4 januari De zonsopkomst lieten we voor wat het was bij Uluru. Eerst rustig ontbeten en rond 09.30 uur reden we weer richting de monoliet. Eerst naar het cultureel informatie centrum om wat meer over de achtergrond van de aboritinals te weten te komen en vervolgens zouden we één van de vele wandelingen doen. Het was niet druk omdat de busladingen al heel vroeg zijn. We zouden de Kunija walk doen. Een wandeling van 45 minuten die aan de zuidzijde van de monoliet lag en langs enkele grotten liep waarin grottekeningen te zien waren. Tevens bracht de wandeling je op het eind bij een droge waterval en een bron. Het was inmiddels 11.15 uur en 36 graden en het barst van de vliegen. We hebben een vliegennet om ons hoofd wat een uitkomst is en we zijn niet de enigen. Het is anders niet te doen, je ziet in een weiland wel koeien staan die last van vliegen hebben nu zo moet je je dat voorstellen. Het is een bijzondere wandeling en net te doen. Hierna met de auto helemaal om de monoliet heen gereden. Het is één van de zeven natuurlijke wereldwonderen, majestueus om te zien en mee te maken. Dit heb je nergens anders in de wereld en we zijn blij dat we dit kunnen aanschouwen en delen met veel anderen. Hierna reden we naar Kata Tjuta (vele hoofden) of de Olga’s. Een groep grote ronde rotskoepels ook weer midden op de vlakte, 48 km van Uluru in het zelfde park. De hoogste rots telt 548 meter, 200 meter hoger dan Uluru. Het is een heel systeem van kloven en valleien waarin je kunt ronddwalen. Hij is minder bekend dan Uluru maar daarom niet minder spectaculair. Ook dit zijn heilige gronden van de Anangu Aboritionals. Trudie en ik besloten een korte wandeling te doen, de Walpa George walk die ongeveer 90 minuten duurt. Je start aan de voet van een kloof en loopt dan langzaam, steil omhoog. Een pad via allerlei bruggetjes voert je steeds verder de kloof in. Wat ben je als mens klein en bij een temperatuur van 40 graden valt het niet mee echter de moeite waard om te doen, we hadden dit niet willen missen. Vanhier reden we terug naar het resort voor een overheerlijke zwempartij, lekker opknappen en lekker eten. Goede restaurants
5 januari Weer terug naar Alice Springs, een rit van wederom 460 kilometer. We zijn het zo langzamerhand wel gewend die afstanden. We reden rond achten weg en Trudie zou het eerste deel voor haar rekening nemen. Onderweg een aantal wilde paarden op de weg, een koe en een aantal dode dieren. Gelukkig kun je ver vooruit zien maar het blijft oppassen. Bij een kamelen farm effe opgestoken. Kamelen zie je hier veel. De eersten kwamen in 1800 naar Australie vanuit Afganistan nu zijn het er enkele honderden en in deze hitte is het goed voor te stellen dat de dieren toentertijd voor allerlei transport werden gebruikt. Nu is het een toeristische attractie. De gemiddelde snelheid is honderd km per uur dus je kunt exact uitrekenen hoelang het duurt en wanner je moet tanken. Je zet de auto gewoon op de cruise control en kunt zonder af te remmen een aantal uren zo blijven rijden. Zeggen en schrijven zijn we rond de honderd tegenliggers tegengekomen en zijn er vier auto’s ons gepasseerd waarvan drie ons voorbij reden toen we gingen tanken. Rond half twee waren we in Alice Springs. Eerst hebben we nog een Spoorweg museum bezoch welke de historie van de Ghan vertelde en vervolgens reden we naar het station om de Ghan zelf te aanschouwen. Deze trein rijdt van zuid naar noord en omgekeerd. Het is een luxueuze trein en bestaat uit twee diesellocomotieven en 25 rijtuigen. De trein rijdt 4 keer p/w en is de enige trein die Alice Springs aan doet. Vervolgens naar het hotel. Nadat we ons hadden opgefrist nog even naar het centrum van Alice Springs om een bezoek te brengen aan de Flying Docters Services. In Alice Springs zit één van de drie werkbases van de Centrale Organisatie in South Australië. Het gebied rond Alice Springs bestrijkt een straal van 600 km en in dit gebied wonen ca 3600 mensen waarvan 90% Aboritional. Veelal vindt consultatie en diagnose plaats via de telefoon met de basis en een arts kan op basis van de doorgegeven gegevens beslissen of er vervoer moet plaatsvinden met een vliegtuig naar een ziekenhuis. In Alice Springs beschikt de organisatie over drie vliegtuigen volledig ingericht met medische apparatuur. Elk vliegtuig heeft de functie van vliegende intensive care unit. De vliegtuigen kunnen per keer 4 patienten evacueren. De Royal Flying doctors Services heeft nu 22 bases en beheren ook 5 medische centra met 50 vliegtuigen in bedrijf. We kregen een rondleiding waarin al deze facetten werden belicht en ook een blik in de centrale waar alle berichten binnenkomen en alles wordt gecoordineerd in deze omgeving. Erg interessant. Daarna naar een overweg gereden om de Ghan te zien rijden. Dit was een mooi plaatje. Ik ben weliswaar geen treinfreak maar maak wel een uitzondering voor bijzondere treinen. Nog een opmerkelijk fenomeen, en erg aangrijpend zijn de vele Aboriginals die hier doelloos door de stad lopen en hangen. Niets doen dan alleen dat. Je wordt niet lastig gevallen maar het is een aangrijpend en raar gezicht. Het zijn eigenlijk ‘wilden’ die in een stad zijn losgelaten en zich geen raad weten, uitzonderingen daargelaten. De aboriginal kunstenaars hebben natuurlijk hun broodwinning. ‘s Avonds lekker gegeten in het hotel en dan zie je een groot deel van deze mensen voorbij lopen terug naar hun huis, hun hut. Om 10.45 uur het licht.