou het eerste deel voor haar rekening nemen. Onderweg een aantal wilde paarden op de weg, een koe en een aantal dode dieren. Gelukkig kun je ver vooruit zien maar het blijft oppassen. Bij een kamelen farm effe opgestoken. Kamelen zie je hier veel. De eersten kwamen in 1800 naar Australie vanuit Afganistan nu zijn het er enkele honderden en in deze hitte is het goed voor te stellen dat de dieren toentertijd voor allerlei transport werden gebruikt. Nu is het een toeristische attractie. De gemiddelde snelheid is honderd km per uur dus je kunt exact uitrekenen hoelang het duurt en wanner je moet tanken. Je zet de auto gewoon op de cruise control en kunt zonder af te remmen een aantal uren zo blijven rijden. Zeggen en schrijven zijn we rond de honderd tegenliggers tegengekomen en zijn er vier auto’s ons gepasseerd waarvan drie ons voorbij reden toen we gingen tanken. Rond half twee waren we in Alice Springs. Eerst hebben we nog een Spoorweg museum bezoch welke de historie van de Ghan vertelde en vervolgens reden we naar het station om de Ghan zelf te aanschouwen. Deze trein rijdt van zuid naar noord en omgekeerd. Het is een luxueuze trein en bestaat uit twee diesellocomotieven en 25 rijtuigen. De trein rijdt 4 keer p/w en is de enige trein die Alice Springs aan doet. Vervolgens naar het hotel. Nadat we ons hadden opgefrist nog even naar het centrum van Alice Springs om een bezoek te brengen aan de Flying Docters Services. In Alice Springs zit één van de drie werkbases van de Centrale Organisatie in South Australië. Het gebied rond Alice Springs bestrijkt een straal van 600 km en in dit gebied wonen ca 3600 mensen waarvan 90% Aboritional. Veelal vindt consultatie en diagnose plaats via de telefoon met de basis en een arts kan op basis van de doorgegeven gegevens beslissen of er vervoer moet plaatsvinden met een vliegtuig naar een ziekenhuis. In Alice Springs beschikt de organisatie over drie vliegtuigen volledig ingericht met medische apparatuur. Elk vliegtuig heeft de functie van vliegende intensive care unit. De vliegtuigen kunnen per keer 4 patienten evacueren. De Royal Flying doctors Services heeft nu 22 bases en beheren ook 5 medische centra met 50 vliegtuigen in bedrijf. We kregen een rondleiding waarin al deze facetten werden belicht en ook een blik in de centrale waar alle berichten binnenkomen en alles wordt gecoordineerd in deze omgeving. Erg interessant. Daarna naar een overweg gereden om de Ghan te zien rijden. Dit was een mooi plaatje. Ik ben weliswaar geen treinfreak maar maak wel een uitzondering voor bijzondere treinen. Nog een opmerkelijk fenomeen, en erg aangrijpend zijn de vele Aboriginals die hier doelloos door de stad lopen en hangen. Niets doen dan alleen dat. Je wordt niet lastig gevallen maar het is een aangrijpend en raar gezicht. Het zijn eigenlijk ‘wilden’ die in een stad zijn losgelaten en zich geen raad weten, uitzonderingen daargelaten. De aboriginal kunstenaars hebben natuurlijk hun broodwinning. ‘s Avonds lekker gegeten in het hotel en dan zie je een groot deel van deze mensen voorbij lopen terug naar hun huis, hun hut. Om 10.45 uur het licht

6 januari,
De laatste dag in Australie. Trudie had gisteren de koffers alweer goed ingepakt omdat we vandaag van Alice Springs naar Sydney vliegen en vandaar naar Hong Kong. De auto zonder problemen ingeleverd. In het hotel hadden we al electronisch ingescheckt en dat was maar goed ook want het vliegtuig van Sydney naar Hong Kong zat goed vol waarbij de kans groot was dat we niet naast elkaar zouden zitten. We hadden een voorspoedige vliegreis zowel naar Sydney, waar we een aantal uren moesten wachten alswel naar Hong Kong. We kwamen om 5 uur ‘s morgens in Hong Kong aan. We hadden een tranfer (taxi geregeld via het reisbureau) echter de balie waar we ons melden was nog niet bezet. Om 6.15 uur werden we met een grote bus naar ons hotel gebracht waar we rond zevenen arriveerden. Onze kamer was nog niet klaar dus tot 10.00 uur geduld. Het hotel ligt in Kowloon aan het water en direct aan het centrum dus heel centraal. Eerst maar ondanks de vermoeidheid, een wandeling naar het water waar veel bedrijvigheid was, cruisschepen, ferry’s en allerlei andere kleine bootjes gaven veel bedrijvigheid. Op de pier waar we liepen waren veel inwoners van Hong Kong hun dagelijkse ochtend gymnastiek aan het beoefenen zgn. Tai Chi. Een lust voor het oog echter wij wilden graag de slaap beoefenen en moesten nog even wachten. Vervolgens liepen we achter het hotel naar het enorme stadspark wat achter het hotel ligt en tevens toegang biedt tot het centrum. Zeg maar het Vondelpark in Amsterdam. Een schitterend park met in het midden een grote vijver waarin flamingo’s, zwanen, eenden, koikarpers en ander soortige beesten zwommen. Ook hier was het een bedrijvigheid van ochtend gymnastiek beoefenden inwoners, Tai chi, Kung Fu, rustig lopen etc.Ook was er een groep met zwaarden aan het oefenen, het was een lust voor het oog en de tijd schoot op. Om 10.00 uur onze kamer op de 10e verdieping in wederom een mooi hotel. Eerst maar een paar uur naar bed. Rond vieren een wandeling door het centrum in een miljoenenstad die goed op gang was gekomen. Je hebt hier ogen tekort. Om 19.00 uur terug op de kamer en roomservice maar aan laten rukken die een heerlijke maaltijd bracht wat we lekker op hebben zitten peuzelen. Om 21.00 uur het licht uit.

8 januari
De eerste echte dag in Hong Kong. Trudie had een route uitgestippeld en alles met de metro te bereiken. Na het ontbijt op naar de metro die achter ons hotel ligt. Ons hotel vormt het begin van een van de enorme overdekte PC Hoofdstraat van ca. 300 mtr lang, 2 verdiepingen en 700 winkels waar alle grote wereldmerken vertegenwoordigd zijn, dus je kunt je lol hierop. De mall heet Harboursite en grenst dus aan de haven. Op het metro station een meerdaagse kaart gekocht zodat we de metro in en uit konden. Het metronet is zeer uitgebreid, snel en schoon en heeft per dag 3 miljoen reizigers en wachten duurt maximaal 5 minuten. Moet je van de ene lijn naar de andere wat langer lopen dan zijn er lopende banden waarmee je de afstand kunt overbruggen. Als eerste gingen we naar de wijk Sheung Wan en stapte op de halte Tai Wo uit. Dit is een behoorlijk eind buiten het stadscentrum maar een leuke wijk waar je het allerdaagse leven van de inwoners meemaakt. Een grote markt op straat en een enorme overdekte markt Tai Po markt. Voordat we de markten bezochten eerst naar het Hong Kong Treinmuseum. Een klein museum, vrij entree waar je de geschiedenis van het spoor kunt volgen. Het stelt niet heel veel voor maar is aardig voor een kort bezoek. Een kleinstationnetje, locomotief en enkele rijtuigen dan had je het wel gehad. Vervolgens naar de Man Mo Tempel. die midden in een wijk ligt met authentieke kruidenwinkels, theewinkels etc. De tempel is één van de oudste van de stad en gewijd aan de god van de literatuur en de krijgsgod. Het staat er stijf van de wierook rook afkomstig van spiralen wierook die staan te roken. Heel kleurrijk en erg knus. De tempel ligt midden in de marktstraat waar het een drukte van belang is. Vanhier naar de overdekte markt waar de derde verdieping geheel uit eet tentjes bestaat en waar het wederom een drukte van belang was. We werden bij één van de tentjes naar binnen gelokt en hebben hier gelunched. Engels werd er hier niet gesproken dus de menukaart met plaatjes was alles. Dan maar iets uitzoeken waarvan je denkt dat het wel lekker is en de keuze was goed. Trudie at voor het eerst met stokjes en als je trek hebt leer je snel. Trudie had een kom met noodels en vis en groente. En ik had ipv. vis gekookt vlees. Het eten was goed en allemaal vers bereid. We zaten aan een tafeltje met een chinees die brakkig engels sprak maar een aardige tafelgenoot. Vervolgens weer de wijk in omdat we lang nog niet alle straatjes hadden gehad. Rond 15.00 uur weer terug naar ons hotel, waar we meer dan een anderhalf uur over deden, omdat we op een verkeerde halte waren uitgestapt en niet meer wisten waar we waren ingestapt vanmorgen. Op de kamer even bijgekomen om vervolgens twee uur later naar de havenboulevart te gaan vanwege de gezellige bedrijvigheid. Bij het enorme cultureel centrum (concertzaal, theateraal en auditorium) geinformeerd wat er op cultureel gebied te beleven was echter dat waren twee concerten waar we geen zin in hadden. Via de enorme harboursite mall terug naar ons hotel waar we ons te goed deden aan een uitgebreid buffet van vis, vlees heerlijke toetjes, sophie en marcel jullie missen wat. We zijn beiden deze vakantie behoorlijk aangekomen dus bij thuiskomst moet er echt wat gebeuren. Iedere dag ontbijt, lunch en diner in hotel/restaurant en dat 5 weken lang gaat niet goed, er bij vermelden dat we de hele vakantie geen keer bij MacDonalds of andersoortige hamburgertenten hebben gegeten.

9 januari
Weer een druk programma vandaag. We maken, ondanks het veelvuldig gebruik van de ondergrondse , de nodige kilometers met de benenwagen. We waren nog erg moe van gisteren dus wat later aan het ontbijt. Om 10.00 uur verlieten we het hotel en namen de metro naar het IFC2 gebouw (International Finance Centre gebouw 2). Het hoogste gebouw van Hong Kong. Je mag als bezoeker naar de 55e verdieping vanwaar je een schitterend pa norama op de stad hebt. Het gebouw is 88 verdiepingen hoog en behoort tot de hoogste gebouwen van de wereld.en ligt in het financiële centrum van de stad tussen allerlei andere wolkenkrabbers op Hong Kong eiland. Na paspoortcontrole met de lift in sneltreinvaart naar boven. Het was een schitterend uitzicht en meer dan de moeite waard. Op deze verdieping is ook een tentoonstelling over het monetaire stelsel van Hong Kong. Bijna alle grote gebouwen zijn geschakeld met elkaar ofwel via loopbruggen en roltrappen danwel via een gangen stelsel. Dit komt omdat er op de eerste verdiepingen bijna allemaal winkels en restaurants zijn gehuisvest. Je loopt dus heel makkelijk van het ene gebouw naar het andere. Het volgende programma punt was Victoria Peak. Een uitzichtpunt op 800 meter boven zeeniveau met betoverend uitzicht op stad en eilanden. We hadden een wandelroute die we volgden en inderdaad je hoeft eigenlijk de straat niet op je loopt via allerlei grote kantoorpanden, waaronder banken en één was het HSBC gebouw, in 1985 het duurste gebouw ter wereld. Het is een groot stalen monster zonder een interne steunstructuur en heel bijzonder om te zien. Je snijdt dus hele stukken af en zoals gezegd in de wolkenkrabbers winkels, winkel en nog eens winkels. We hadden een korte blik in de St. Johns Kathedraal. De grootste Anglicaanse kerk hier. Door naar de Peaktram. Dit oude trammetje brengt je in no time via de steile hellingen naar de top van de berg. Op de berg staat een gebouw, de skytoren, en via een roltrappenstelsel kun je nog hoger en op de bovenste verdieping heb je een 360 graden panorama over de stad, heel facinerend. En wederom een aantal verdiepingen met winkels en restaurants en heb je niet genoeg kunnen shoppen dan staat er naast ook nog een mall met winkels, winkels. Trudie heeft hier een kimono gekocht. Volgens ons is Hong Kong de grootste winkelstad van de wereld. Na de lunch weer met de tram naar beneden en vervolgens met een dubbeldekker met open dak naar de haven. Vanhier namen we de ferry weer naar de overkant wat opzich ook een belevenis is. Met de komst van de metro zou het zijn gedaan met deze ferry’s echter dat is nooit gebeurd. Dagelijks maken vele duizenden inwoners nog gebruik van deze boten die goedkoper zijn dan de metro (17 eurocent pp). De overtocht duurt ongeveer 25 minuten terwijl de metro er een aantal minuten overdoet. Via de Harbourmall weer naar ons hotel. Jongens wat een stad, het is net Parijs je wilt hier steeds terug komen. Rond zessen namen we de metro naar de nachtmarkt in Templestreet. Een enorme markt, die zich heeft toegelegd op het toerisme en waar je van alles en nog wat kunt kopen, namaak speelt hier de hoofdrol zeg maar de PC Hoofdstraat markt met allemaal nep. Het is vrijdagavond maar voor de drukte maakt het niets uit want elke avond is het druk. We aten vandaag in één van de stalletjes op straat. Het is goed dat de menukaart fotootjes heeft van de menu’s anders wist je niet wat je bestellen moest, alles op de straat staat in het Chinees. De kwaliteit van het eten is goed, vers en in het zich bereid. Je zit tussen het volk, die er qua eetgewoonten andere normen op na houden wat niet altijd even even fris is maar daar moet je doorheen kijken, lekker ongedwongen boeren, heerlijk met een tandenstoker je tanden reinigen en eten met de mond dicht kent ook niemand. Je kunt alle gebitten van nabij aanschouwen. Bovendien zit je nooit alleen aan een tafeltje want een tafeltje voor vier wordt ook voor vier gebruikt. Dat kennen wij niet maar het maakt het allemaal wel een stuk eenvoudiger, je schuift gewoon aan. Bij ons schoof een Hollandsche jongen aan die al zes maanden aan het reizen was en op weg was naar Indonesie. De hygiënische norm op straat moet je maar even aan de kant schuiven. Dit is China, take it easy. Om 20.30 uur weer op de kamer.

10 januari
Op tijd uit bed want we hadden een druk programma vandaag. Eerst online inchecken voor de terugreis. We verlieten rond 10.15 uur het hotel en gingen als eerste naar de Tian Tan Buddha op Lantau Island. Het volgende grote eiland van Hong Kong. Dit is het grootste Boedha bronzen beeld ter wereld in de buitenlucht bovenop een berg. Via de metro en een mooie treinrit van 45 minuten waren we om ca 12,30 uur bij het station Tung chung waar we moesten overstappen op een kabelbaan die 5,5 km lang was en ons naar de top van de berg bracht. Dit was echt fenomenaal. Trudie durfde eerst niet maar ik wist haar gelukkig over te halen. De tocht over bergen en water hoog in de lucht duurde 30 minuten. De zon scheen volop en het uitzicht was panoramisch. Gelukkig zaten we met 6 personen in de cabine, er kunnen er 17 in echter het was nog niet zo druk. Uiteindelijk kwamen we aan in een cultureel getint bergdorp Ngong Ping. Het was net een soort museumdorp met toeristenwinkels en restaurantjes gebouwd naast een oud klooster met een tempel. Centraal op een heuvel stond de immense Boeddha. Via 260 trap treden liepen we steil naar boven met honderden andere bedevaartsgangers want dat is het hier wel. Mensen gaan al biddende naar boven en wij er achter aan. Onder aan de trap had ik eerst een discussie want ik moest weer omgerekend 4.60 euro betalen voor het museum in de Boeddha en ik dacht dat dat in de prijs van de kabeltrein was inbegrepen (die kosten ons ook maar 19 euro met z’n tweeen, waar praat je over). Nu mijn Chinees was van dien aard dat je met babi pangang en foeyang hai niet ver komt dus maar geen discussie aanging en bij die 4.60 euro was koffie en een snack inbegrepen in een restaurant in het dorp. Het bezoek was de moeite waard. Vervolgens een bezoek aan het klooster en daarna de koffie met snack. Nu dat was ook weer lachen want we kregen koffie, vier kleine gebakjes en een bord bami, een complete maaltijd voor een beetje. Ook de tempel was erg mooi. Vanhier weer terug met de kabelbaan en rond 15.00 uur waren we weer beneden. Met de bus gingen we naar Tai O. Een vissersdorp aan de kust waar alle huisjes op palen in het water staan. De busrit ging door de bergen en de chauffeur dacht dat hij op een raceparcours zat. Remmen voor haarspeldbochten, langs steile afgronden, we zaten met kromme tenen, een spannend ritje maar wel de moeite waard gezien de mooie uitzichten. De rit duurde ca. een uur dus de dag werd al korter. Het dorpje was erg leuk, kleine loopbruggetjes waren de straatjes die alle huizen met elkaar verbonden. De huisjes waren erg klein en men leefde hier van de visvangst, genoeg restaurantjes allen de hygiëne stond ons niet aan. Ik, Fred kreeg bij één van de openbare toiletten aanspraak met een inwoner. In mijn naïviteit ging ik hierop in. Hij liet ons leuke plekjes zien in het dorp, met de huizen in het water op palen, en haalde uit zijn tas allemaal kleine souveniers die hij te koop aan bood tegen een woekerprijs. We trapte daar niet in en kochten twee kleine dingetje om de man niet teleur te stellen want hij had zijn best gedaan en we wilden ook weer weg uit dit doolhof. We zijn nog even op eigen gelegenheid gaan lopen en namen vervolgens weer de bus terug echter een andere die ons bij de ferry bracht. De zon was al onder dus we hadden geen idee waar we terecht kwamen. De rit duurde een uur en als je niet weet waar je bent lever je je maar over. Uiteindelijk kwamen we inderdaad bij een snelferry die ons in hoog tempo in een half uur naar Hong Kong Island bracht. Vervolgens moesten we een gewone ferry nemen naar Kowloon wat
15 minuten duurt. Het was dus een hele reis en om 19.45 uur waren we nog niet in het hotel maar op de promenade van de haven. Hier is elke avond de symphonie of light te aanschouwen. Het is een laser lichtshow vanaf de wolkenkrabbers met muziek, dit was erg mooi. Om 20.30 uur weer terug in het hotel waar we in het restaurant maar hebben gegeten. Om 23.00 uur het licht uit na een vermoeiende maar erg boeiende dag.

Laatste dagen
De laatste dag in Hong Kong en ook de laatste dag van onze uitstekende vakantie. We vliegen vandaag pas na middernacht dus we hebben de hele dag nog. Uitchecken hoefden we pas om 18.00 uur dus wat let ons om er vandaag nog op uit te trekken. Na het ontbijt, het was een zonnige dag, liepen we naar de metro. De Nan Lian Garden was ons eerste doel. Deze prachtige tuin in de Tang Dynasty stijl kenmerkt zich door karakteristieke houtstructuren, watervijvers, schitterende rotspartijen en veel oude, waardevolle bomen. De tuin ligt in Diamond Hill Kowloon midden in het drukke stadscentrum en makkelijk te bereiken met de metro. Via een grote ingang loop je de tuin in, vrije entree. Wederom veel beveiliging. Het eerste gebouw showt ons de verschillende Chinese bouwstijlen en constructies alles zonder ook maar één spijker te gebruiken. In eerste instantie heerst hier geen serene rust omdat vlak langs de tuinen een grote verkeersweg ligt hoog boven het maaiveld. Maar wat verder je komt waan je, je in een heerlijke rustige omgeving van de Chinese tuin. Het is een éénrichting route en allerlei verwijzingen laten je dat dan ook snel weten. Je loopt in een schitterende omgeving langs allerlei mooie struiken en bomen, een ronde tempel omhuld met bladgoud doen je ogen knipperen. Ook is er een grote vijver waarin enorme Koi karpers zwemmen. Hier is ook een groot chinees theehuis. Een lust voor het oog en een bezoek waard. De tuin is 35000 mtr2 groot. De lotus tuin is de volgende attractie. Deze is gelegen in een soort patio omsloten door hoge Chinese gebouwen. Schitterende vijverpartijen met enorme lotusbloemen die volop in bloei stonden ondanks dat de temperatuur rond de 16 graden was
Aansluitend ligt het nonnen klooster Chi Lun met een enorme tempel. Dit Boeddhistische vrouwen klooster is gerenoveerd en dit grote en elegante complex zal één van de grote Chinese attracties worden de komende jaren.

Bereikbaar: MTR (metro Diamond Hill Station Exit C2, and follow the signs to Chi Lin Nunnery
Van hier de metro naar het Hong Kong Convention en Exhibition Centre.
We hoefden hier niet in echter aan de waterkant op het voorplein staat een zes meter hoge gouden Lotus. De bloem is het (vlag symbool van Hong Kong en is door de Chinese regering geschonken en markeert de overdracht van Hong Kong van Engeland aan China. Bereikbaar: Whan Chai (metro exit A1> Het is hier leuk om te flaneren op de boulevard met uitzicht op de enorme haven.

Eerst maar koffie en lunchen. Na de lunch een galerie bezocht en terug naar Kowloon park omdat hier op zondag altijd demonstratie vechtsporten zijn te bewonderen. Het zonnetje was lekker dus nog een uurtje rondgelopen. Terug naar het hotel om uit te checken en de koffers bij de conciërge in te leveren. Vervolgens nog even de PC Hoofdstraat in met een bezoek aan de dure winkels Louis Vuitton, Chanel, Vercase, Prada etc. die hier allemaal een winkel hebben. De prijzen zijn naar gelang, echter het is best leuk om hier even een blik te werpen. Bij sommige winkels moest je in de rij staan omdat er maar een beperkt aantal mensen naar binnen mochten. Vanavond maar een frietje met een hotdog bij de Newyorker. Om 20.45 uur werden we opgehaald met een pendelbus voor het vliegveld. We hadden al elektronisch ingecheckt dus ook op het vliegveld hadden we tijd genoeg. Nog even wat dollars uitgeven waarna we op tijd vertrokken om 00.25 uur. Na een vlucht van 12 uur landen we om 5.50 uur op Schiphol. Roderick haalde ons op.

Na 36 dagen weg te zijn geweest is het vreemd om weer op Hollandse bodem te staan in de vrieskou. We hebben een geweldige vakantie gehad, veel gezien, gelachen en lekker gegeten. Vliegen met Cathay Pacific doen we niet meer, de service op de terug vlucht was slecht, nee geef ons maar Qantas of Singapore Airlines iets duurder maar optimale kwaliteit. Allen bedankt voor het lezen van onze reisverslagen en tekenen van het gastenboek.