Eindelijk is de vakantie begonnen. Trudie was al vrij op donderdag en ik op vrijdag. Het duurde nog tot woensdag voor we vertrokken. Gedurende de vrije dagen hebben we ons wel vermaakt maar het was toch heerlijk dat het al woensdag was. Roderick bracht ons woensdagmorgen naar Schiphol. Om 4.30 uur ging de wekker. Beiden onrustig geslapen maar dat zal wel door de spanning komen. Douchen, aankleden en om 5.20 uur vertrokken. We arriveerden daar twintig minuten later. Inchecken op Schiphol ging snel. Onze vlucht zou om 6.55 uur vertrekken zodat we nog even tijd hadden om de boel te verkennen op de buy-fly afdeling. Niets gekocht, maar we hadden dan ook niets nodig. Het vliegtuig van Alitalia stond gereed bij gate B18 wat we vonden. Schiphol is wat dat betreft erg duidelijk. Om 6.20 uur konden we boarden, onze plaats snel gevonden. Omdat het de eerste lijnvlucht is naar Milaan was deze vol. We hadden goede plaatsen. Lekker bij het raam dus mooi zicht, na circa 400 km. Het vliegtuig vertrok met 10 minuten vertraging maar dat mocht de pret niet drukken want volgens de piloot zouden we op tijd in Milaan zijn. Nu dat was ook zo. Onderweg hadden we tot de Eifel dichte bewolking en vervolgens boven Zwitserland helder weer zodat we een formidabel uitzicht hadden.
In Milaan, waar we om 8.35 uur aankwamen, was het noodweer. We moesten een klein stukje door de regen lopen naar een gereedstaande bus die ons naar de terminal bracht. De wachttijd was een uur. Deze vlucht vertrok 20 minuten te laat, om vervolgens wederom op tijd in Lamezia Terme te landen. Het weer was lekker, 26 graden dus de trui kon wel uit. Snel de koffers halen, dit nam niet al teveel tijd in beslag want we waren het enige vliegtuig, een short lunch en op naar de autoverhuurder. Ook hier werden de formaliteiten snel afgehandeld zodat we rond 12.30 uur met de auto op weg gingen richting Altomonte. We kregen een Renault Clio 1.2, niet echt een auto van het kaliber, snel de heuvel op, d’r af ging wel. Ook de stoelen zijn niet erg ruim bemeten, gezien de omvang van onze achterste passen we er maar net in. Volgens ons zijn deze stoelen gemaakt voor personen uit Zuid Europa die toch iets kleiner zijn dan wij Noord Europeanen. Maar ja, veel keuze laten ze je niet en Trudie wilde niet dezelfde auto als vorig jaar wat ik me wel enigszins voor kan stellen. Toen reden we een Nissan Micra, maar die reed wel als een speer. Rond 15.30 uur, na eenmaal verkeerd te zijn afgeslagen arriveerden we bij La Farnie, ons eerste verblijf voor de komende drie nachten.
Na een warm welkom, eerst koffie en even naar de Supermercato voor water en wat andere verfrissingen. Ook hebben we het plaatsje Altomonto aan een nader onderzoek onderworpen en we moeten zeggen het is een wonderschoon dorp. Het ligt zoals veel plaatsen in Italië op een berg vanwaar je een fabuleus uitzicht hebt. Om 20.15 uur gingen we eten. Zoals een goede Italië-ganger betaamt, de eerste avond naar de pizzeria om van een ovenheerlijke echte Italiaanse pizza te genieten met een salade verde. Om 21.30 uur waren we weer terug. Nadat Fred nog snel even een stukje schreef, Trudie genoot van een wonderschone sterrenhemel lagen we rond 22.30 uur in bed.

Dag 2
De wekker stond vandaag op 8.15 uur maar we waren een uur eerder al wakker. Een onrustige nacht. De warmte en de vreemde omgeving lagen hieraan ten grondslag. Na het douchen schoven we om 9.00 uur aan voor het ontbijt, Italiaans wel te verstaan. Dus een paar droge broodjes als vroege kaakoefening, wat zoetigheid en koffie waar je recht van overeind stond. Nou ja, we kregen in ieder geval wat binnen en de rest vullen we onderweg wel weer aan. Er waren nog vier Hollanders echter deze waren vandaag voor het laatst zodat wij weer de enigen op de azienda waren. We hadden deze dag gereserveerd voor een bezoek aan Belvedère waar Trudie in het ziekenhuis had gelegen. Van Altomonte reden we richting het noorden. We moesten een pas over, om bij de kust te komen. Via een schitterende route, waar onze Renault bijzonder op de proef werd gesteld, reden we naar San Donato de Ninea. Op weg hierheen hadden we ons een four Wheel drive gewenst. Volgens de kaart was het een begaanbare weg echter sommige stukken waren eigenlijk voor de Clio niet te berijden. Gelukkig was het een huurauto dus gaan met die banaan. In dit stadje had de tijd stil gestaan. Wat ons bezighield, was waar deze inwoners hun geld mee verdienden. In de verste verte waren geen steden en volgens ons was hier ook geen werk. Onze eerste indruk was dat het er erg arm was. Of dit daadwerkelijk zo was weten we niet. Het was een dorp met veel kleine straatjes wat het erg romantisch maakte. Het uitzicht was groots. Het maakte op ons grote indruk. Na het nuttigen van een heerlijke cappuccino vertrokken we weer alvorens we de auto nog van een parkeerplaats af moesten halen die we via en afrit, wat wel een ski piste leek naar beneden hadden gereden. Maar nu, moesten we hem echter weer omhoog rijden en met een 1.2 motortje hoopten we dat dit zou lukken. Trudie wilde niet in de auto zitten dus die wachtte boven. Nou het lukte maar ter nauwer nood. Vervolgens reden we door onherbergzaam gebied naar de kust. Een bijzonder mooie rit. Om half twee arriveerden we in Belvedère. Een mooie stad gelegen op een berg. Een bezoek aan het ziekenhuis en een wandeling door de stad maakte grote indruk op ons, zeker gezien de omstandigheid dat we nu in een heel andere situatie verkeerden. Erg vreemd allemaal. Vervolgens reden we naar Belvedère Maritima. Dit lag aan de kust. We reden langs het hotel waar Fred had gelogeerd. Een kilometer of tien verder lag het plaatsje Diamante. Volgens de gegevens was hier heel apart ijs te koop. Het zogenaamde peperijs (peperonigelato). Dus op zoek naar die tent. Na een speurtocht door het dorp vonden we de gesloten ijssalon, nou ja, dan maar naar de buren. Laten die het nu ook verkopen. Fred hield het liever bij een traditioneel ijsje maar Trudie moest proeven. Het advies van de salon luidde; peperijs en karamel samen was de combinatie. Nou, het ijs brandde letterlijk en figuurlijk je ‘bek’ uit. Maar ja, je moet het gegeten hebben deze lokale specialiteit. Vervolgens reden we terug naar het hotel waar Fred had gelogeerd. Daar parkeerden we de auto en liepen naar het strand. Heerlijk even zwemmen en zonnen in de glasheldere Thyreense zee. Na deze heerlijke afkoeling moesten we toch zo zoetjes aan de terugreis weer aanvangen want om 20.30 uur zouden we dineren op de Azienda en we hadden nog zo’n 80 km voor de boeg. Ook de terugreis verliep weer via een bergpas die 950 meter hoog was. Het reed bijzonder leuk maar het schiet niet op. Gemiddeld reden we 40 km/u. Ik vroeg aan Trudie of er geen andere weg was anders had ik het bange vermoeden dat we niet eens op tijd voor het ontbijt zouden zijn. Na enig speurwerk moesten we na het overbruggen van de pas iets omrijden om uiteindelijk weer op de auto snelweg te komen en waren uiteindelijk om 19.30 uur op de Agritourismo en op tijd voor het diner. Rond 20.15 uur werd het diner opgediend. We waren de enige gasten. Een viergangen diner volgde. Het voorafje bestond uit stukjes kaas, worst, brood en plakjes Italiaanse groente waar we de naam niet van weten maar de vingers likten we erbij af. Toen pasta, overheerlijk en daarna vlees met groente. Het vlees was apart, erg droog en het leek op wat wij een blinde vink noemen. Het was door-gebakken rosbief. De groente leek op spinazie (agrassie) maar dan anders. Uit beleefdheid aten we maar wat op maar daar bleef het dan ook bij. Als toetje meloen. We hebben toch heerlijk gegeten. Het is inmiddels 23.00 uur dus bedtijd. We zitten nog heerlijk op de veranda, het is op de krekels na bijzonder stil en nog 23 graden. Hopelijk slapen we vannacht beter.

Dag 3
Na een goede nachtrust zaten we rond 09.00 uur weer aan het ontbijt. Hetzelfde als gisteren maar vandaag hadden we kaas, wat we gisteren hadden gekocht bij de supermercato. Na het ontbijt stond een bezoek gepland aan de Grotte delle Ninfe. Dit was van horen zeggen iets speciaals en lag bij Cherchiara, een plaatsje op zo’n zeventig k. vanaf de agritourismo richting het noordenoosten. We vertrokken om 10.15 uur en reden via de autostrada, die hier nu nog gratis is, op ons doel af. We klommen uiteindelijk weer naar zo’n 650 meter. Het was een grandioze route met gigantische mooie uitzichten. De omgeving is werkelijk fabuleus met enorme hoge bergen tot 2500 meter afgewisseld met groene heuvels. Waar je hier op moet letten zijn de summiere aanwijsborden, zodat je al snel iets voorbij bent gereden zonder dat je er erg in hebt. Zo ook nu dus. Je rijdt ergens in de middle of nowhere, geen enkele andere auto die je tegenkomt en vervolgens rij je het stadje Cherchiara binnen. We waren dus al te ver. Dit dorp is uitgangspunt voor vele wandeltochten, je kunt er abseilen en in de winter skiën. Het ligt aan de rand van het enorme natuurgebied Del Pollino wat op de wereldranglijst van beschermende gebieden staat. In het dorp sprak ik, dacht ik een Italiaan aan, echter het was een heuse Hollander. Na enige aanwijzingen moesten we weer terug rijden. Rond het middaguur kwamen we hier aan. Omdat we dachten dat het een grot was waar je in werd rondgeleid, trokken we de bergschoenen aan en namen we een warme trui mee. Wat wel opmerkelijk was, was dat het erg druk was gezien de aantallen auto’s echter we niemand waren tegen gekomen op de route. Naarmate we de entree naderden zagen we mensen in een groot zwembad. Sommigen hadden een vreemde grijze kleur. Al snel kwamen we erachter dat het een termaal bad was waar je, je in kon smeren met modder en kon zwemmen in het gezonde badwater. Nu daar stonden we dan met de bergschoenen en onze truien. In mijn onschuld informeerde ik nog bij de kassa op z’n gebroken Italiaans waar de grotten waren. Nou en of er grotten waren. Zwemmen wilden we niet maar wel een grotbezichtiging. Een Italiaan nam ons bij de hand en zo liepen we door het daar aanwezige publiek naar de ingang van een ‘grot’. Het stonk er enorm naar stinkbommetjes dus er zat enorm veel zwavel. Het was meer een gat in de berg waar water uitkwam en daar waar het water instroomde werd de modder weggeschept. Ook stroomde het water stroomde naar het zwembad. Nu dat was weer een avontuur. Dan maar koffie en een piccolo lunch zodat we er weer even tegen konden. We zouden vandaag ook naar het strand gaan aan de Ionische kust. Dus Trudie de route bepaald . Uiteindelijk bij Marina di Sabari vonden we een heerlijk rustig strandje. Toch was er iets wat niet beviel. Toen we op het strand lagen kwam er eerst één man voorbij, vervolgens nog een man en zo ging het maar door .Volgens ons lagen we op een ontmoetingsplek van Italiaanse Uomo’s of hoe dat heten mag. Nu het stoorde ons niet en we zijn als Hollanders wel wat gewend. We maakten er maar grapjes over. Na enkele uurtjes heerlijk gezwommen en te hebben gezond gingen we weer op huis aan. Om zes uur hadden we een afspraak met Ninfa Nucio. Deze jonge dame had ons vorig jaar enorm geholpen gedurende de tijd dat Trudie in het ziekenhuis lag. We hadden al enkele malen met haar gemaild. We hadden afgesproken in Altomonte en zij zou ons daar met haar vriend oppikken. We zijn met hun naar de woonplaats gereden Spezzano Albanese. Dit dorp kent veel Albanese inwoners die hier enkele eeuwen terug zijn komen wonen. Zo zijn er nog enkele van deze plaatsjes in dit gebied. Hoe dit toentertijd heeft plaatsgevonden zijn we nog niet helemaal achter. Na een sightseeing door het plaatsje, kwamen we aan bij de flat. Mensen leven hier grotendeels buiten en iedereen zat ook op het balkon, of het was misschien wel afgesproken dat wij zouden komen en men deed het uit nieuwsgierigheid. Nu je kunt hier goed bonna sera oefenen want er waren veel balkons. Ninfa woont met haar moeder en twee volwassen zusters en broers op zo’n 70 m2. Woonkamer, keuken, badkamer en drie slaapkamers en natuurlijk een klein balkon. Je kunt je niet voorstellen dat je hier met vijf personen op zo’n kleine oppervlakte kunt leven waarvan de jongen ook nog geestelijk gehandicapt is. Ook moet je nagaan dat kinderen pas het huis verlaten als ze trouwen. Ninfa is 30 jaar en zal volgend jaar trouwen dus de eerste die uit huis gaat. Dus er komt wat ruimte. We hebben heerlijk in een restaurant Calabrees gegeten, echt apart. Het was vrijdag avond dus weekend en in de dorpen is het dan een drukte van belang. De hoofdstraat wordt afgezet zodat de mensen kunnen flaneren, adare an sonzo op z’n Italiaans. Wij kennen dit begrip niet en je moet het meemaken om er een goed beeld van te krijgen. Het is een enorme gezelligheid en iedereen praat met elkaar en loopt langzaam de straat op en neer met een ijsje of een drankje. Wij kenden dit al van onze eerdere bezoeken aan Italië. Na het nuttigen van een gelato brachten zij ons weer terug naar Altomonte. We hebben een geweldige gezellige avond gehad. We lagen rond middernacht in bed.

Dag 4
Na het ontbijt afscheid nemen van de hartelijke mensen, Carla, Carlo en hun personeel  die deze azienda leiden. Vandaag moesten we naar Santa Severina voor ons volgende verblijf ongeveer 120 km verder. We reden om 10.30 uur weg. Via de westelijk kustweg reden we naar het zuiden. Het was voor het eerst weer dat we te maken kregen met Italianen met suïcide neigingen. Het zijn verschrikkelijke weg gebruikers en we zijn natuurlijk wel wat gewend maar het blijft uitkijken. Die Spee van de politie in Nederland moet hier eens een kijkje komen nemen dan denk ik dat wij als Nederlanders zo slecht nog niet presteren op de weg. Op tweebaanswegen, iets breder dan wij in Nederland gewend zijn, wordt je gepasseerd en vervolgens wordt diegene die aan het passeren is ook nog eens gepasseerd en er zijn natuurlijk ook nog tegenliggers die dan zowat tegen de vangrail rijden. Rijden in Italië is en blijft apart. Onderweg zijn we nog twee uurtjes naar het strand geweest. We konden bijna de auto in het zand parkeren. Om 14.45 uur arriveerden we in de azienda. Weer een geweldig vriendelijke ontvangst. De agritourismo ligt tegen een berg met uitzicht op het dorpje San Severina wat op een nog hogere berg ligt. We kregen een kamer met een groot balkon en een uitzicht wat niet te beschrijven is. Dit is vakantie. Een fles koude witte wijn met kaas en olijven bezegelde ons welkom. Erg leuk en lief. We hebben vandaag niets meer gedaan heerlijk de ogen dicht in een stoel op het balkon en gezwommen in het zwembad. Trudie was de hele dag al niet lekker. Ik denk dat ze wat kou had gevat door de airco. Om half negen schoven we aan voor het diner. Het bestond zoals gewoonlijk uit 4-gangen. Trudie had weinig eetlust dus voor mij was het dubbelop. Een gedeelte van de antipasti, twee borden pasta, zes stukjes kip. Het kwam m’n neusgaten bijna uit. Toen nog een toetje wat in onze ogen leek op roomsoesjes overgoten met chocolade saus. De eerste hap was effe schrikken want het waren verse vijgen. We houden wel van gedroogde vijgen, maar verse nee. Uit beleefdheid maar wat gegeten. Trudie moest echt niet en kreeg meloen wat ze wel lekker vond. Om elf uur doken we het bed in.

Dag 5
We hebben goed geslapen afgelopen nacht. De balkondeuren konden open blijven zodat het lekker doorwaaide. We hadden geen plannen, omdat Trudie zich nog niet optimaal voelde. Dus eerst maar ontbeten en koffie gedronken. Om 10.00 uur reden we naar Santa Severina. Dit is het dorp waarop we uitkijken vanuit onze hacienda en wat bovenop een berg ligt. Een bezoek aan het kasteel en het museum was hier het doel. We kregen een rondleiding door een gids, deze sprak alleen geen engels dus waren we als enigen aangewezen op de engelse teksten bij alle bezienswaardigheden. Jammer, want een gids verteld het allemaal wat luchtiger. Om 13.00 uur sloot de boel en moesten we vertrekken. Inmiddels was onze maag al aan het knorren dus een bezoek aan een bar voor een broodje en koffie was geen sinicure. Ter plaatse planden we een rit in de omgeving met een bezoek aan een bergmeer Lago Ampollino. Dit meer lag op 1240 meter hoogte. De rit er naar toe was spannend omdat we een behoorlijke hoogte moesten overbruggen. Rustig rijden was het relaas, het was zondag zodat het erg rustig was op de weg. De temperatuur liep snel af van 32 naar 17 graden en het was erg bewolkt. We kunnen de temperatuur aflezen in de auto. Na ruim twee uur rijden via circa 64 haarspeldbochten hadden we een afstand gereden van circa vijftig km en kwamen we aan bij het meer. Heel bijzonder met een schitterend uitzicht. Ook liepen er veel koeien die van die bellen om hadden wat wel een romantisch gevoel gaf. We voelden ons net Heidie und Hans. Omdat het er niet warm was reden we na twintig minuten weer door. We moesten vervolgens de berg weer af en onderweg reden we bijna een horde geiten omver. Deze liepen in een zeer onoverzichtelijke bocht. Gelukkig kon je niet zo hard rijden, maar schrikken doe je toch. Ook dit keer hebben we weer enorm moeten lachen vanwege een bijzonder voorval. Er liepen verscheidene zwerfhonden. En twee van die honden zaten aan elkaar vast, laat ik maar zeggen de ene was blind en de andere duwde hem naar huis. Trudie merkte op, want ze kon het schijnbaar niet goed zien; kijk een Siamese tweelinghond. Nu ik reed bijna van de weg af van het lachen. Ach meneer, de humor ligt op straat. Rond vijven waren we weer ‘thuis’. Even lekker zwemmen en om 20.30 uur gingen we eten in Santa Severina.

Dag 6
We stonden vanmorgen op met onweer en de regen kwam met bakken naar beneden. Niet verwonderlijk want het dreigde de laatste dagen al. Vandaag stond een bezoek aan een grote stad op het programma dus hitte hadden we eigenlijk niet nodig en Trudie is nog steeds niet de oude. Crotone een plaats aan de oostkust zouden we onveilig maken. We gingen om 9.15 uur op weg en reden via de provinciale weg rechtstreeks op ons doel af. Een uur later reden we de stad binnen. Het was een drukte van belang maar we vonden snel een P van parcheggio. De stad maakte op ons een niet al te grote indruk. Saai zonder enig spoor van gezelligheid. We hielden het dan ook snel voor gezien. Nog wel even op zoek naar een Internet point ,die na enig speurwerk snel was gevonden maar bleek gesloten. Nou ja, dan maar uitstellen tot morgen. Toen we terugliepen naar de auto en nog  wat inkopen deden in een supermarkt was daar tegenover ook een Internet point waar zelfs koffie kon worden gedronken. Nu dat was kat in het bakkie. Het bleek een heel snelle verbinding waar we erg blij mee waren. Op de agritourismo type ik de tekst kant en klaar op de laptop en zet het vervolgens op een USB stick die we dan meenemen. Scheelt een hoop tijd en geld. Nadat we klaar waren liepen we naar een pier in zee om daar een roombroodje op te peuzelen. De bedoeling was om opnieuw een kijkje in de omgeving te nemen. Wederom een ander deel van Calabrië. Eerst reden we naar een kaap, Capo Rizzuto geheten. De weg er naar toe was alles behalve mooi. Er straalt niets vanaf dus hier onze vakantie doorbrengen zullen wij nooit doen. Aangekomen bij de kaap hadden we een mooi uitzicht op zee echter je moet de omgeving wegdenken. De Italianen hebben de omgeving omgetoverd in een vuilnisbelt en vieren er vervolgens vakantie. Wat een rotzooi. Het wrange is, dat deze omgeving op de kaart staat als natuur reservaat. Maar ja, wij interpreteren wel meer zaken anders dan de Italianen. Snel weg hier en maar weer het binnenland in. We waren nog niet van de snelweg of een heel jong zwerfhondje had ons hart alweer gestolen. Eenzaam liep het voor de auto uit echter toen we stopten rende het snel een weiland in om niet meer terug te komen. Vervolgens kwam er een schaapsherder aan met wel honderd schapen. De man sprak mij aan maar doordat hij maar twee tanden had verstonden we er geen snars van. Voor hetzelfde geld was het chinees. Toen maar weer verder. We kwamen in een heuvelachtig landschap terecht wat er erg vreemd uitzag. Het leek erg op duinen. Niet echt thuis te brengen en erg dor maar wel mooi om te zien. We passeerden het dorpje Cutro maar omdat het siësta was, was het er erg rustig. Na nog enkele kleine plaatjes te zijn gepasseerd arriveerden we in Schandala, een klein bergdorpje wat we ook van de azienda kunnen zien. Hier hebben we de benen gestrekt en weer even heerlijk gelachen. Er was een kerk, meer een bouwval waar aan de voorzijde grote inhammen zaten waar ons inziens vroeger beelden in hadden gestaan. Trudie wilde dat ik in één van die inhammen ging staan echter ik moest hiervoor wel twee meter omhoog klimmen met alle gevolgen van dien. Maar het lukte zodat St. Frederik vereeuwigd werd. Na dit avontuur reden we terug en waren  om vijf uur weer terug op de agritourismo.

Dag 7
Wat gaan de dagen snel. Alweer een week in Italië. Vandaag afscheid genomen van Il Quarceto in Santa Severina. Een paar leuke dagen in een bijzondere omgeving. Trudie merkte dat het landschap grote overeenkomsten had met Toscane echter zonder zonnebloemen. Toch vonden we deze streek minder, zeker de kust dan waar we hiervoor waren. Maar het gaat er natuurlijk om, om een indruk te krijgen. We trachten zoveel mogelijk ons reisverslag op Internet te plaatsen echter de Internet points liggen niet voor het opscheppen. Soms moet enig geduld in acht worden genomen. Oké, nu verder. Na het ontbijt vertrokken we om kwart voor tien naar onze volgende bestemming. Deze lag in Guardavalle, zo’n 135 km naar het zuiden. De azienda heet Villa Vittoria. Het leuke is dat het keer op keer, behalve ons eerste verblijf, een verrassing is waar we nu weer terecht komen. Inmiddels zit ik, Fred, onder de muggenbulten. We telden er zo’n achtentwintig. Heerlijk al die jeuk. Trudie heeft natuurlijk weer nergens last van. Maar ja, dat hoort bij de vakantie. Via een provinciale weg reden we door de bergen naar de kust om daar een grotere weg op te rijden. Deze weg liep langs de westkust. In Soverato nog wat boodschappen gedaan omdat we onderweg op het strand zouden lunchen. Vervolgens reden we verder en opeens zagen we een grote M van drie keer raden, ja MacDonalds. Deze was gevestigd in het plaatsje Montepaone Lido aan de SS106. Eerlijk gezegd was deze route langs de kust een stuk gezelliger dan de route gisteren. Deze kust is toeristisch al erg ontwikkeld en erg modern. Het kleine plaatsje waar M was gevestigd had een modern winkelcentrum met veel grote winkels. Het was inmiddels 12 uur geweest dus de maag begon alweer te knorren. Dan toch maar even. Een friet, een milkshake en een overheerlijke vissalade spraken natuurlijk tot de verbeelding. In Italië zijn veel Macdonalds voorzien van Italiaanse producten naast de standaard burgers en frieten. Na, nog even te hebben gepind vervolgden we de reis. Een kilometer of tien verder gingen we van de weg af om nog even lekker naar het strand te gaan. Je kunt de auto in het zicht van het strand parkeren. Dat is wel handig, omdat we alle bagage aan boord hebben. Toch is het in deze periode zo rustig, dat we beiden weer alleen waren op km’s lang strand. De temperatuur is 33 graden dus lekker warm. Om 13.50 uur vertrokken we weer. Rond drie uur arriveerden we in de azienda. We werden ontvangen door een vriendelijke oude heer, de eigenaar die ons de kamer aanwees. Een heerlijke grote kamer met grote badkamer. Het zag er allemaal proper uit. De azienda ligt weer heel ander als de andere twee. Het uitzicht is minder maar dat komt omdat we niet op een berg zitten maar op een soort vlakte omgeven door sinaasappel- citroen en appelbomen. Om ons heen staan wel allemaal bergen. Toch hebben ze allen een eigen uitstraling. We eten vanavond hier op de azienda en laten ons wederom verwennen door die Mamma. Trudie wilde geen kip dus gaf ik aan geen pollo en wat kregen we op het menu, konijn. Iets wat we beiden niet lusten. Maar ja, ogen dicht en kauwen maar. Fred dubbelop want Trudie nam alleen de zure sardientjes. We hebben toch nog heerlijk gesmuld. Om 22.00 lagen we in bed, Trudie te lezen en Fred zo vol als een ballon te slapen.

Dag 8 
Alweer de achtste dag. Hier wakker worden geeft een heerlijk vakantiegevoel. Naast onze kamer loopt een bergstroompje. Je moet er niet teveel opletten anders blijf je naar de wc lopen. Het was een mooie dag maar wel veel bewolking boven de bergen. Laten we hopen dat het daar blijft hangen. Er was nog een Hollands en een Duits koppel die vandaag weggingen zodat wij alleen over bleven. Ik, Fred, zat voor onze kamer, op een afgeschermd grasveldje onder een grote dennenboom op een bankje. Om me heen grote cactussen en schitterende bloeiende planten. De laptop op mijn knieën. Naast me lag het tweede boek van Frances Mayes; Bella Toscane. Nou, zo voelde ik me ook. Rond negenen gingen we ontbijten. Weer veel zoetigheid, lekkere cake en brood. Veel zelfgemaakte jam en de rechtoverend staande koffie. We vragen er maar een kan warme melk bij zodat de koffie verdund en enigszins drinkbaar is. Wat dat aangaat zijn we nog geen echte Italianen. Na het ontbijt vertrokken we om de omgeving te verkennen. Wederom trokken we bergen in. Er zijn behoorlijke bergpassen die je grotendeels per auto kunt berijden. We hebben de Monte San Nicola bedwongen, 1240 meter. Schitterende vergezichten en een temperatuur die daalde naar 17 graden. We kwamen weinig volk tegen onderweg en er heerste een serene stilte die met geen woord te beschrijven was. Op deze hoogte staan nog wel enkele huisjes maar of die ook bewoont zijn konden we niet zien. Enkele malen stopten we om de omgeving in ons op te nemen en te filmen. De dorpen liggen niet zo hoog. Tijdens onze rit kwamen we langs het dorp Guardavalle wat schitterend tegen een berg aanligt. Je rijdt er tussen de sinaasappel en citroen plantages. De vruchten beginnen al aardig te groeien en de oogsttijd is rond de Kerst. Onderweg nog bij een drogist zalf gehaald voor de vele muggenbulten. In het dorpje Cardinale bezochten we een schitterende kerk, hoewel we de kerken in Toscane mooier vinden. Op een terras heerlijk genoten van een cappuccino en een broodje. Het was feest in het dorp want op klaarlichte dag werd vuurwerk de lucht in geschoten. Wat voor feest kwamen we niet achter. Het dorp leek in de verste verte niet op de dorpen die we tot nu toe gezien hebben. De huizen hadden iets van de Oostenrijkse bouw weg en ook hadden de mensen het hier niet arm gezien de duurdere auto’s die hier stonden. We vervolgden onze rit naar de kust want tijdens de siësta liggen wij op het strand. Een heerlijk stil strandje gevonden waar we weer enkele uurtjes hebben vertoefd. Rond 16.30 uur reden we naar Soverato, een grote badplaats. Een wandeling door de stad, een blik in de winkels en koffie met iets lekkers. Om 18.30 uur weer terug naar de azienda want om acht uur stond het avondeten, cena, weer op tafel. Het was een uitgebreid diner. Pasta met pepers, formaggio en tomaten. Weer een bord vol dus eigenlijk heb je al genoeg. Daarna koteletten met een heerlijke mix van gebakken aardappels, paprika en kruiden. Het toetje vers fruit, allemaal erg heerlijk. Danielle belde nog dat zij ook door de medische keuring is, dus wij hebben direkt twee agenten in ons gezin. Om 21.30 uur waren we weer op de kamer, moe maar voldaan.

Dag 9 
Bella Italië, wat is het leven hier goed. Na de ervaringen van gisteren had Trudie nog een mooie route uitgestippeld. We zouden in de buurt van de Agritourismo blijven maar wel een bergroute rijden. We zaten alleen aan het ontbijt omdat we nog de enige gasten waren. Het toeristenseizoen loopt hier af. Om 10.00 uur vertrokken we richting Stilo voor een bezoek aan een oude byzantijnse kapel uit het jaar 1000. Stilo ligt vlak bij de agritourisme maar wel bergopwaarts. Nadat we de auto hadden geparkeerd moesten we omhoog lopen via allerlei kleine straatjes om de kapel te bereiken. Het was 28 graden dus klimmen, vergt een hoop inspanning. Uiteindelijk werd de klim beloond. Een mooi klein kapelletje was het bezoek waard. Mooie fresco’s en een fenomenaal uitzicht. Ook was er een Noorman kasteel echter dit konden we niet vinden. We vervolgden de rit naar Bivongi wat nagenoeg vast lag aan Stilo. Een waterval was hier de bezienswaardigheid echter het heeft al maanden niet voldoende geregend zodat er niet één straaltje te zien was. Erg jammer. Het volgende plaatsje was Pazzano, een bedevaartplaats. Eremo di Santa Maria della Stella was hier te bewonderen. We wisten niet wat we moesten verwachten maar wel dat het in een grot was. In het plaatsje werd met een bord aangegeven dat het nog acht kilometer rijden was. Uiteindelijk klommen we door naar 1450 meter langs een steile route met veel haarspeldbochten. We moesten van deze weg af en kwamen boven op een klein platform waarop torens met enorme antennes stonden. Enkele werklui waren bezig zodat ik even vroeg of het nog ver was. Ja, we moesten nog verder, maar de weg werd nu wel smaller en slechter begaanbaar. Nu, die auto is toch wel een uitkomst op die smalle weggetjes. Het laatste stuk stapte Trudie uit omdat ze het niet prettig vond. We kwamen bij een huis wat achteraf een klooster bleek. We liepen er omheen en vonden een bordje en een trap. De trap, met zo’n 50 treden, was de ingang van een grot die ons leidde naar een klein kapelletje met banken en een beeld van moeder Maria. Het was werkelijk fantastisch en we kregen een klein beetje het gevoel, zeker gezien de hoogte waar we op zaten, van een echt heilige plaats dicht bij de hemel. Het was moeilijk om weer weg te gaan want het was zo vredig, maar we moesten door. Terug naar beneden vervolgden we onze weg. Trudie had gezien dat er een passo was, wat voor een vergezicht toch wel mooi is. Passo di Pietra Spada. We moesten weer van de doorgaande weg af om weer verder omhoog te klimmen. Het klink raar maar je rijdt eigenlijk om de berg heen of van berg naar berg en wil je verder op dezelfde berg dan moet je weer een andere weg op. Je komt hier geen kip tegen. Gelukkig maar want de wegen zijn amper breed genoeg om met één auto te berijden. Achteraf bleek het niet zo’n succes te zijn. De weg was erg beschadigd en de pas was snel gepasseerd, waarop we weer steil naar beneden reden. Trudie zat met kromme tenen en voelde zich niet op haar gemak. Het was misschien ook niet zo verstandig van ons. Maar ja, er woonde hier ook mensen in de enkele huizen die we tegen kwamen en die reden hier ook met de auto’, zij zijn het weliswaar gewend. Toen we uiteindelijk beneden waren botste we bijna op een auto die ons geheel niet in de gaten had, de Italiaanse bestuurder keek ergens anders na en verwachtte nooit dat er hier nog mensen naar beneden kwamen. Toeteren en hij schrok. Niet verwonderlijk want we stonden in een droge rivierbedding die je met een terrein wagen wel kan berijden, maar met een Clio wordt dat wat moeilijker. D’r zat niets anders op dan het hele stuk weer terug te rijden. Sommige delen waren zo steil, dat had je op de heenweg niet zo in de gaten omdat je naar beneden reed maar nu terug, dat Trudie uitstapte en omhoog liep en ik soms dacht kom ik nog wel boven. Ik was geen moment bang echter achteraf was het niet echt verstandig geweest. We hebben het gehaald maar bedenken ons een volgende keer wel. We reden terug naar de doorgaande weg voor het dorp Monasterace. Hier waren overblijfselen van een Romeinse nederzetting. We konden het eerst niet vinden. Het lag verscholen langs de kust aan de snelweg. We hadden de auto geparkeerd, zoals alle Italianen doen, asociaal en liepen er, naar we dachten zo op af. Dat viel tegen want er was geen enkele normale toegang dus we verschaften ons die toegang door over de vangrail van de doorgaande snelweg te klimmen, waar we via een tunneltje de andere kant bereikte en vlakbij de opgraving kwamen. Ons niet realiserende dat het wel eens niet voor publiek toegankelijk was. De spoorrails hinderde een verdere doorgang zodat we niet verder kwamen dan het maken van een foto. Daarna terug naar de agritourismo, lekker nog even zwemmen en opknappen om vervolgens om 20.00 uur weer aan te schuiven voor het diner. Ook ditmaal was het weer een waar feest. Vooraf soep, niet zulke als thuis maar gemaakt van risotto rijst met allerlei heerlijke groente. Het leek meer op pap maar je at je vingers er bijna bij op. Hierna vis, kabeljauw maar heerlijk bereid met allerlei kruiden omringt door aardappels en groentegerechten uit Calabrië. Als toetje fruit en koffie. Het leuke hier op deze agritourismo is dat de familie ook gelijk met ons eet, ze zitten alleen niet bij ons aan tafel. Het schept echter wel een soort band want je voelt je helemaal thuis. Om 21.15 uur lagen we in bed.

Dag 10 
Vandaag een heerlijke rustige dag gehad. Na het ontbijt vertrokken we naar Severato. Hier was een gigantische markt. Een grote groente, vlees en vismarkt en een non-food markt. Maar eentje met zoveel kraampjes, dat we halverwege zijn afgehaakt. We hebben nog niet zo’n grote markt meegemaakt. Na een bezoek aan het Internet café reden we rond het middaguur weer zuidelijker. Omdat de siësta begon zijn we eerst naar het strand gegaan. We lagen er weer in ons eentje. Het was wel warm, veel bewolking en er stond en hoop wind. In een supermarkt hadden we broodjes en beleg gekocht zodat we onze lunch op het strand deden. Om 15.30 uur verlieten we het strand voor een bezoek aan Caulonia. Een middeleeuws stadje, waar diverse kerken stonden die de moeite van het bezichtigen waard waren. Eén ervan was de mooiste de Chiesa dell Immacolata sec XVIII. Het stadje alleen al was de moeite waard, de tijd had er stilgestaan. Mooie huisjes en pleintjes en kleine straatjes gaven het een schilderachtig uiterlijk. Op straat vroegen we aan een vrouw of zij wist waar de kerk was. Zij was bracht ons er heen. De kerk werd alleen gerestaureerd en was gesloten. Er werd gewerkt, maar Fred zou Fred niet zijn, hij wierp al zijn charmes in de strijd en vroeg op zijn beste Italiaans of de kerk nog bezichtigd kon worden of dat hij gesloten was. Het Italiaans was zo goed dat de aanwezige aannemer in de lach schoot en ons meenam in de kerk. Dat was natuurlijk geweldig maar ook het kerkje was schitterend om van binnen te mogen bezichtigen. Na dit avontuur ging de reis door naar Rocella. Een plaats aan de Ionische kust waar een groot kasteel te zien was. We moesten met de auto aardig klimmen maar zo als altijd, je kunt in Italië bijna alles met de auto bereiken zo ook dit dus. Het kasteel stond in de steigers maar je mocht er wel rond lopen. Ook het uitzicht was mooi. Na dit alles reden we terug naar de agritourismo. Er waren weer Nederlanders naast onze kamer die we al eerder in Le Farnie hadden ontmoet. We hebben gezellig samen gegeten. De eigenaresse was druk bezig met het inmaken van tomaten. Ik, Fred heb nog een poosje met haar staan te praten op mijn beste Italiaans. Uit haar woorden begreep ik dat de overheid het agritourisme promoot in het zuiden van Italië echter de ontsluiting/infra nog erg primitief is. Dat klopt ook want de enige grote weg de autostrada die er is loopt langs de westkust. Het overige verkeer moet via provinciale of nog kleinere wegen die voor een groot deel via de bergen lopen en er niet doorheen. In het overige deel van Italië is de infrastructuur al beter aangepast. Ik zal je zeggen dat rijden op deze wegen noodzaak is en enkele malen leuk maar ik toch behoorlijke pijn in de schouder heb van alle bochten en uitwijkingen voor gaten in de weg die we hebben moeten maken. Het grote toerisme blijft zo toch weg. De agritourisme Villa Vittoria maakt op produceert 100.000 liter olijfolie. Tevens staan er zo’n 500 sinasappelbomen en een gelijkaantal citroen bomen. Het is dus een grote azienda. Ook moeten ze net als in Nederland voldoen aan allerlei kwaliteitseisen die er ook niet om liegen. Zo dat was even ter lering en vermaak. De avondmaaltijd bestond vandaag weer uit een heerlijke pasta, gestoofd geitenvlees en gevulde aubergines met heerlijke salade. Om 22.15 uur lagen we in bed.

Dag 11
Vandaag was alweer het einde van ons verblijf in de agritourismo’s. Na het ontbijt namen we afscheid van signora Vittoria en de mooie azienda. Het was tevens het laatste verblijf aan de Ionische zee. We moesten verkassen naar de Thyreense zee en Calabrië van oost naar west doorsnijden. Van Guardavalle reden we langs de kust eerst een stuk zuidwaarts. We brachten nog een bezoek aan het stadje Gerace, ook wel het Florence van het zuiden genoemd. Het ligt in de noordoostelijke uitlopers van het Aspromonte gebergte op 500 meter hoogte. Het stadje is ontstaan in de 10e eeuw. We hebben een leuke wandeling gemaakt echter heel veel indruk maakte het niet, maar dat komt misschien ook omdat we ons de tijd niet gunde om hier uitgebreid rond te dolen. Van Gerace reden we eerst weer een stukje noordelijker om vervolgens via een nieuwe snelweg door het gebergte naar de andere kant van de kust bij Rossarno uit te komen. Het was een schitterende weg die grotendeels via tunnels en viaducten liep. Tijdens de rit hadden we de radio aan en zonder dat we er eerst erg in hadden luisterden we naar een Nederlandse zender. Dit bleek Sky Radio. Nadat we de file informatie hoorden bij Rotterdam en Eindhoven drong het pas tot ons door dat we zo ver van huis, Nederlands hoorden. Hoe dit kon weten we niet, misschien de hoogte waarop we reden of een satelliet. Bij het naderen van de kust was de pret weer snel over en nam een Italiaanse zender weer de overhand. De kust ziet er uit zoals bij Salerno en Napels of Ventimiglia de bloemenriviera. Bergen die uitlopen in het water, waar huizen tegen aan gebouwd zijn. Een schitterende omgeving maar erg toeristisch. Nadat we ons gemeld hadden bij een dependance van het Nederlandse reisbureau, waar we vriendelijk werden ontvangen door Pascal een jonge dame die hier de honneurs waarneemt, werden we begeleid naar ons onderkomen in Capo Vaticano, wat nog circa 10 minuten rijden was. Het is een geriefelijke en leuk huisje, zeg maar appartement dat tegen de berg is aangebouwd en het uitzicht is precies zoals de foto van het logeeradres wat op onze website staat bij de logeeradressen in Calabrië. Vanaf de veranda kijken we naar de Stromboli vulkaan en bij helder weer kun je Sicilië zien. Naast en onder ons zitten ook enkele huisjes, echter geen één is het zelfde. Via kleine paadjes en trappen bereik je het strand wat zo’n 65 meter lager ligt. Hier was het erg druk en niet groot dus niets voor ons. De strandjes behoren hier wel tot de mooiste van Italië maar hier zat je met velen op een kleine oppervlakte. Morgen gaan we maar op zoek naar de stille baaitjes die hier in overvloed zijn. We hebben wel nog wel even gezwommen in het kristalheldere water. Met het eten van een Pizza, de tweede deze vakantie wel te verstaan, sloten we de dag af.

Dag 12
Ontwaakt op een tijdstip waarop ons het uitkwam. Heerlijk ontbeten met uitzicht op zee. De zon scheen volop en voor vandaag hadden we geen plannen. We gingen op zoek naar de stille baaitjes en strandjes. De informatie van het reisbureau gaf diverse stranden aan in de omgeving waaronder ook het strand Le Spiaggette. Een mooi rustig strand echter je moest om er te komen stevig schoeisel aan doen of een boot huren om er via het water te komen omdat het erg moeilijk te bereiken was. Zo gezegd zo gedaan. De korte broeken aan en de bergschoenen, want je weet maar nooit. De plaats van het strand was snel gevonden. De auto geparkeerd en de spullen onder de arm en op de rug. In de diepte zo’n 80 a 90 meter, we konden dat niet goed schatten, maar waar wij stonden was behoorlijk hoog, zagen we twee mensen liggen. Het paadje wat naar beneden liep was snel gevonden. Het eerste stukje ging nog wel maar we moeten zeggen dat je buiten je bergschoenen zeker een parachute nodig had en vervolgens ook nog eens geen hoogtevrees. Het pad liep zo steil naar beneden en was zo smal dat het onverantwoord was om hier langs af te dalen. Eén stap verkeert en je hoefde nooit meer naar het strand. We hebben al heel wat paadjes in de bergen belopen echter dit was voor ons de limiet. Een alternatief was er niet dus dit strand lieten we maar links liggen. We zagen vervolgens nog enkele Duitsers aan komen lopen op teenslippers en bepakt en bezakt. We hebben maar niet gewacht om te kijken of zij beneden zijn gekomen. We zijn toen naar een klein plaatsje gereden, waar het strand Formicoli lag onder aan de kust en hebben hier heerlijk gezwommen, gezond en gesnorkeld. Vanavond voor het eerst weer zelf gekookt. We hadden geen zin om hier uit eten te gaan en de Italiaanse gangen komen je op een gegeven moment ook je neus wel eens uit. Ook eten om negen uur gaat vervelen, we zijn dit niet gewend maar dat is hier in dit soort landen nu eenmaal de gewoonte. We hadden allerlei heerlijke ingrediënten uit de streek gehaald zodat Trudie een heerlijke salade had gemaakt.
De beroemde Tonno Callipo (tonijn) die hier wordt gevangen, de rode zoetige uien uit Tropea en heerlijke tomaten, olijfolie en azijn en gebakken aardappelen en een heerlijk stukje vlees. Ons driegangendiner hebben we om zes uur opgepeuzeld.

Dag 13
We slapen goed ondanks de warmte. Ramen open, hor ervoor dan is het uit te houden. Vandaag hebben we na het ontbijt eerst het reisverhaal op Internet geplaatst en hebben we een cruise geboekt naar de Eolische eilanden, ondermeer de Stromboli, wat we aankomende woensdag gaan doen. Het gastenboek wees uit dat er veel gelezen wordt wat wij erg leuk vinden. Dat is voor ons een leuke respons terug. De foto’s kunnen niet op Internet worden geplaatst omdat we een verkeerde kabel hebben mee genomen om ze van het toestel op de laptop te plaatsen. Dat is nu weer jammer. Wat wel erg fijn is, is dat Trudie gelukkig weer helemaal opgeknapt is. Een bezoek aan de markt in Sante Dominica stond vandaag op het program voor het halen van verse groenten. Dat was in ieder geval snel gepiept. Eten is hier niet goedkoop en af en toe heb je het idee dat je verschrikkelijk genept wordt en duurder betaald dan het in werkelijkheid kost. Veel Italianen denken dat je Duitser bent en die liggen hier toch niet zo goed in de ‘’markt”. Dus proberen we zoveel mogelijk tijdens een gesprek duidelijk te maken dat we uit Olanda komen waardoor er een andere reactie ontstaat. In een broodjes winkel enkele sandwiches laten smeren die we bewaarden voor op het strand. Vervolgens ging de reis naar Tropea de parel van de Thyreense zee wat ligt op een rots boven de zee. Het was volgens de beschrijvingen een bezoek waard, maar het was er verschrikkelijk toeristisch, zeg maar Volendam. Nu, dat is niets voor ons. Na zoveel jaren in Italië al op vakantie te zijn geweest en al heel veel cultuur te hebben opgesnoven is dit nu juist niet, naar waar wij op zoek zijn. Veel van deze plaatsjes zijn al bedorven door het toeristische karakter waardoor het op ons al geen indruk meer maakt. Er zijn zoveel andere mooie stadjes die beschermd zijn gebleven voor dit ’’gevaar’’. Natuurlijk hebben we een paar mooie kerken bezocht waaronder een middeleeuws klooster Santa Maria dell Isola. Wat bovenop een rots ligt vlak voor de kust van Tropea. Het is een beetje te vergelijken met de Mont St. Michel in Bretagne maar dan veel kleiner. Er zijn hier toch veel Normandische invloeden.  Veel oude bebouwen staan in de steigers en worden gerenoveerd. Van Tropea reden we weer terug naar het strand waar we gisteren ook zijn geweest voor een paar uurtjes zon en het oppeuzelen van de broodjes. Er was veel sluierbewolking zodat we rond vieren terug gingen naar Capo Vaticano. Nadat we ons hadden opgefrist vertrokken we richting Nicotera. Een lieflijk dorpje op een kilometer of 18 hier vandaan. Hier was een ijssalon die bekend stond in de omgeving vanwege het lekkerste ijs wat hier gemaakt werd. Nu dat loog er niet om. Heerlijk die gelati. Na een wandeling in het centrum vertrokken we na zonsondergang om 19.00 uur weer terug. Nog even heerlijk gegeten, natuurlijk weer zelf gemaakt, slabonen van de markt, aardappels en de eigen gemaakte salade van Trudie. Een goed glas wijn, de Ciro, uit deze omgeving en heerlijke olijven completeerde het geheel. Na een spelletje rummicub sloten we de ogen om elf uur.

Dag 14
Vroeg uit de veren want we gingen naar de plaats Regio di Calabrië. Een grote plaats en tevens provincie hoofdstad in de zuid westelijke punt van de teen. Het ontbijt om 7.30 uur genoten en na het douchen rond 8.30 uur vertrokken. Wil je nog wat zien dan moet je op tijd aanwezig zijn want om 13.00 uur is alles weer dicht. Via Nicotera en Rosarno reden we naar de Autostrada de A3. Dit was de snelste manier om er te komen, echter je bent al 45 minuten onderweg om überhaupt op de A3 te komen. Eenmaal daar aangekomen, wilde het wel vlotten. Via grote viaducten en vele tunnels waren we om 10.30 uur op de bestemming. Parkeren is het eerste probleem want Palermo taferelen spelen zich ook hier af. Maar inmiddels zijn we wel het één en ander gewend en gedragen we ons in het verkeer ook als Italianen. Een parkeerplaats naast het centrum was natuurlijk de uitkomst en die hadden we dan ook snel gevonden. Een kaartje bij de lopende parkeerautomaat gekocht, ja, automaten hebben ze hier niet. Een gemeente ambtenaar loopt met parkeerkaarten de straat op en neer en verkoopt je vervolgens een kaart voor het aantal uren dat je weg blijft. Je krast de datum en tijd aan en niet op tijd terug bij de auto, jammer een bon. Maar zover lieten wij het niet komen. Regio di Calabrië is een oude stad tegenover Messina aan de andere kant van de Straat van Messina. Toch is het gezien het aantal en diversiteit aan winkels een heel moderne stad die echt Europees allure uitstraalt. Een gigantische lange straat met winkels met alle merken die je, je maar bedenken kunt. Dat hadden we hier in het zuiden nog niet gezien. We hebben even heerlijk rond gedwaald en een bezoek aan de grote kathedraal, Duomo, ontbrak ook niet. Een bezoek aan het museum zat er nu niet in omdat dit ’s middags ook dicht is. Om 16.00 uur wordt de deur weer geopend echter, omdat de reis terug nog een poos in beslag zou nemen zouden we in donker terug zijn waar we geen zin in hadden. In deze omgeving komen we zeker nog terug. Om 13.15 uur vertrokken we weer, niet via de A3 maar via de provinciale weg langs de kust. In San Giovani hadden we een schitterend uitzicht op de druk bevaren straat van Messina. De reis ging verder naar Scilla. Hier is de afstand tussen Sicilië en het vaste land het kleinst. We bezochten een kasteel, Castello dei Ruffo wat op een rots voor de kust was gebouwd. Deze rots is altijd een belangrijk punt geweest. Van piraten die zich hier hadden gevestigd om schepen te plunderen de bouw van het kasteel met aanlegplaats voor schepen in de 4e eeuw na de jaartelling. Er zijn nog vele andere dingen hier gebeurd echter omdat allemaal te beschrijven ben ik nog enkele A4tjes verder. Het bezoek was meer dan de moeite waard want het gaf een mooi panorama op de ingang van de Straat van Messina. Ook kon je goed de A3 zien die dwars door de bergen heen liep en tussen twee bergen verbonden werd door een reusachtig viaduct. Van Scilla reden we naar Bagnara wat bekend staat om de noga productie. Dus proeven maar. Jammer, toen wij er door kwamen lag iedereen nog op zijn nest vanwege de siësta. Het houdt allemaal wat. Toch was er nog iemand wakker, een vrouwtje stond met druiven, tomaten en komkommers langs de weg. Dat konden we natuurlijk niet overslaan dus nog maar wat inslaan. Zij gaf aan dat het allemaal uit haar tuin tegenover het stalletje kwam. Na deze inkoop hadden we weer een stevige klim bergopwaarts vanwaar het uitzicht weer fenomenaal was. In een klein plaatsje Palmi even snel een cappuccino en wat lekkers om vervolgens de reis te vervolgen. Via San Ferdinando en Nicotera arriveerden we rond zessen in Capo Vaticano. Bij de slager nog even vlees gehaald, een sausijs en karbonade. We zouden nog even gaan zwemmen maar de zee was erg ruw zodat we maar een heerlijke strandwandeling maakte. Vandaag voor de tweede maal en waarschijnlijk de laatste keer zelf gekookt, bloemkool met vlees en aardappels. Voor de bloemkool was een sausje wel lekker. Trudie wist wel hoe je eenvoudig een sausje kon maken met kaas. Nee, die handige zakjes die we thuis hebben verkopen ze hier niet. Toch deed ze haar uiterste best echter de pannen werkte niet mee zodat we allebei een klont saus hadden over de bloemkool. Gesneden saus zogezegd, ach je moet maar denken het was met liefde bereid, maar gelachen hebben we wel.                

Dag 15
We gingen vandaag heel vroeg uit bed. Het was half zeven. Niet echt een vakantietijd maar wil je wat dan moet je wat. Een bezoek aan de Eolische eilanden stond vandaag op het programma en de cruise hadden we dinsdag al geboekt. De Eolische eilanden bestaan uit een negental vulkanen ten noorden van Sicilië en zo’n 60 km uit de westkust van Calabrië en vallen bestuurlijk onder Sicilië. Bij helder weer kun je de Stromboli zien liggen echter dat is deze week nog maar éénmaal gebeurd. Ons bezoek stond gepland aan de eilanden Vulcano, Lipari en Stromboli. De boot haalde ons op, op het strand in Capo Vaticano. Dat vonden we wel vreemd want na een bezoek, eerder deze week aan het strand, hadden we gezien dat er geen steiger was. Maar ja, we zouden wel zien. Om 7.30 uur stonden we met nog enkele anderen op het strand te wachten. De boot kwam uit Tropea. Rond kwart voor acht kwam er om de bocht van de kaap een grote snelle boot die gewoon een stukje het strand op vaarde. Aan de voorzijde zat een loopplank die werd uitgeschoven zodat we vanaf het strand zo aan boord liepen. Er zaten al veel mensen op de boot en met ons erbij zaten er volgens de Hollandse reisleidster zo’n 200 man aan boord. Aan boord moesten we betalen echter wij hadden al een gedeelte vooruit betaald. Ik (Fred) had meteen alweer aansluiting. De cruise kostte 45 euro p.p. Dat wisten we, echter nu kwam er weer een euro p.p. bij voor, naar ik dacht de bagage. Achteraf zij de reisleidster dat het voor toeristenbelasting was. Dit was allemaal weer erg onduidelijk als je denkt dat het een all in prijs is. Nadat iedereen was ingestapt vaarde de boot met gemak weer achteruit, met zijn jet-aandrijving. Wij hadden plaats genomen op de punt voorop de boot lekker in het zonnetje in de wind. De boot voer 26 knopen wat behoorlijke snel was. Hij ging dan ook als een speer over het water. De 60 km hadden we in twee uur overbrugd. Het eerste eiland was Vulcano. Hier staat een actieve vulkaan echter minder bekend dan de Stromboli. De vulkaan is actief omdat hij op hetzelfde plateau en aardscheur ligt als de Stromboli die ook nog steeds actief is. De Eolische eilanden zijn zo’n 200.000 jaar oud dus in aards tijdsbegrip nog erg jong We waren er om 9.40 uur en de toeristen werden los gelaten. Je kon een klein stadje bezoeken of een termaal bad bezoeken met zwavel en wij weten hoe dat ruikt. We hadden 90 minuten voordat de boot weer zou vertrekken. Een mooie wandeling bracht ons bij een binnenmeer wat heel idyllisch was. Er zijn geen witte zandstranden maar alles is git zwart. Om 11.20 uur vertrokken we naar Lipari het grootste vulkaaneiland zonder werkende vulkaan maar wel met kraters. Na een korte tocht arriveerden we hier rond het middaguur. Hier stond een bustocht op het programma. Moest natuurlijk ook weer apart worden betaald. Ze weten het hier wel te brengen want dat zeggen ze niet vooraf. Maar ja, wat moet je anders op zo’n eiland. Een mooie bustocht bracht ons bij mooie panorama’s op de eilanden Alicudi en Fulicudi welke wel bewoond zijn maar waarvan de laatste geen elektra heeft. Een hotel heeft kortgeleden de deuren geopend en wordt verlicht door kaarsen. Wel romantisch maar erg primitief. Alle eilanden hebben geen eigen watervoorziening. Dit wordt door grote vrachtschepen vanaf de wal gebracht. De huizen die hier gebouwd zijn, zijn kubusvormig en het dak is omrand en schuin aflopend. Dit is om het regenwater op te vangen wat vervolgens in aluminium tonnen loopt voor consumptief gebruik. Op dit eiland is nog een puimsteenindustrie waar nog zo’n 150 mensen in werken. Dit is de eerste steensoort die door een vulkaan wordt uitgepuugd. Zuurstofrijk steen wat door de structuur enorm licht is. Er zijn meer plaatsen in de wereld waar dit wordt gedolven echter Lipari kan niet meer concurrerend werken vanwege de loonkosten. Om 14.20 uur vertrokken we naar Stromboli. Dit was een dik uur varen. Rondom de Stromboli lagen nog enkel kleine onbewoonde eilanden zeg maar enorme rotspartijen die rechtovereind staken uit zee wat erg mooi was. De vulkaan werkt nog en er komt rook uit de kraters. Toen wij voorbij vaarden ontplofte er ook iets wat een enorme rookpluim teweeg bracht. Trudie grapte dat de kapitein een afstandsbediening had en hier op drukte ter vermaak van de toeristen, ha,ha ha. De boot meerde aan bij enige dorpje wat hier ligt. We konden hier zwemmen. Het was een zwart kiezelstrand met zwart zand en net of je in de potgrond lag. Een vreemd fenomeen. Het water was kristalhelder en samen met de donkere bodem gaf dit een bizar gezicht. Om 17.20 uur vertrokken we weer naar Capo Vaticano De terugreis ging sneller omdat de Stromboli dichter bij het vaste land lag. Rond 19.00 uur waren we weer op de vaste wal. We hebben de ondergaande zon vanaf de boot gade geslagen wat fantastisch was. Een schitterde dag waarop we terug kunnen zien. Morgen passen we op de hond van de buren. De buurvrouw had de reis reeds voor haar alleen geboekt wat ons ter ore kwam. Dit vonden we erg sneu en omdat we toch niets speciaals zouden gaan doen boden wij dit maar aan. Wij werden door hun gevraagd voor de koffie en borrel wat erg gezellig was. Aankomende zaterdag reizen we weer naar huis. Het reisverslag zal ik dan ook thuis afronden. Voorzover tot nu toe onze reisavonturen.

Dag 16
Lekker uitgeslapen, tot 9.00 uur. Uitgebreid ontbijt want we zouden vandaag niets doen alleen op de hond van de buren passen. Rond 11.00 uur vertrok ik, Fred, naar de dependance het reis bureau van Enotria want ik mocht daar even gebruik maken van de Internet verbinding, wat we erg op prijs stellen want de Internet cafés liggen niet voor het opscheppen. Even met Pascal, de hostess, gebept over koetjes en kalfjes. Toen ik weer terug naar ‘huis’ ging kreeg ik namens Lex de directeur van het reisbureau nog een fles wijn en de hartelijke groeten. Geweldig. We moeten zeggen dat de reis ons goed is bevallen en we van een heerlijke tijd en goede verblijven hebben genoten. Na thuiskomst had Trudie lekkere broodjes gemaakt met Callipo tonijn. Dat was een verassing. Het weer zou omslaan want er hing boven de bergen veel bewolking, maar de zon scheen nog steeds. Nadat we flinke wandeling met Wando de hond hadden gemaakt, een erg lieve hond vertrokken we nog voor een paar uurtjes aan het strand. Om 16.00 uur nog wat boodschappen en terug naar huis. Onderweg belde onze buren, Ron en Betty op dat zij ons uit eten wilde nemen. Dat wilden we niet want dat vonden we een beetje te gortig. Vervolgens boden zij aan om dan thuis op pizza te trakteren, waaraan we dan maar toegaven. Zij waren zo blij dat wij op de hond paste en wilde een blijk van waardering geven. Na thuiskomst maakte nog een wandeling met de hond en die is meteen maar bij ons gebleven totdat de buren weer thuis kwamen. We hadden nog meer dan een pond biefstuk liggen dus die heb ik maar gebakken en hebben we samen rond vijven nog op zitten peuzelen. Heerlijk zitten lezen echter de zon was weg en over zee was noodweer onderweg want je hoorde het donderen. Rond zeven uur waren de buren thuis en nadat zij zich hadden opgeknapt zijn we pizza gaan halen. Ondertussen had Trudie de tafel gedekt, de lekkere Ciró wijn erbij en een echt Italië gevoel. We hebben met elkaar een heel gezellige avond gehad en lagen rond 23.30 uur in bed.

Dag 17
Een rot nacht gehad want tegenover ons op de andere heuvel zat een heel stel jonge Slowaken in appartementen die er een potje van maakte. Het was al heel slecht weer met harde wind en regen. Harde verschrikkelijke rot muziek hield ons tot 2.00 uur uit de slaap. Zit je niet in Salou dan gebeurd het hier wel wat echt niet bij deze omgeving thuishoort. Ik ben een poosje op het balkon gaan staan en ja hoor, een auto ging naar de appartementen toe en diegene heeft waarschijnlijk een hartig woordje gesproken met de jongelui want daarna werd het ijzig stil. Om acht uur uit de veren, ontbeten en vertrokken voor een rit in het achterland om ook deze streek te verkennen. Een mooie route in de regen bracht ons naar een mooie grote stad Vibo Valentino. De provincie hoofdstad, eerder had ik beweerd dat, dat Regio Calabrië was maar dat klopt niet. Eerst koffie met iets lekkers. Het weer was weer opgeklaard. We bezochten het Nationaal Museo wat gevestigd was in, wederom Normandisch kasteel. Veel zaken die zijn opgegraven, potten, klei gezichten en ander waardevolle zaken werden hier tentoongesteld. Ook hadden we een fenomenaal uitzicht op de omgeving. Bij een kleine supermarkt lieten we belegde sandwiches klaarmaken, wat hier heel normaal is die we tijdens de lunch zouden op eten. Van Vibo Valentino reden we via Lago Angitola, een beschermt meer gelegen in een schitterend natuurgebied en beschermd door het WNF, natuurlijk was het gesloten zodat we doorreden en toevallig voorbij de Callipo fabriek reden waar de bekende tonijn wordt bereid en ingeblikt. Dit wordt allemaal met de hand gedaan. Volgens mij had ik al eerder aangegeven dat deze tonijn bekend staat om haar smaak. Wordt alleen gevangen in mei en juni omdat hij dan de volste en zachtste smaak heeft. Bij de receptie vroegen we om een rondleiding echter dit was niet mogelijke wat erg jammer was. We reden na het maken van enkele foto’s door naar Pizzo. Een schitterend pittoresk dorpje met een bijzondere specialiteit waar Italianen van heinde en verre op afkomen, Tartufo de Pizzo. Dit is ijs met een hart van warm chocola. Hoe dit wordt klaar gemaakt is het geheim van de smid, maar het smaakte geweldig. Na het nuttigen van het ijs zijn we naar het strand gereden waar we onze broodjes opaten en even lekker hebben gezwommen. Vervolgens treden we door naar het centrum en hebben een wandeling door de stad gemaakt. Hierna gingen we op zoek naar het winkeltje van Signora Rosa Fanfulla die op haar manier heerlijke producten van tonijn maakt. Toevallig kwamen we het op onze route tegen en heel veel winkels hebben hier uithang borden waarop de naam van de winkel staat. Enkele kleine potjes ingeslagen en natuurlijk op de foto. Vervolgens door naar Bratico wat bekend stond om een oud kasteel, mooie kusten. Dat viel een beetje tegen. Vervolgens via de kust met vandaag een schitterend panorama op de Eolische eilanden. Een heerlijke dag die we afsloten in een Calabrees restaurant l’Lulivetto landinwaarts. Het eten was heerlijk en niet duur. Veel van onze bezienswaardigheden heeft Trudie uit het laatste blad van de smaak van Italië gehaald en informatie die ik, Fred van Internet heb gehaald. Ze is een geweldig speurneus wat ons tot een goed team maakt waardoor we heel veel hebben kunnen zien met de huurauto

Dag 18
Onze buren vertrokken rond middernacht naar Toscane waar zij nog een week verblijven. We hebben afscheid genomen en afgesproken dat we elkaar na de vakantie nog een keer ontmoeten voor de film en foto. Na een verders rustige nacht zijn wij rond 10.00 uur vertrokken naar Lamezia Terme voor de terugreis. Het regende pijpenstelen dus echt Hollands weer. Konden we vast weer wennen. Om 11.40 uur waren we hier en moesten we ons nog vermaken tot circa half drie. Veel winkeltjes waren hier niet dus hangen en mensen kijken was het relaas. Ook een laatste cappuccino en een broodje werd nog even genoten. Na een voorspoedige terugreis met een overstap in Rome, arriveerden we om 19.30 uur op Schiphol. De koffers waren nog eerder in de aankomsthal dan wij. Roderick kwam aanrijden toen wij naar buiten liepen zodat we rond half negen weer thuis waren na een geweldige vakantie. De reis was goed verzorgd door het reisbureau Enotria Travel http://www.enotria.nl zodat ook hier niets op aan te merken was. We hopen een leuk verhaal te hebben gemaakt en bedanken jullie voor de respons. De volgende hopelijk verre vakantie staat alweer op de planning maar in Zuid Italië komen we zeker weer terug.