Eindelijk vakantie. Beiden waren we de laatste dagen niet om te genieten. Trudie druk op het werk en ik niet zo druk, maar ondanks alles wel toe aan de onthaasting. Op donderdag komt onze hulp, Karin normaliter echter die liet met een heel geldige reden verstek gaan. Dat viel dus effe tegen. Er moesten nog allerlei kleine klusjes gedaan worden door mij en Trudie ging dus de kamer maar doen. Het viel wel mee want Karin doet altijd reuze haar best dus veel werk had ze er niet aan. Ook vandaag de koffers gepakt, nog even naar Den Helder naar Trudie haar moeder een bezoek aan dochter en toekomstige schoonzoon zodat er vanzelf een eind aan de dag kwam. Vrijdag heerlijk ontspannen, thee bij de buren, een boodschap en Trudie had ’s avonds nog een etentje. We zouden naar Artis maar daar is niets van terecht gekomen. Zaterdag vroeg uit de veren. Zoonlief en toekomstige schoondochter zouden ons om half elf naar Schiphol brengen en stonden dus ook punctueel op de stoep. Uitgezwaaid door de buren reden we een kwartier later weg. Thuis hadden we al ingecheckt en onze eigen plaatsen uitgezocht via internet en bovendien onze boarding passen uitgeprint zodat we op Schiphol alleen onze koffers bij een speciaal inbreng punt in hoefden te leveren. Vliegen begint voor ons al aardig routinematig te worden en internet kent al helemaal geen geheimen meer. Op Schiphol liep het niet helemaal zoals op internet werd voorgesteld. We moesten toch nog in de rij staan maar niet zo lang. Nog even heerlijk met de kinderen koffie gedronken en toen was het inmiddels 12.15 uur, tijd om naar het vliegtuig te lopen. Dit ging allemaal voorspoedig echter bij de douane gingen er bij mij Fred allerlei toeters en bellen zodat ik apart gefouilleerd werd. Ach, een paar vrouwen handen aan je lijf kan geen kwaad. In het vliegtuig zaten we op de door ons uitgezochte plek bij de nooduitgang met genoeg beenruimte. Naast ons zat een mevrouw waarmee we direct contact hadden. Erg gezellig gekletst. We vertrokken om 13.20 uur, 20 minuten te laat met een volle kist. We hadden een korte tussenstop in Calvi op Corsica. Hier verlieten mensen het vliegtuig en stapten nieuwe mensen voor Amsterdam in die een extra rondje maakte via Olbio op Sardinië. Een zeer voorspoedige vlucht zorgde ervoor dat we rond 16.30 uur op Sardinië landen. Een vlotte afhandeling van bagage en snel naar de autoverhuurder. Hier wachtte ons een kleine verrassing. Het bleek dat we al in hun systeem stonden omdat we al drie keer eerder bij deze maatschappij hadden gehuurd. Normaal moet je 5 euro per dag extra betalen als ook je partner in de auto wil rijden echter wij hoefden dat niet. Lekker meegenomen. We kregen een splinternieuwe Renauld Megane diesel. Jammer genoeg geen cabrio maar de auto kon er goed mee door. Vervolgens op naar het hotel in Monti voor de eerste overnachting, zo’n 20 km van het vliegveld. Bij aankomst in Monti was het groot feest en een drukte van belang. Dus eerst de auto maar aan de kant om te zien wat er gaande was. Er was een soort paarden acrobatiek. Diverse ruiters reden met z’n drieën naast elkaar en de middelste ging dan staan op zijn paard of stond op de schouders van de anderen tijdens het rijden en dat ging met een behoorlijke vaart. Bijzonder kunstig een erg mooi om te zien omdat alles ook nog eens kleurig en fleurig versiert was incluis de paarden. Vervolgens op naar het hotel dat we na diverse omzwervingen vanwege de afzettingen vonden. Een prima hotel en we hebben een ‘driekamer’ woning. We hadden ondertussen ook wel trek gekregen. Het restaurant van het hotel was gesloten vanwege het seizoen maar in het dorp hadden ze ook een restaurant waar we heerlijk hebben gegeten. Om weer niet te verdwalen hadden we onze Tom Tom mee en nu hij doet het geweldig. Hij bracht ons feilloos naar het restaurant en weer terug naar het hotel. Het is inmiddels 23.00 uur dus tijd om het licht uit te doen. Nog even een kleine tegenvaller; Het regent hier.

Dag 2
De wekker op 8.00 uur gezet, snel douchen en aankleden want het ontbijt wachtte op ons. Dat overheerlijke Italiaanse ontbijt waarbij je de keuze hebt uit wat gevulde croissants, met jam of chocolade, toast en koffie. Niet echt om over naar huis te spreken maar, dat is ook Italië. Het hotel hebben we een pluim gegeven want het zag er allemaal even netjes en schoon uit. Rond 9.15 uur reden we weg. Onze eerste bestemming was een wijnmuseum in Berchidda. Deze streek is de wijnstreek van Sardinië waar de overheerlijke Vermentino wijnen vandaan komen waar ik ondertussen terwijl ik dit schrijf van nip. Er zijn hier geen wijnglazen maar een sinas glas doet wonderen, hik. Het museum leek meer dan dat het was. Het vertelde de geschiedenis van de streek en toonde via multi media nou ja, hoe wijn werd gemakt. Ook groeien hier veel kurk bomen waarvan de kurk schors gebruikt wordt voor de kurken. Al met wel aardig maar in Nederland zijn we verpest met alle mooie musea. Natuurlijk moesten we de wijn proeven echter het was pas 10.30 uur dus een slokje fietste er wel in maar een fles meenemen lag natuurlijk in het verschiet. Na een vriendelijk afscheid, we waren de enige bezoekers, liepen we buiten nog even rond het museum om van het mooie uitzicht te genieten. Trudie wilde een foto maken en ik liet om één of andere reden het tasje met de fles wijn vallen. Nu dat zal Jantje de Boer niet wezen. Gisteren had ik in het hotel al een glas gebroken dus ons geluk kon niet meer op. Afijn, ik terug naar binnen met de kapotte fles en gaf op de mij bekende charmante manier aan dat het handvat van de tas was gebroken en een beetje zielig kijken leverde weer een volle fles op. Het zou anders wel een erg duur bezoek zijn geweest. Van het wijnmuseum reden we richting ons volgende verblijf. Onderweg bezochten we nog een aardig kerkje in een piepklein gehucht Nur mannu. Het stamde uit het jaar 1070 na Chr. We konden even vluchtig een blik werpen omdat het sluitingstijd was rond 13.00 uur. We gaan nog een keer terug. Vervolgens op naar Il Vegneti onze Agriturismo. Onze Tom Tom bracht ons wel in het dorp Olmedo met de juiste poscode waar we moesten zijn echter de plek was niet goed. Buiten het dorp hebben de straten geen namen wat verwarrend is voor de Tom Tom. In Nederland zijn de postcodes aan de straten geknoopt echter in Italië aan de steden en moet je wel de juiste straat weten. Dus je komt altijd in een stad of dorp echter is de straatnaam onjuist of dubbel dan heb je toch nog een klein probleem. Trudie is de reserve Tom Tom en vond het echter snel en zodat we rond half drie arriveerden. Er was niemand aanwezig dus besloten we om eerst te gaan lunchen in het dorp. Rond 15.30 uur gingen we terug en werden we op een vriendelijke manier ontvangen door een senor. We kregen een twee onder één kap huisje wat ons wel bevreemde omdat we een kamer met badkamer hadden gehuurd. Een compleet uitgeruste keuken met alles er op en eraan, slaapkamer en badkamer. Maar ja, zoals ik al eerder schreef scherven …… Gesetteld en uitgepakt dronken we op de kleine veranda een verfrissing toen een vrouw ons wederom verwelkomde en aangaf dat er iets niet in orde was. Wat bleek wij stonden niet op de reserveringslijst, foutje reisburo dus onze kamer was niet vrij en we moesten uitwijken naar dit leuke onderkomen. Nu dat was geen straf. We weten nog niet hoe ons eigenlijke onderkomen er uit ziet maar het ziet er hier allemaal even leuk uit. Het seizoen loopt af en er zijn nog maar enkele gasten. Voor het avondeten reden we naar Alghero. Een havenplaatsje aan de kust. Eerst nog even wat boodschappen bij de supermercato gehaald. Het was rond zevenen en zoals een goed Italiaan betaamt, tijd om te flaneren. Nu dat deden ze dus ook met velen. Gezellige drukte. Trudie kocht bij een nogakraam een zak verse noga waar we beiden niet met onze vingers af konden blijven. Na het avondeten reden we weer terug naar onze haciënda. Een heerlijke ontspannen dag. Nog even dit. Het weer is inmiddels aan het veranderen. Na regen komt…… Onze auto is verrassend uitgerust met een regensensor zodat de ruitenwissers automatisch starten zodra de eerste regendruppen op de ramen vallen. Ook start je niet met een sleutel maar met een startknop, de sleutel is een soort creditkaart die je in een sleuf stopt. Het zal thuis allemaal weer wennen zijn. We hopen maar dat we de regensensor niet meer nodig hebben.

Dag 3
Het ontbijt was om 8.30 uur dus nadat we ons hadden opgeknapt snel naar het restaurantje. Hier wachtte ons een voor Italiaanse begrippen redelijk ontbijt. Zoals gewoonlijk hadden we eigen kaas mee gebracht dan heb je in ieder geval wat anders dan al die zoetigheid. Trudie vroeg of ze voor de nacht een extra deken kon krijgen want de nachten waren fris.Vervolgens vertrokken we rond 9.30 uur. Trudie had een route uitgestippeld die ons op bijzondere punten zou brengen. Het eerste bezoek was een basilic. Deze stond langs een snelweg zomaar in het land. Basilica della Santissima Trinitá di Saccargia. De bekendste Romaanse kerk van Sardinië uit het jaar 1100. De stijl was Pisanisch zoals de kerken in Pisa en Florence. Wit met zwart geblokte stenen ook wel koeien kerk genoemd met een toren van meer dan 40 meter hoog vanuit de wijde omgeving te zien. Vanhier reden we via Porte Torres naar de meest noordelijk westelijke punt van Sardinië. Hier bezochten we het plaatsje Stintino. Een leuk dorpje met een klein pittoresk haventje. Bij het postkantoor stond ik een kwartier in de rij voor postzegels die ze niet hadden. Deze moest ik bij de tabakszaak kopen. Hoe vind je dat. Op zoek naar wat lekkers belanden we bij een Pasticceria met heerlijke koekjes en andere lekkernijen. We zagen dat ze hier één van de specialiteiten uit Sardinië verkochten; Seadas. Dit zijn beignets gevuld met kaas en citroenschil overgoten met honing. En dit eet men warm. Nu dat was erg lekker echter de honing had de overhand. De eigenaresse had er aardigheid in zodat we rond het middaguur ook alweer aan de alcohol zaten. Zij schonk ons twee verschillende alcoholische drankjes in op wodka basis om te proeven. Ook gemaakt op dit eiland. Nu de vlammen sloegen uit onze oren en ik Fred kreeg een kop als een tomaat omdat ik zeker op dit tijdstip niet echt alcohol kan verdragen. De drankjes mocht ze wel houden. Hierna proeven uit het assortiment koekjes zodat we ook niet met lege handen vertrokken. Hoezo verkoop techniek. Van hier reden we nog een stukje door naar de noordkaap. Een geweldig uitzicht en het water was hier schitterend blauw gekleurd. Een kop koffie op het strand en even het water voelen. De zon scheen meer als gisteren echter er stond heel veel wind. Enkele pogingen om op de terugweg nog op het strand te komen strandde jammer genoeg. Ja, met een 4wheel drive zal het wel lukken. Op één van de weggetjes kwamen we paarden tegen die losliepen. Ik was verschrikkelijk bang dat ze tegen de auto zouden lopen omdat ze schrokken van ons dus vlak voor de auto wegliepen. We hebben daarna vreselijk gelachen. Via een geweldige kaap, Punta de lu Nibaru met een gigantisch uitzicht op de grillige hoge rotsen reden we naar Cappo dell Argentiera. Een uitgestorven dorpje beneden aan de kust, via een steile haarspeldbochtenweg te bereiken. Onderweg hier naar toe hadden we een grote Libelle in de auto. We schrokken ons en hoedje maar het beest bleef rustig op het stuur zitten. Op een parkeerplaats hebben we hem naar buiten laten vliegen. In Argentiera waren vroeger zilvermijnen nu is er echter, buiten het geweldige strand en de enorme branding, niets meer te beleven. Lekker koffie op het enige terras om vervolgens de reis voort te zetten naar Grotto di Nettuno. Hier aangekomen, ergens boven op een gigantische klif, bleek de grot gesloten vanwege de enorme ruwe zee. De ingang van de grot zat namelijk op zee niveau. Jammer maar niets aan te doen. Het zou wel een mooie belevenis zijn want de gang is 200 meter lang. Maar ja, je kunt niet alles hebben. Het enige nadeel van al deze points of interest is, dat ze maar via één weg te bereiken zijn, dus kilometers vreten We hadden ondertussen zo’n 350 km gereden dus het werd tijd om naar ‘huis’ te gaan. ’s Avonds nog even een internet café bezocht voor de website en lekker thuis in ons eigen appartement gegeten. We hebben niet gekookt maar hadden wat mee genomen. Cannelloni en Pasta met garnalen. Inmiddels heeft Trudie een Ammaretto ingeschonken. Een fles die ze gisteren stiekum had gekocht. Het is nu 22.45 uur.

Dag 4
We waren erg moe gisteren dus de wekker wel op 8.00 uur gezet maar nog een kwartiertje erbij opgeteld. Vandaag stond weer een lange rit op het programma. Voor wat betreft onze eerste ervaringen met Sardinië kunnen we zeggen dat het mooi is. Het is echter niet het Italië van wat we gewend zijn. Hoe dat valt te verklaren is gevoelsmatig. Het landschap is erg afwisselend. Grote vlaktes en daartussen bergen en heuvels en minder liefelijk. De dorpen zitten niet zoals bij veel plaatsen in centraal en zuid Italië tegen de berg aangeplakt maar liggen er veelal tussen. Ook de huizenbouw is anders. Het bevalt ons hier prima maar er is nog geen plek geweest waarvan we zeiden hier zouden we wel willen wonen of een tweede huisje willen. Dit is vwb. noordwest Sardinië. De rest weten we nog niet. De wegen zijn over het algemeen goed en langs de wegen vind je weinig benzinestations zoals dat wel op het vaste land is waar je op de meest vreemde plaatsen kunt tanken. Over het algemeen is het in deze periode erg rustig en kom je soms kilometers geen auto tegen. De bevolking is erg vriendelijk, spraakzaam en behulpzaam. Zeker als je probeert Italiaans te spreken weten ze al snel wat je bedoeld. Oké, dan nu voor wat betreft vandaag. We vertrokken om 9.45 uur. Een bezoek aan tomba Santu Pedru stond op het programma. Bij de wegwijzer reden we de weg in echter dit was de enige wegwijzer zodat we het uiteindelijk opgaven. We konden het niet vinden. Dus niet getreurd op naar het volgende avontuur. Via het binnenland reden we naar Monteleone Rocca Doria (Monteleone Villanova). Onderweg reden we langs een enorm binnenmeer, het Temo meer. Het plaatsje lag boven op een enorme rots, de Su Monte rots. Via een weg aan de buitenzijde van de berg met allerlei haarspeldbochten was het te bereiken op 420 meter hoogte. Hier bezochten we de Santo Stevano kerk en hebben wat rondgelopen. Er heeft ooit een groot kasteel gestaan van de familie Dora. Resten zijn nog te zien. Hier vandaan reden we via Thiesi naar Torralba voor een bezoek aan de Santa Antine; een Nuraghe. Een soort nederzetting op het vlakke land waar er ca. 7000 van waren op Sardinië. De meeste zijn ruïnes echter dit is één van de weinige die grotendeels behouden is gebleven. Er is weinig bekend over de bouwers en hun beschaving die terug gaat naar 1800 tot 500 voor Chr. Het is een centrale toren die bestaat uit drie verdiepingen en erom heen een soort borstwering. Denk aan de kantelen van een kasteel. Vervolgens staan er op de drie hoeken van de borstwering kleinere torens. Het geheel is opgebouwd uit rotsblokken. Vanaf een afstand lijken de bouwwerken niet groot echter als je er bij komt of er in gaat vergis je je daar lelijk in. Het zijn giganten. Zeer indrukwekkend bouwwerk. Er omheen woonde de bevolking. Tevens bezochten we in Torralba een historisch museum speciaal ingericht over deze bouwwerken. Verder door naar Macomer voor weer en bezoek aan een basilic de San Pantaleo en daarvandaan via Cuglieri naar Santa Catherina de Pittinuri. Hier even heerlijk op het strand gezeten. Er bevond zich hier een klif met de beroemde natuurlijke brug S’Archittu di Santa Pittinuri. Kortweg een enorm gat in de rots waar je van de ene naar de andere kant kunt varen. Dit hebben we ook in Nieuw Zeeland gezien echter dat was veel spectaculairder. Weer terug naar Cuglieri voor de enorme basilic boven op een berg de Santa Maria della Neve. Het eerste stuk kon je met de auto naar boven via het stadje steil omhoog, het laatste stuk te voet. De moeite waard want vanaf deze plek had je een geweldig uitzicht op zee en de omgeving. We reden naar Bosa een kustplaats waar we een wandeling maakte op een pier en hiervandaan reden we 42 km langs de kust terug naar huis. Al met al hebben we inmiddels 792 km gereden. De auto rijdt erg zuinig.

Dag 5
Vandaag het laatste ontbijt bij Il Vigneti. Een geweldige Agritourismo.We moesten vandaag zo’n 200 kilometer rijden en zouden onderweg nog ergens naar het strand gaan. De zon scheen volop. We reden via de westkust naar het zuiden. Onderweg eerst koffie gedronken rond 10.30 uur en vervolgens doorgereden naar de provincie Sinis. Dit is een schiereiland aan de westkust. Hier vind je de witte flamingo’s. Allereerst reden we naar het meest westelijke  puntje Putzu Idu en Su Pallosu. Een geweldige ruige kaap met mooi strand. Hier hebben we enkele uurtjes genoten. Rond half twee reden we verder. Via San Giovanni di Sinis en langs een grote binnenzee Stagna di Calbras. Het was de bedoeling flamingo’s te spotten echter daar waar we flamingo’s zouden zien zagen we ze niet maar we zagen ze uiteindelijk bij een iets zuidelijker gelegen meer Stagno di St Giusta. Erg bijzonder. Aangezien we voor donker bij de volgende agritourismo moesten zijn  vanwege de geïsoleerde ligging besloten we om maar haast te maken. Onderweg troffen we nog een Lidl zodat we eerst nog wat inkopen deden. Rond zessen kwamen we in de buurt van de agritourismo zodat Trudie de beschrijving erbij pakte. Bij Domusnovas een klein plaatsje aan de voet van een berg reden we het onherbergzame binnenland in. We moesten naar 600 meter hoogte. Via een provinciale weg die plots eindigde in een onverharde weg reden we steeds dieper het bos in zodat we ons afvroegen of we goed zaten. Omdat je verder niets tegenkwam werden we onzeker en de weg zat vol kuilen en hobbels. Maar dat moest wel want het was de enige weg. We passeerden een ruïne van een zilvermijn en ook dat klopte. Opeens zagen we een pijl met de naam Perda Niedda en de vervelende weg veranderde in een smalle asfalweg. Via allerlei haarspeldbochten reden we alsmaar hoger en hoger. Trudie was niet op haar gemak en uitte dat ook met de mededeling dat we maar terug moesten gaan. Dat was nu net geen juiste optie. Ook was ze bang een tegenligger te ontmoeten (gelukkig geen één). Links was een enorme afgrond zonder vangrail, maar wel met bomen en rechts van de weg zat een greppel. Uiteindelijk na een rit van circa zes km arriveerden we in de middle of nowhere boven op een berg en ver weg van alles bij de agritourismo. Gelukkig hadden we wat boodschappen gedaan. Trudie opperde dat we nog vijf keer de route moesten afleggen waarop ik maar niet reageerde. Hoe verzinnen ze het om hier een bedrijf te stichten. Het ziet er allemaal wel erg mooi uit. We kregen een ruime kamer en waren gezien het seizoen de enige gasten. Na een heerlijke douche konden we om 20.00 uur aanschuiven voor het diner. Een uitgebreid gerecht; vlees, kaas, groente en iets wat leek op een dessert. In eerste instantie dachten we omdat het de eerste avond was dat het hier bij zou blijven. Maar nee, dit was pas de starter. Een halve liter wijn schoof er ook wel in. Vervolgens kregen we cannelloni gevuld met champions. Geen rolletjes maar een soort beignets. Dat vulde behoorlijk Eigenlijk zaten we allebei aan onze tax maar er kwam nog meer. Een schaal vol met stukjes speenvarken en een schaal met salade. Om niet onbeleefd te zijn heb ik (fred) hier ook maar enkele stukken van opgegeten en Trudie was allang vol, maar nam maar een tomaat. We waren er nog niet want er kwam er nog een dessert. Appeltaart met ijs. Mijn hemel waar moesten we het laten. We hadden een hoop lol. Toch nog maar wat opgegeten. Al met al was het verrukkelijk maar veel te veel. Voor Trudie nog koffie toe en ik kreeg nog een Mirte; zeg maar een Sardijnse kruidenbitter. Vol maar voldaan verlieten we restaurant rond tienen.

Dag 6
Om half negen zaten we aan het ontbijt. Nou ja, wat je ontbijt kunt noemen. Ze dachten ook die zitten nog wel vol van gisteravond. Enkele kleine beschuitjes met jam, koffie en thee. We zouden vandaag naar de grote stad Iglesias voor een internet point. Maar eerst natuurlijk weer naar beneden. Nu dat ging redelijk voorspoedig. In Iglesias vonden we snel een parkeerplaats en kwam er direct een wandelende parkeermeter (parkeerwacht) naar ons toe met kraskaarten en vroeg hoelang we wilden blijven, kraste dit aan op de kaart en we betaalde aan hem. Hij wees ons ook een internet point aan zodat dat snel was gevonden. Na eerst koffie verlieten we de stad op weg naar de kust. Via een schitterende bergweg met zicht op zee reden we richting Buggerru. Hier zouden we naar het strand gaan. Echter op weg hierheen vonden we een afslag Masua. Een heel klein kustplaatsje wat we natuurlijk weer via allerlei haarspeldbochten konden bereiken. Het was leuk om even in te rijden maar niet om naar het strand te gaan. Vervolgens reden we weer terug en enkele kilometers verder stond dat de weg doodliep. Er kwamen echter we auto’s van de andere kant zodat we het maar op hoop van zege probeerden. Uiteindelijk was de originele weg inderdaad afgesloten echter er was een smalle bypass aangelegd die inmiddels open was en met stoplichten die het niet deden, dus kans op tegenliggers. Je komt bijna geen auto tegen, maar wij wel. Dus uiterst  voorzichtig naar rechts en het ging net. Blij dat we een huurauto hebben. We reden tussen ruige en hoge berg ketens door. De omgeving is hier schitterend. We passeerden een afslag Cala Domestica en konden het niet laten hier in te gaan. Dat was maar goed ook want we belanden bij een schitterende baai tussen de bergen in en een mooi zandstrand. Er waren weinig mensen. Hier hebben we heerlijk gezwommen en een broodje gegeten. Vervolgens reden we door naar Buggurru. Dit was vroeger de havenplaats waar het zilver en de mineralen uit de mijnen werd verscheept. Inmiddels is het een klein toeristisch plaatsje met een pittoreske haven. Men is druk aan het renoveren. Het werd tijd om weer op huis aan te gaan want je rijdt zomaar een stuk weg en we moesten voor donker weer binnen zijn. Trudie had een schitterende weg door de bergen uitgezocht met honderden bochten. Het reed weliswaar heel leuk maar schoot niet erg op. Onderweg passeerden we de grotta de Su Mannau op de weg van Flumminimaggiore naar Iglesias. Je kunt als toerist 500 meter individueel de grot in via allerlei stalen wandelpaden en we besloten om dat te doen zonder gids (want er waren alleen italiaanse die geen engels spraken). We moesten buiten eerst een stuk klimmen. Via een hek, wat we eerst niet open kregen, gingen we naar binnen. Het was werkelijk waar fantastisch. Trudie was bang en wilde weer terug nadat we een eind op weg waren. Niet aanstellen doorlopen, dus nog een stuk. Uiteindelijk zijn we toch maar terug gegaan omdat ik wel in de gaten had dat het niet ging. We hebben toch nog heel veel gezien, enorme ruimtes met stalacnieten en kleine ondergrondse watertjes. De grot heeft een totale lengte van 8.5 km en behoort tot de langste van de wereld. Uiteindelijk door naar ‘huis’. We reden ook nog voorbij de Tempio van Antas, een tempel uit het verleden. We hebben er genoeg gezien dus deze lieten we maar links liggen. Uiteindelijk hebben we hem van een afstand op een hoge berg kunnen fotograferen. Om half zes waren we weer op de Agri. Om 20.00 uur weer dineren. Dezelfde starter als gisteren. Hierna reuze ravioli met heerlijke tomatensaus en parmezaanse kaas. Het vlees was gekruid rundvlees en het toetje was hetzelfde als wat we van de week in de pasticceria hadden. Heerlijk. We hebben vandaag veel kilometers gemaakt echter maar een klein stukje van deze omgeving gezien. Dit stuk is erg mooi en voor het eerst weer het gevoel in Italië te zijn.

Dag 7
Een bezoek aan Cagliarie stond vandaag op het programma. De hoofdstad en tevens grootste stad van Sardinië omringt door moerassen en zoutvlakten. Na het ontbijt gingen we rond 9.15 uur op weg. Het was geen lange afstand om te overbruggen zodat we er met een klein uurtje waren. Allereerst reden we naar de mediamarkt. Ja die is hier ook. De oplader van de telefoon was stuk zodat we onze telefoons niet konden opladen. We kochten er één voor in de auto en dat was zo gepiept. Vanhier reden we naar het centrum van de stad. De drukte van het verkeer is te verglijken met Napels en Palermo, een drukte en getoeter van belang. Goed uitkijken, brutaal zijn en net doen of je Italiaan bent. Dat is natuurlijk niet moeilijk met een Italiaans kenteken. Maar we zijn in de loop der jaren wel wat gewend in Italië en als je in Napels en Palermo hebt auto gereden dan kun je dat in iedere grote stad van de wereld. Aan de haven vonden we snel een parkeerplaats en afrekenen vond plaats op dezelfde wijze plaats als gisteren. We moesten naar het oude stadscentrum dus dat was in eerste instantie een aardige klim. Het laatste gedeelte doe je met de lift. Je komt dan in de wijk Castello, de oudste wijk met leuke kleine straatjes en mooie gebouwen waaronder een, hoe kan het ook anders, kathedraal. De Santa Maria. Deze stond binnen in de steigers maar was wel te bezichtigen. Vanhier liepen we de straatjes door naar de Torre di San Pancrazio. Een mooie stadstoren die te beklimmen was voor een spectaculair uitzicht. Trudie bleef beneden en ik klom via allerlei houten trappen omhoog. Het stikte er van de duiven en stonk enorm naar duivenstront maar het uitzicht was niet minder. We hebben hier heerlijk rondgedoold en Trudie bracht ons op de mooiste plaatsen uit de Capitool reisgids. Koffie met koek mocht hier natuurlijk ook niet ontbreken. Dit stadsdeel is de moeite van een bezoek waard. Wat ons in veel plaatsen opvalt is dat er volop wordt gerestaureerd. De rest van de stad hebben we gelaten voor wat het was want we wilden nog een uurtje naar het strand. Dat was niet moeilijk te vinden. Rond 15.30 uur verlieten we het stranden reden weer richting Iglesias. De bebording is niet optimaal en we moesten de stad weer doorkruizen. Vanwege de drukte die weer op gang kwam misten we een bord en waren we de weg zoek. Dus Tom Tom girl weer aan die ons wederom met gemak weer op de juiste weg bracht. We zijn blij dat we hem hebben. Trudie wilde nog een Romaans kerkje bezoeken in Uta, een klein dorp. Het kerkje was gesloten, jammer. Doorgereden naar San Sperate een klein dorpje noordelijk van Cagliarie wat bekend staat om zijn muurschilderingen. Dit was de moeite waard. Soms leek het net of er een echte gevel stond maar dat was gezichtsbedrog. Er waren veel wandschilderingen te bewonderen. We moesten weer aanstalten maken om op ‘huis’ aan te gaan. Om 18.30 uur waren we weer op onze Agri. Het avondeten was weer een verrassing. De starter was bijna gelijk aan gisteren, nu met hartige taart en een mengeling van zure groente. Hier door heen zaten stukjes zeen. Het was best lekker echter achteraf hoorden we dat het vlees van het onderste deel van een koeienpoot was. Als je vooraf alles al zou weten wat  je zou eten nam je waarschijnlijk alleen het dessert. Maar het werd nog bonter, we kregen vervolgens een bord tuinbonen/linzen soep. Hoe verzinnen ze het. Trudie heeft één lepel genomen en ik heb maar met de neus dicht een half bord leeg gegeten. Wat hadden we weer een lol. Het was niet echt vies maar ja, als je je verheugd op pasta dan …. Hierna volgde vlees van een vogel die we op dit moment niet thuis kunnen brengen maar het smaakte naar kip. Stukjes vlees en poten met de tenen er nog aan geroosterd boven vuur. Het zag er allemaal erg bizar uit maar smaakte bijzonder alhoewel ik Fred alles in mijn eentje moest verorberen. Het waren wel allemaal Sardijnse streek gerechten. Trudie is vegetariër geworden. Het toetje was ijs overgoten met chocolade en hierbij allerlei verschillende soorten cake. De laatste nacht alweer hier.

Dag 8
Op weg naar de volgende Agri. Van Domusnovus reden we naar de stad Carbonia. Hier wat boodschappen gedaan in de supermarkt voor onze lunch. Vervolgens naar het centrum voor een internet point. Net buiten het centrum de auto neergezet en zowaar bijna voor een internet point; wat is geluk. Na onze website te hebben geupdate een kleine wandeling door het centrum, over de markt en effe lekker koffie gedronken. Een mooie stad met een modern centrum. Van hier de reis vervolgd naar Teulada en bij S. Isidora een aantal uurtjes heerlijk op het strand door gebracht. Rond 15.00 uur gingen we op weg naar de Agri Sa Tiria. Een mooie Agritorismo met een heerlijke kamer met een mooie veranda. We hebben gegeten in het restaurant. Gelukkig zijn er meer kamers bezet wat, wat meer reuring geeft. Het eten was weer van de streek. Uitermate lekker, echter het vlees was hetzelfde als gisteren, van een vogel waar ik nog steeds de naam niet van weet. Ik heb in m’n eentje een halve liter witte wijn opgedronken dus Trudie heeft het licht rond elfen uitgedaan.

Dag 9
Zo de eerste nacht in onze nieuwe bestemming gehad. Onrustig geslapen. Er gaat toch niets boven je eigen bed en het waaide verschrikkelijk. We hadden een redelijk ontbijt om 8.00 uur. Hierna vertrokken we om 8.40 uur voor een rondtrip in de omgeving. We reden vanaf Teulada via het binnenland door de bergen tot Pula. Een schitterende tocht met mooie ver gezichten van ca. 40 km echter het neemt veel tijd in beslag. Dit vanwege de vele haarspeldbochten, stijging en daling en de voorzichtigheid die in acht moet worden genomen. Veelal harder dan 50 km p/u kom je niet. Het is zondag dus weinig te beleven. Vervolgens reden we onder de kust door weer terug. Een stop bij Capo di Pula. Hier stond ooit de oude stad Nora gebouwd op een landtong. In 238 na Chr. werd dit de hoofdstad van de Romeinse provincie Sardinië. Vele rooftochten en gebrek aan vruchtbaar land dwong de bevolking in de middeleeuwen de stad te verlaten. De havens werden uiteindelijk overspoeld door de opkomende zee. Wat overbleef waren de resten die nu nog te bewonderen zijn. Een complete stad echter je moet wel je verbeelding laten spreken. Straten en overblijfselen van huizen, tempels en thermen zijn te bezichtigen. De moeite waard van een bezoek. Vanhier reden we naar enkele mooie ‘stranden’, ondermeer in Chia en Capo Spartivento. Wel mooie zandstranden echter eerlijk gezegd hebben we ze in Italië wel mooier en groter gezien. De strandjes stellen niet echt veel voor. Er zijn veel hoge kliffen en rotsen en daartussen af en toe een zandstrand. De weg langs de kust is een mooie. Je houdt de kust aan de linkerhand terwijl je door de bergen rijdt en af en toe afdaalt en dan bij de strandjes komt. Het is zondag dus de Italianen kennen deze strandjes ook. We hadden ons vergist want we dachten dat we hier vijf nachten zouden slapen echter het zijn er maar twee zodat Trudie de plannen moest bijstellen. We hadden de keus om naar het strand te gaan echter de wind was behoorlijk of doorrijden en een bezoek aan het eiland di S.Antioco. We kozen voor het tweede. Op weg hierheen, verrassing. Vlak achter een bocht stond de Carabinieri te controleren. Er werd onderweg al aardig met lichten geknipperd echter we dachten dat we groot licht op hadden. Mis, aan de kant en rijbewijs tonen. Geen probleem. Na het opschrijven van enkele gegevens konden we weer doorrijden. Er straalt van deze agenten wel enig respect uit en rij niet door want ze staan met een mitrailleur in de aanslag. We vervolgden onze weg naar het eiland wat via een soort afsluitdijk te bereiken is. Op zich is er weinig te zien, echter de rotsachtige kust is bijzonder mooi. Het is ongeveer zo groot als Texel en we hebben het helemaal rond gereden. In het noorden van het eiland ligt de plaats Calasetta vanwaar je met de boot naar het eiland di S. Pietro kunt gaan. Op de weg weer terug reden we langs een groot meer Stagno S. Caterina. In dit meer stonden honderden roze flamingo’s. Een heel bijzonder gezicht. Vervolgens door naar de Agri. Om 19.45 uur reden we naar Teulada voor ons avondeten. Trudie had mosselen en allerlei verschillende soorten vis. Ik had spaghetti met schelpdieren en een overheerlijke pizza. Om 22.00 uur met een Amaretto de dag afgesloten. Morgen trekken we naar de oostkust.

Dag 10
Alweer een nieuwe dag en een andere bestemming. We zijn erg moe maar dat komt door gisteren en we hebben slecht geslapen. Het blijft erg afwisselend op deze manier reizen echter we moeten oppassen dat we genoeg ontspanning en rust inlasten. We reden via de zuidkust, Cagliari naar de volgende bestemming. Vlak voor Cagliari koffie bij een pomp aan de snelweg. Je kunt hier goed en goedkoop koffie drinken en een broodje eten. En, belangrijk naar een schone toilet. Vanaf Cagliari moesten we via de SS125 het binnenland in. De klim en bochten waren zeer afwisselend en het uitzicht fenomenaal. Wel af en toe aan de kant voor die o zo snelle Italianen. Er is een gedeelte van de weg vernieuwd echter dat staat nog niet op de kaart. Ter hoogte van San Vito verlieten we de snelweg voor een korte stop. Een stad die bekend staat om zijn kunstnijverheid. Trudie had gelezen dat er hier fluitachtige instrumenten werden gemaakt, de launeddes waarop vroeger de herders speelden. Ze wilde er graag één kopen maar we konden niet slagen. Ook komen hier reiten manden en borduurwerk vandaan. Terug naar de snelweg zagen we een bordje ‘Domus van Janas’. Nieuwsgierig als we waren wilden we weten wat dat nu weer was. Achteraf blijkt het een graftombe te zijn. De tombe hebben we wel kunnen aanschouwen maar wat vervelender was, was dat we kwamen vast te zitten met de auto. Het was niet zo warm buiten maar het zweet liep ons letterlijk over de rug. Zeker omdat de plek waar we zaten ook nog eens ver weg van alles was. Een plan bedacht wat te doen. We moesten de auto keren dus in de tweede versnelling langzaam proberen los te komen. We stonden ook nog eens op een helling dus mijn hemel. Trudie stond druk te gebaren, naar links en rechts en uiteindelijk reed ik met de rechter voorbumper tegen een grote steen; nog meer zweten. De auto op de rem en uit gestapt om de situatie in te schatten. De wielen anders gedraaid zodat de auto los kwam van de steen. Lang verhaal kort maken, we zijn uiteindelijk weg kunnen komen. De auto heeft wel wat lakschade aan de kunststof bumper maar er is gelukkig niets stuk. Voorkomen hadden we het niet echt want de plek was te bereiken per auto alleen er staat vooraf niet dat je eigenlijk het hele stuk wat je heen rijdt ook weer achteruit moet rijden. Dit was echter geen optie. De schrik zat er goed in en ik was er ziek van dat het eigendom van een ander beschadigd was. We zijn wel volledig verzekerd en hebben alles afgekocht maar we hebben er de hele dag een slecht gevoel van gehad. We besloten dat de eerst volgende auto die we huren in het buitenland een 4wheel drive wordt. We zette onze reis voort en kwamen uiteindelijk bij de kust en gingen bij Cardedu van de weg af om bij Museddu op het strand een broodje te eten. Mooi strand en we waren alleen. De zee was erg woest dus zwemmen ho maar. Vanhier moesten we weer het binnenland in voor onze volgende Agri I Mandorli. Het was inmiddels erg bewolkt geworden en vlak bij de Agri begon het te stortregenen. Geen pretje als je ook nog eens van de weg moet om een onverharde weg in te rijden en deze ca. drie kilometer moet volgen. Maar we hebben het gevonden. Het lag in een dal op een heuvel tussen enorme bergen in, ondanks de regen schitterend. We werden ontvangen met koffie en hebben een heerlijke ruime kamer. 's Avonds lekker in het restaurant gegeten van dit bedrijf want ook deze Agri ligt zeer geïsoleerd. Rond 22.00 uur rolden we vol en vermoeid het bed in. Rond middernacht weer wakker want naast onze kamer lag een jong stel wat nogal erg luidruchtig was in bed dus eer wij sliepen….. Gelukkig waren ze er maar één nacht; we worden ouder papa.

Dag 11
Na weer een zeer onrustige nacht, echter wel uitgeslapen togen we rond half negen voor het ontbijt. Lekkere broodjes en voor het eerst ham en (geiten) kaas. We zouden het vandaag rustig houden en niet te ver weg gaan. We hebben inmiddels 2166 kilometer gereden. Rond half tien verlieten we de Agri. De eigenaresse had ons verteld dat er in Triei, een dorp waar wij op kijken feest was. Dus dat mochten we niet missen. We waren precies op tijd want om 10.00 uur begon de processie. Een optocht door het dorp met het beeld van Maria op de schouders. Altijd indrukwekkend om te zien. Er was verder op dit tijdstip van de dag weinig te doen want de rest vond ’s avonds plaats. Uitgesloten voor ons omdat we hier voor onze eigen veiligheid in het donker niet naar toe rijden. We vervolgden onze weg naar Baunei. Een dorp op 480 meter hoogte. Hiervandaan hadden we een mooi uitzicht op onze agriturismo. Na een wandeling door het dorp en het doen van enkele boodschappen deden we koffie. In deze bar was een internet point echter internet lag eruit, pech. We vervolgden onze weg en namen een afslag naar Sa Pedra Longa. Een kaap die alleen via een steile weg (20 procent) te bereiken was en onder aan de kust lag. Trudie was erg bang want van 480 meter dalen via deze weg was eigenlijk geen pretje. Maar het was de moeite waard. Steile kliffen en mooie vergezichten en een smalle piek van kalksteen die 128 meter uit de zee steekt. Er stonden enkele picknick tafels zodat we hier broodjes smeerden en opaten. We moesten weer terug omhoog omdat dit de enige weg was en reden naar San Maria Navaresse. Een leuk klein kustplaatsje met dito haven en strandje wat vernoemd is naar een mooi kerkje waar het omheen is ontstaan. Ook stond hier een olijfboom van meer dan duizend jaar. En wat je hier ook veel tegenkomt zijn Duitsers. Het weer was onbestendig en het regende af en toe, toch hadden we ons voorgenomen om een strand op te zoeken om te zwemmen. Dat deden we bij de plaats Arbatax. Een plaats die ligt op een landtong. Na ons strandbezoek, erg mooi strand hier, reden we naar de oostpunt van de stad want hier was een enorme rots van roodachtig graniet, zeer bijzonder. Ook bezochten we nog een uitkijktoren die vrij toegankelijk was. Ik Fred ben naar boven geklommen voor enkele foto’s. We zouden vanavond niet buiten de deur eten maar wat broodjes maken. Dus zalm gekocht, kaas, broodjes en een slaatje en wij kwamen de avond wel door.

Dag 12 en 13
Allereerst lekker uitslapen. Vanochtend geen ontbijt omdat we nog vol zaten van gisteren. Rond 10.15 uur reden we richting Tortoli. Een stadje waar Trudie even wilde shoppen. Best de moeite waard want er waren mooie winkels. Hand op de knip wil niet altijd lukken. Bij een bakker broodjes gekocht voor op het strand want dat was het plan. Het weer was prachtig. We reden naar Marina di Gairo echter namen een afslag eerder waar we uitkwamen op een heerlijk rustig strand. Er was nog een koppel en verder hadden we het strand voor ons alleen. Een paar heerlijke uurtjes in de zon gelegen, gezwommen en gelezen. Zalig. Rond vieren reden we terug naar Tortoli voor het updaten van de website en nog een rondje door een ander stadsdeel gemaakt. We hadden ons voorgenomen vanavond geen warm eten te nemen maar een ‘Sonja’ avond te houden. In de Supermercato wat lekkere gezonde dingen meegenomen die we onder het genot van een heerlijk drankje opaten. Ik had enkele films meegenomen waaronder de Pirates of the Caribbean om op enig moment op de laptop te kijken. Dit was een moment om even heerlijk onderuit gezakt te kijken. Trudie viel al snel in slaap dus ik heb de film alleen afgekeken. Rond 23.30 uur het licht uitgedaan.

Dag 14
Ons programma voor vandaag was met een boot de zee op voor een bezoek aan enkele grotten. Nadat de wekker ging hadden we beiden geen puf keken elkaar aan en begrepen precies wat de bedoeling was. Geen bootreis maar we zien wel. Inmiddels al heel veel gezien dus nog een dag rust kan geen kwaad. Eerst ontbijten en daarna naar de markt in Tortoli. Een leuke kleine gezellige markt waar we een koebel. Heerlijk koffie gedronken en vervolgens weer naar ons strandje. We waren nu helemaal alleen. Rond drie uur vertrokken we naar Santa Maria de Navaresse, waar we van de week ook al waren geweest in verband met een 1000 jaar oude olijfboom, maar we hadden de verkeerde gezien. Dus nu de juiste op de foto en werkelijk het was een knaap van een boom. Op weg naar de Agri waren we al enkele malen een bordje grotta di Jannes gepasseerd. Ook in een andere plaats waren we hier al geweest echter toen met een vervelende afloop. Dus opnieuw proberen op deze plek. De auto geparkeerd en een wandeling via bergpad langs rotsen bracht ons bij tien spelonken waar vroeger mensen in waren begraven. Van hieruit hadden we ook mooi zicht op de omgeving en onze Agritourismo. Om 16.00 uur waren we ‘thuis’. Koffie drinken en Trudie ging de route voor morgen plannen omdat het alweer de laatste nacht is hier. We aten weer in ons restaurant hier op de Agri. Dit keer geen antipasti vooraf maar lekker pasta en mixgrill en salade. Het was voortreffelijk. Toen we terug kwamen op de kamer en ons uitkleden zag Trudie een enorme groene sprinkhaan van circa 10 centimeter op een hemd van mij op de bank zitten. Trudie gaf een gil waarop ik me een hoedje schrok. Hoe krijg je die er nu weer uit. Het hemd voorzichtig dubbel gevouwen en buiten weer open zodat hij er uit kroop. Ik liep inmiddels in mijn onderbroek en ontbloot boven lichaam buiten. Ik wilde hem fotograferen dus snel de camera. Ik stond in allerlei houdingen om het beest goed op de foto te krijgen. Wat ik niet door had was dat men vanuit het drukke restaurant op onze veranda keek en mij zag staan in de meest fotogenieke houdingen. Toen ik het doorhad schrok ik en sprong weg. We kwamen niet meer bij van het lachen en Trudie hield het niet droog. Wat een spektakel. Weer een enorme fijne dag gehad.

Dag 15
De laatste nacht op Il Mandorli. Op weg naar een nieuw avontuur. De laatste Agritourismo is Testone en ligt heel afgelegen op 650 meter hoogte in de bergen. We konden er pas om 16.00 uur terecht. Dus na het ontbijt reden we richting Talana en vandaar naar Urzulei. We reden via een bergpas omhoog. Uiteindelijk moesten we 1263 meter bedwingen. Een geweldige route op weg naar Dorgali. Onderweg diverse malen gestopt om van de adembenemende panorama’s te genieten. Bij één van deze stops ontmoeten we een oudere man die zomaar in de middle of nowhere ergens op stond te wachten. Blijkbaar kwamen wij op het juiste moment. Ik kreeg een hand en Trudie wel zeven zoenen en een innige omhelzing. Vervolgens nam hij ons mee voor foto’s bij naar wij dachten zijn schapen. Achteraf was dat niet zo. Wij wilden eigenlijk wel van de man af maar dat lukte niet één twee drie. Vroeg of hij een lift kon krijgen, echter dat vonden we geen geslaagd idee. Dus afscheid nemen, wat wel een voorgoed afscheid leek. Trudie werd opnieuw in de houtgreep genomen en ik had het nakijken. Hij dacht, hé een oude bok lust wel een jong blaadje. Achteraf verafschuwde Trudie deze innige ontmoeting maar we hebben er wel erg om gelachen. Voor Dorgali sloegen we af naar Cala Gonone voor de bezichtiging van de Grotta di Bue Marina. We moesten afdalen van 882 meter naar de kust. Een steile weg met veel haarspeldbochten. Achteraf was deze alleen te bereiken vanaf zee zodat we met een boot moesten. Gezien de tijd die daar mee gemoeid zou zijn en het vinden van de Agritourismo voor donker was dit geen goed plan. Er was een mooi strand zodat we hier enkele uurtjes bij een heerlijk rustig en heldere zee verpoosden. We vervolden onze weg naar Oliena en op weg hier naar toe liggen de Su Gologone bronnen. Hier komt het water wat kanalen uitgesleten heeft uit de rotsen van de Supra Monde. Pracht helder water waardoor je de rotsen onder water nog diep weg ziet steken. Daarvandaan via de supermarkt in Noro naar de Agritourismo. Deze ligt enorm geïsoleerd in een prachtig natuurgebied op 800 meter hoogte. De agri heeft 300 hectare grond en verbouwd biologisch. Er zijn schapen, koeien, paarden, druiven, notenbomen, enz, enz. Voorzien dus volledig in eigen onderhoud. Het is er een heerlijkheid van rust. Aangekomen na een rit vanaf de provinciale weg van ca 13 km omhoog viel onze mond open. Wij zagen een enorm aantal auto’s staan echter volgens ons waren er maar acht kamers. Wat bleek er worden hier in het weekend ook wel recepties gehouden. Tot ca. 18.00 uur en dan is het over. Wat je ver haalt is lekker. We werden vriendelijk ontvangen met een drankje en we kregen een heel romantische kamer. Alle kamers waren gereserveerd. Het avondeten deden we met z’n allen aan een grote tafel. We zaten naast Denen die goed engels spraken, echter de Italianen deden er alles aan om ons ook te verstaan. Het eten was goed en genoeg. Om 23.15 uur deden we het licht uit.

Dag 16
Om 7.45 uur ging de wekker. Wat een onrustige nacht, blijkbaar door de vele wijn. Trudie had meerdere malen gepord om mij te laten stoppen met snurken. Op naar het ontbijt. Dat viel erg tegen. Maar ja, dat was de eerste keer in al die dagen. Ik kreeg koffie in een soepkom en tot overmaat van ramp gooide ik er geitenmelk bij. Een combinatie die niet echt lekker is. Morgen neem ik thee of melk ik de koe zelf. Na het ontbijt opweg voor een mooie route die Trudie had uitgestippeld. Een route langs de Tempio van Supissa op de weg tussen Bitte en Orune. De wegwijzers hier naar toe klopten niet en verwezen ons naar het dorp. Al snel raakten we de weg kwijt en tot overmaat van ramp belanden we met onze grote Renault in een doodlopende nauwe straat. Gloeiende, gloeiende ……Er zat niets anders op dat Trudie uitstapte want de auto moest worden gekeerd en het is geen fiat 500. We hadden het geluk dat er twee garages waren die een kleine verbreding aan de straat gaven. Ik kreeg weer de Domus van Janus aanval weer die rot auto keren. Maar ja wat moet je. Op aanwijzing van Trudie en toeschouwers uit het raam kreeg ik het beschadiging voor elkaar. Hiep hiep hoera voor de handrem. Weg hier en weg van die vervelende tempel. Uiteindelijk de grote weg bereikt en bij Posada van de weg af voor de bezichtiging van een kasteel wat beter afliep. Het enige was dat Trudie haar bergschoenen met hakken aan had en de zondagse rok want we zouden naar een heilige tempel. Het bezoek was de moeite waard. Het kasteel ligt op een hoge rots dus juist schoeisel is een vereiste. Dit werd bij de ingang nog eens benadrukt, echter dat lazen we pas toen we er uit kwamen. Uiteindelijk besloten we de route in te korten en toch nog een uurtje naar het strand te gaan. Heerlijk, want het was erg warm. Voor we het strand bereikte passeerden we een terrein waar een groot feest aan de gang was bij de kerk. Kraampjes etc. je kent het wel. Stoppen natuurlijk langs de kant van de weg, want dat doen ze hier allemaal. Wel of geen parkeerverbod. Alleen naast de weg zat een diepe greppel. Wij zagen die wel tijdig echter een bestuurder van een FIAT Panda die tegelijkertijd arriveerde niet. Die reed er dus in en de auto stond geheel schuin en dreigde op z’n kant te gaan. Snel uitstappen en proberen te helpen voor er meer schade zou ontstaan. Mensen overstuur echter in je eentje doe je niet veel. Al snel kwam er hulp van diverse kanten en al duwend aan de zijkant en van achteren kregen we de auto op de weg. We maken wat mee. Vanhier heerlijk naar het strand. Terug reden we van Sinuscola richting Lode met een afslag naar Lula en een uitzonderlijk mooie bergpas op. Die ons wederom naar 1050 meter bracht. Wel enorm veel bochten maar de moeite waard. Terug naar de snelweg die ons wederom naar de Agri bracht. Wat we vanavond eten proeven we zo.

Dag 17 en 18
Vandaag vertrokken we na het ontbijt naar Orosei. Op weg hierheen raakten we verzeild in Galtelli. Een verschrikkelijk leuk Italiaans plaatsje. Een kleine wandeling door dit dorp bracht je bij bijzondere en schitterende kerkjes. Het oude Italië was hier terug te vinden. De moeite waard van een bezoek en het stond niet in de reisgids. We reden door naar Orosei. Dit viel in het niet bij wat we in het vorige plaatsje gezien hadden. Volgens de boeken moet dit een mooie plaats zijn met kleine straatjes en doorkijkjes. Dat was wel zo maar het miste iets. We kunnen dat niet goed onder woorden brengen. We vervolgden onze reis naar Marina di Orosei, de kust. Een mooi lang strand waar we de plaatsjes voor het uitkiezen hadden. Een paar uurtjes strand en de terugreis aanvangen, want we zouden nog een bezoek brengen aan Nuoro. Een grotere stad en één van Sardinie’s belangrijkste centra. Ook hier veel lof volgens de reisgids een bezoek waard met bijzondere bezienswaardigheden. Wij vonden het niet echt bijzonder. Rond half zes verlieten we de stad en reden we terug naar de Agri. Het avondeten was weer bijzonder. Pasta, schapenvlees, doperwten en paddestoelen. Ricotta, fruit en koffie toe. Bijna de laatste dag.

Dag 18
Om 8.45 uur ontbijten, de Italiaanse gasten gaan vandaag weg. Het waren bijzondere tafelgenoten. Een huisarts met partner, een journalist en een acteur met partner. We hebben erg veel gelachen tijdens het avondeten. Wij bezochten eerst een klein kerkje dat op de zijweg lag naar de Agritourismo. Er kwam eerst weer een hele kudde schapen aan die ons moest passeren met de daarbij behorende herder, ‘broer’ van de herder die we afgelopen week ontmoette en waar Trudie nachtmerries aan over had gehouden. Deze was in ieder geval niet zoenerig en handtastelijk, echter Trudie was op haar hoede. Het was een lieflijk kerkje. Vervolgens sloegen we verkeerd af zodat we na een kwartier het hele stuk weer terug moesten rijden. We bezochten achtereenvolgens, Orgosolo een dorp met allerlei schilderingen op muren ca. 250 door het hele dorp heen, Mamoiada met een bijzondere kerk en dit dorp staat bekend om zijn bijzondere maskers tijdens het carnaval. Hier vandaan reden we naar Fonni de hoogst gelegen stad van Sardinié op 1000 meter. Vervolgens door naar een groot stuwmeer Lago di Lusana. Een schitterend meer op 650 meter hoogte. Hier gingen we lunchen. We reden een weggetje in en vonden een mooi plekje lekker afgelegen en rustig aan de waterkant. Wie vind je hier. Ik had m’n zwembroek nog niet aan of er kwam een bus aanrijden over het weggetje waar je van dacht dat er zeker geen bus kon komen. Tafels en banken werden uitgeladen en op nog geen 50 mtr bij ons vandaan ging het Duitse reis gezelschap heerlijk zitten picknicken. Wij dachten hier in the middel of nowhere rustig te kunnen genieten. Maar goed we hebben effe lekker gezwommen en gegeten. Anderhalf uur later vertrokken de Duitse gasten en was onze tijd ook gekomen. Dus achter de bus aan want Trudie zei dat de bus vast en zeker naar de plaats zou gaan waar wij ook naar toe moesten; Sarule. In deze plaats worden nog ambachtelijk tapijten geweven. De bus stopte ergens onderweg zodat we er voorbij reden; weg bus. Wij vervolgden onze reis. We brachten een bezoek aan het heiligdom Nostra Signora di Gonari op 1050 meter hoogte. Een bedevaartskerk die via een 4 kilometer lange en steile bergweg te bereiken is en ligt op de top van een granietberg. Met de auto een vervelende weg naar boven, laat staan met een bus. Na 4 kilometer kom je op een soort plateau waar pelgrimshuisjes stonden. Een moeilijk begaanbaar kronkelig pad naar boven, leidde ons naar het schitterend kerkje met een adembenemend uitzicht over Sardinië. We hadden het end in de bek. In eerste instantie waren we alleen, totdat er een oudere dame verscheen. Hoe kwam die nu boven? En ja hoor, het was weer iemand van het eerdere Duitse reisgezelschap en al ras volgden er meerdere. Deze mensen waren al behoorlijk op leeftijd maar zagen toch kans om via het zeer moeilijk begaanbare pad naar boven te komen. En wat bleek de bus was dus ook helemaal naar het eerste plateau gereden. Die Duitsers staan ook voor niets. In Sarule konden we verder niets vinden van borduurwerk zodat we maar op huis aangingen. Er waren inmiddels weer nieuwe gasten. Vier Duitsers en twee mensen uit Australië. We hebben een hele gezellige avond met elkaar gehad en veel ervaringen uitgewisseld.

Dag 19
De dag van vertrek. Afscheid genomen van de bijzondere gastheer Sebastiano, de eigenaar van de Agritourismo. Een bijzondere hardwerkende en hartelijke man. Dit was één van de beste Agri’s en zeer verrassend. We vertrokken om 9.45 uur richting Olbia. Van olbia reden we richting Costa Smeralda. Hier hebben we wat rondgetoerd en van de uitzichten genoten. In één van de haventjes bij Porto Cervo hebben we wat gegeten. Hier ligt de crème de la crème zomerdag met hun enorme schepen in de haven. Ook nu lagen er nog bijzonder mooie jachten. Rond 15.00 uur zijn we nog even een winkelcentrum in gedoken om de tijd te doden en ons eens te voldoen aan McDonalds. We reden naar het vliegveld, even omkleden en de sleutels van de auto inleveren. Toen kwam ik erachter dat we nog moesten tanken. Dus snel nog even uit de rij en naar een pomp. Deze was snel gevonden. Terug waren er nog wat problemen met de afwikkeling van de schade aan de auto die wij hadden echter wij konden eerst wel inchecken en de dame die ons had geholpen zou ons na een half uur terugbellen wat zij deed. Trudie nam de telefoon aan en wikkelde het zonder kosten af. Wij waren wel voor alles verzekerd. Ons vliegtuig zou over 45 minuten vertrekken. We werden echter tijdens het koffie drinken omgeroepen. Wat bleek iedereen zat al in het vliegtuig dus het kon weg als wij er ook waren. Dat hadden we nog nooit meegemaakt dat er eerder vertrokken werd. Dus snel naar de gate en instappen. we vertrokken rond 18.50 uur. Na een goede vlucht kwamen we rond 21.15 uur aan op Schiphol waar onze zoon Roderick ons kwam ophalen en thuis was onze dochter Daniëlle ook even langs gekomen.
We hebben een heerlijke ontspannen vakantie gehad. Goed eten, fantastische verblijven, veel gezien en veel gelachen, echter nogmaals Sardinië is niet echt Italië en kent grote verschillen met het continent. De mensen zijn vriendelijk, het landschap is mooi maar er mist iets wat je als je nooit in Italië bent geweest kunt begrijpen of voelen bovendien is het niet onder woorden te brengen.